ECLI:NL:RBNHO:2016:11532

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 juni 2016
Publicatiedatum
12 januari 2018
Zaaknummer
4710005 CV EXPL 8418-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing pleidooi verzoek in civiele procedure met tegenvordering

In deze civiele procedure heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. A.F.M. Visscher, gedaagde, vertegenwoordigd door mr. B.W.M. Zegers, gedagvaard op 23 december 2016. Gedaagde heeft schriftelijk geantwoord en een tegenvordering ingediend. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de zaak zich niet leent voor een comparitie van partijen na antwoord. Eiser heeft vervolgens schriftelijk gereageerd op het antwoord van gedaagde en op de tegenvordering. Gedaagde heeft, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, niet meer gereageerd op het repliek van eiser en het antwoord in de tegenvordering. Het verzoek van gedaagde om uitstel is afgewezen, waarna een datum voor vonnis is bepaald.

Na de datum van vonnisbepaling heeft gedaagde een pleidooiverzoek ingediend. De kantonrechter heeft dit pleidooiverzoek afgewezen, omdat het niet gerechtvaardigd is en zou leiden tot onredelijke vertraging van de procedure. De kantonrechter heeft bepaald dat op 7 juli 2016 vonnis zal worden gewezen. De beslissing van de kantonrechter houdt in dat het pleidooiverzoek wordt afgewezen en dat de zaak wordt verwezen naar de rol van 7 juli 2016 voor vonnis.

Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Jansen en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Zaanstad
zaak/rolnr.: 4710005 /CV EXPL 8418-15
datum uitspraak: 23 juni 2016
beslissing
inzake
[eiser] , h.od.n. Som Advocatuur
te Volendam
eiser
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. A.F.M. Visscher
tegen
[gedaagde] , voorheen h.o.d.n. Royal Car Detailing
te Purmerend
gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. B.W.M. Zegers

1.De procedure

1.1.
[eiser] heeft [gedaagde] gedagvaard op 23 december 2016. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en een tegenvordering ingediend. Nadat de kantonrechter had beslist dat de zaak zich niet leent voor een comparitie van partijen na antwoord, heeft [eiser] schriftelijk op het antwoord gereageerd alsmede op de tegenvordering. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld heeft [gedaagde] niet meer gereageerd op het repliek van [eiser] alsmede het antwoord in de tegenvordering. Het verzochte uitstel van [gedaagde] is afgewezen, waarna datum voor vonnis is bepaald. Na datum vonnisbepaling heeft [gedaagde] een pleidooiverzoek ingediend.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter zal het pleidooiverzoek van [gedaagde] afwijzen. Een pleidooi waarin de volle omvang van de zaak weer aan de orde kan komen is in deze zaak niet gerechtvaardigd en leidt tot een onredelijke vertraging van de procedure. Het pleidooiverzoek van [gedaagde] wordt daarom afgewezen. Op 7 juli 2016 zal vonnis worden gewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst af het pleidooiverzoek.
3.2.
verwijst de zaak naar de rol van 7 juli 2016 voor vonnis.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Jansen en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.