2.1.Schorsing van de vervolging
In opdracht van de rechter-commissaris hebben drs. M.G.H. van Willigenburg, klinisch psycholoog en drs. C.J. van Gestel, psychiater, vragen beantwoord die zien op de vraag of verdachte in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen.
In het pro justitia rapport d.d. 18 november 2016 beantwoordt psycholoog Van Willigenburg de gestelde vragen als volgt :
1.
Lijdt verdachte aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens dat hij niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen?
Ja, er is sprake van voortschrijdende dementie van het Alzheimertype. Ten opzichte van het vorige onderzoek, in de zomer van 2016, is het cognitief functioneren verslechterd. Er zijn stoornissen in de aandacht, het tempo, het geheugen, de taal, de executieve functies en visuoconstructieve vaardigheden. De emotionele vervlakking is onverminderd aanwezig. Betrokkene heeft wel enig besef van de tegen hem lopende rechtsprocedure, maar dit besef lijkt wisselend aanwezig en het overzicht ontbreekt. Hij heeft geen zicht op of begrip van de mogelijke consequenties die de rechtszaak voor hem kan hebben en is hier ook niet mee bezig doordat hij zo in beslag wordt genomen door het volbrengen van de dagelijkse routines. Hij is daardoor niet in staat te begrijpen wat de strekking is van de tegen hem ingestelde vervolging.
2.
Indien verdachte thans niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen, is de vraag of het de verwachting is dat hij de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging in de toekomst wel zal kunnen begrijpen.
De prognose van de ziekte van Alzheimer is dat er sprake is van toenemende achteruitgang van het cognitief, emotioneel en sociaal functioneren, waarbij niet is te zeggen in welk tempo dit gebeurt. Herstel naar het niveau van voordat hij ziek werd, zal niet optreden. Op basis van de kennis van over de aard en het beloop van de vastgestelde ziekelijke stoornis is de verwachting van de rapporteur dat het functioneren van betrokkene in de toekomst verder zal verslechteren, en hij dan evenmin de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging zal kunnen begrijpen.
In het pro justitia rapport d.d. 15 november 2016 beantwoordt psychiater Van Gestel de gestelde vragen als volgt.
1.
Lijdt verdachte aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens dat hij niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen?
Op grond van dit psychiatrisch onderzoek, alsook van het onderzoek van de mederapporteur en de eerdere onderzoeken die gedaan zijn, concludeert ondergetekende dat betrokkene onvoldoende in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen op grond van een voortschrijdend dementieel syndroom. Betrokkene heeft een irreële visie op zijn situatie en op de komende rechtszaak. Ook na richtinggevende vragen geeft betrokkene geen blijk van goed begrip.
2.
Indien verdachte thans niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen, is de vraag of het de verwachting is dat hij de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging in de toekomst wel zal kunnen begrijpen.
Betrokkene lijdt aan een dementieel syndroom, waarschijnlijk de ziekte van Alzheimer. Dit is een progressief neurodegeneratief ziektebeeld. De bij betrokkene gestoorde geheugenfuncties, het overzichtsverlies, taalproblemen en de labiliteit zullen in ernst toenemen, uiteraard in een onvoorspelbaar tempo, waarbij uiteindelijk ook meer basale cognitieve functies (zoals het bewustzijn) en lichamelijke functies zullen gaan uitvallen.
Standpunt van de officier van justitie
Gelet op hetgeen hiervoor door de psycholoog en psychiater is gerapporteerd als antwoord op de gestelde vragen, heeft de officier van justitie betoogd dat de vervolging jegens verdachte dient te worden geschorst. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat verdachte niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen en dat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. De officier van justitie verzoekt de schorsing van de vervolging zich niet te laten uitstrekken over de voorlopige hechtenis, nu eerst nog een passende plek voor verdachte dient te worden gevonden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich, onder verwijzing naar hetgeen de officier van justitie daaromtrent naar voren heeft gebracht, eveneens op het standpunt gesteld dat de vervolging van verdachte moet worden geschorst.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van de door de psycholoog Van Willigenburg, en psychiater Van Gestel uitgebrachte, hiervoor genoemde, rapportages vast dat verdachte lijdt aan voortschrijdende dementie van het Alzheimertype, waardoor hij niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen. De prognose, blijkens deze rapportages, is dat sprake zal zijn van een toenemende achteruitgang van het cognitief, emotioneel en sociaal functioneren. Daarbij is niet te zeggen in welk tempo dit gebeurt. De verwachting is echter dat het functioneren van verdachte in de toekomst verder zal verslechteren en hij dan evenmin de strekking van de vervolging zal kunnen begrijpen.
De rechtbank maakt de inhoud van genoemde rapportages tot de hare en komt tot het oordeel dat de vervolging van verdachte dient te worden geschorst.