ECLI:NL:RBNHO:2016:1249
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken tot vaststelling omgangsregeling tussen vader en minderjarigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 februari 2016 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kinderen. De rechtbank heeft de verzoeken van de vader en de moeder tot het vaststellen van een omgangsregeling afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden zijn om de omgang te hervatten zonder dat dit in strijd zou zijn met de belangen van de minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders al jarenlang in een conflict verwikkeld zijn, wat heeft geleid tot een onwenselijke situatie voor de kinderen. De rechtbank heeft in overweging genomen dat de man zijn verzoek om een omgangsregeling heeft gewijzigd en dat er eerder al meerdere pogingen zijn gedaan om de omgang te herstellen, maar dat deze steeds zijn gestrand. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de man tijdens de zitting zijn woede niet onder controle kon houden, wat heeft geleid tot vernielingen in de rechtbank. Dit gedrag heeft de rechtbank doen besluiten dat de man niet in staat is om de belangen van de kinderen voorop te stellen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de omgang tussen de man en de minderjarigen in de huidige omstandigheden schadelijk zou zijn voor de ontwikkeling van de kinderen. De rechtbank heeft daarom de verzoeken tot het vaststellen van een omgangsregeling afgewezen.