Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 mei 2016 met 32 producties;
- de brieven van de kant van Bakker van 27 en 29 mei 2016 met twee respectievelijk één (aanvullende) producties (genummerd 33, 34 en 35);
- het overzicht producties Syngenta / Bakker kort geding 30 mei 2016 met 14 producties;
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 30 mei 2016, alwaar verschenen zijn de heren [x en z] , bijgestaan door mr. Van de Ven voornoemd en de heer [y] , bijgestaan door mr. Van Druenen voornoemd.
- de pleitnota van Bakker;
- de pleitnota van Syngenta;
- een akte van Bakker;
- een akte van dupliek van Syngenta.
2.De feiten
[h] en de heer [a] , het bedrijf van Bakker bezocht in verband met de afwikkeling van de afgebroken tomatenteelt. Bij die gelegenheid is meegedeeld dat Bakker € 700.000,- van het reeds vooruitbetaalde bedrag van 1,5 miljoen voor de oogst 2015 aan Syngenta terug diende te betalen.
10.ConclusionsIn light the above the conclusion is that given the time passed between the delivery of plant material and finding the infection there is a high probability that the infection had occurred at Bakker Seed Production BV. The precise cause could nog be identified.
3.Het geschil
de intensiteit van de besmetting die kort daarop in de planten werd aangetroffen in combinatie met de incubatietijd van het virus, het verspreidingspatroon in de andere afdelingen waar (oudere) tomatenplanten stonden, de gelijkenis van het aangetroffen virus met vaccins waarmee tegen PepMV wordt gevaccineerd alsook de besmettelijkheid van het virus, de enige logische verklaring. Dat het virus bij aflevering nog niet zichtbaar was, is te wijten aan de incubatietijd van meerdere weken. Dit betekent dat Syngenta gehouden is de tussen partijen bestaande duurovereenkomst met betrekking tot de teelt van andere gewassen dan tomaten na te komen.
4.De beoordeling
ontbonden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit niet het geval is. Aan Syngenta kan worden toegegeven dat onder de deelovereenkomst “Contractvoorwaarden seizoensproductie Tomaat 2015” sprake is van een tekortkoming omdat die productie niet is geleverd, en dat het aan Bakker is om aannemelijk te maken dat die tekortkoming haar niet kan worden toegerekend. Bij de toepassing van dit uitgangspunt kan er echter niet aan worden voorbijgegaan dat Syngenta de dominante partij in deze relatie is en dat het ook Syngenta is geweest die de routing van het betrokken gewas via Vreugdenhil naar Bakker heeft voorgeschreven. De afhankelijkheid van telers als Bakker van de relatie met Syngenta is groot genoeg om aan te nemen dat een drieste wijze van beëindiging daarvan aanzienlijke risico’s meebrengt voor de continuïteit van het bedrijf. Aannemelijk is dat Syngenta zich dat bewust is geweest. Verder moet in aanmerking worden genomen dat Syngenta een zodanige toegang tot de relevante expertisevelden heeft dat van haar mag worden verlangd dat zij voor het belang van haar contractspartners verstrekkende conclusies onderbouwd met onderzoek dat zowel processueel als inhoudelijk aan hoge maatstaven voldoet.
opgezegd. Uitgangspunt bij die beoordeling is dat een overeenkomst als de onderhavige in beginsel door elk van partijen kan worden opgezegd, met dien verstande dat de tussen partijen besproken regels van mededingingsrecht dan wel de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst kunnen meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een toelaatbare en voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat. Uit diezelfde eisen kan, eveneens in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval, voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding (zie HR 14 juni 2013 (Auping/Beverslaap, ECLI:N:HR:2013:BZ4163).
11 december 2015. Vervolgens is op 12 januari 2016 medegedeeld dat productie van andere gewassen dan tomaten(zaden) bespreekbaar is. Na aanvankelijk nog vast te houden aan de wens om ook tomatengewassen te telen wordt vervolgens door Bakker ingegaan op die bereidheid. Dat leidt tot een voorstel d.d. 25 februari 2016, dat voorziet in een nieuwe teelt van komkommers op het bedrijf van Bakker onder gewijzigde voorwaarden, en het voorstel dat Bakker op zeer korte termijn ook de opkweek van planten gaat verzorgen. Syngenta verlangt op donderdag 3 maart 2016 van Bakker dat zij hierover nog diezelfde week beslist.
niethad opgesteld op de hiervoor omschreven wijze. Dan was Bakker niet genoopt geweest om ter beperking van haar schade areaal tijdelijk anders in te zetten, had zij de tijd gehad om zich op de door Syngenta gestelde voorwaarden in te stellen en hadden partijen, aanknopend bij al eerder gevoerde besprekingen, als hiervoor vermeld, afspraken kunnen maken over daartoe eventueel benodigde investeringen en het perspectief op het renderend maken daarvan.
- huidige en te verwachte bezetting van zijn kasruimte,
- gewenste opdrachten voor de 2e helft van 2016 en het teeltseizoen 2017,
- omzetcijfers 2013-2015, 1e helft 2016,
- mogelijkheden om omzet uit opdrachten elders te verwerven en de termijn waarop die kunnen worden benut.
5.De beslissing
mr. M.A.J. Berkers in tegenwoordigheid van de griffier mr. P.L. Ypma op 28 juni 2016. [1]