Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
opzettelijk mishandelend zijn kind, althans een persoon, te weten [slachtoffer] , terwijl hij met twee handen haar borstkast vastgehoud en/of omvat;
- hard heeft geknepen en/of
- (stevig) door elkaar geschud en/of snel en hevig naar voor en naar achteren heeft geschud en/of
- met kracht op de grond en/of een stoel en/of leuning van een stoel en/of het bed heeft gegooid,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
2.Voorvragen
3.Inleiding
4.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [naam] (dossierpagina 8 e.v.);
- een schriftelijk bescheid, te weten het NFI rapport, opgesteld door dr. [naam] en gedateerd 25 augustus 2014 (dossierpagina 35 e.v.);
- een schriftelijk bescheid, te weten foto’s van het letsel (dossierpagina’s 23 t/m 26).
opzettelijk mishandelend zijn kind [slachtoffer] , terwijl hij met twee handen haar borstkas vasthoudt en/of omvat;
- hard heeft geknepen en
- stevig door elkaar en snel en hevig naar voor en naar achteren heeft geschud en
- met kracht op de grond en leuning van een stoel en het bed heeft gegooid,
waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sanctie
Dat is een ernstig feit, ten gevolge waarvan [slachtoffer] pijn en letsel heeft ondervonden en waaraan de moeder en de oma een schuldgevoel hebben overgehouden omdat zij [slachtoffer] niet beter hebben kunnen beschermen. Ook heeft de moeder maandenlang in onzekerheid geleefd over de toedracht van de mishandeling met alle gevolgen van dien, zoals uit de ter zitting voorgelezen slachtofferverklaring is gebleken.
heeft onder meer ribbreuken opgelopen maar uit de medische rapportage blijkt niet van blijvend letsel.
psychologisch rapportvan [naam] houdt onder meer het volgende in:
Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen.
Een dergelijk tijdsverloop is voor volwassen en geestelijk rijpe verdachten al zeer ongewenst, maar kan in een jeugdzaak als funest betiteld worden.
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer]heeft haar wettelijk vertegenwoordiger [moeder slachtoffer] , [adres] , een vordering tot schadevergoeding van € 2.360,12 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die het slachtoffer en zij als gevolg van het ten laste gelegde feit zouden hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
180 (honderdtachtig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 90 (negentig) dagen jeugddetentie, met bevel dat een gedeelte groot
60 (zestig) uren, bij niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 30 (dertig) dagen jeugddetentie,
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
- zich zal melden bij de William Schrikker Jeugdreclassering (088-5260100) en zich blijft melden zo frequent en zolang deze jeugdreclasseringsinstelling dat nodig acht;
- zich zal houden aan de aanwijzingen die de William Schrikker Jeugdreclassering hem geeft;
- zich verplicht om zich te laten behandelen voor zijn psychische – dan wel persoonlijkheidsproblematiek bij de Divisie Forensische Psychiatrie van de GGZ of soortgelijke ambulante forensische zorg, waarvan de noodzaak ter beoordeling aan genoemde jeugdreclasseringsinstelling zal zijn, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- zich verplicht om mee te werken aan toeleiding naar een beschermde of begeleide woonvorm. Indien veroordeelde is geplaatst, dient hij om de betreffende woonvorm te verblijven en zich te houden aan het (dag-)programma dat deze voorziening met genoemde jeugdreclasseringinstelling heeft opgesteld, zolang genoemde jeugdreclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.342,74(zegge: eenduizend driehonderdtweeënveertig euro en vierenzeventig cent), bestaande uit € 297,74 voor de materiële en € 1.045,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.199,74 vanaf 17 januari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordiger van de benadeelde partij, [moeder slachtoffer] , [adres] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
21 (eenentwintig) dagenjeugddetentie, met dien verstande dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft.