4.3.Het oordeel van de rechtbank
Redengevende feiten en omstandigheden met betrekking tot de wetenschap van witwassen.
Witwassen van [medeverdachte]
De rechtbank heeft bij vonnis van heden in de zaak van [medeverdachte] bewezen verklaard dat [medeverdachte] inkomsten (geldbedragen) heeft ontvangen uit – kort gezegd – de handel (uitvoer) van verdovende middelen. Daarbij is uit onderzoek van de gegevens van de Belastingdienst en de Kamer van Koophandel naar voren gekomen dat [medeverdachte] voor het laatst opgave van loongegevens heeft gedaan over het belastingjaar 2008 voor een bedrag van € 1.257,-. Over de jaren 2009 tot 2014 zijn er bij de Belastingdienst geen inkomensgegevens bekend.De Belastingdienst heeft bij [medeverdachte] de winsten uit onderneming ambtshalve bepaald: dit was voor 2012 € 20.000 en voor 2011 € 14.000. [medeverdachte] heeft zelf geen enkele belastingopgave gedaan over de periode 2010 tot en met 2014.
Uit verkregen informatie van de Spaanse Belastingdienst (E.A.E.T.) is voorts gebleken dat [medeverdachte] een Spaans fiscaal nummer heeft, maar dat er vanaf 2012 geen inkomensgegevens wegens werkzaamheden van [medeverdachte] zijn opgenomen.
De rechtbank heeft in het vonnis van [medeverdachte] vastgesteld dat een deel van de contante geldstromen van [medeverdachte] via de rekening van zijn zus liepen. De transacties op de rekeningen van [verdachte] staan niet in verhouding tot haar inkomsten.Voorts ontving [verdachte] zo nu en dan briefjes van € 500 van haar broer.Dit soort coupures worden nagenoeg uitsluitend in het criminele circuit gebruikt.
Bewijsoverweging met betrekking tot de criminele herkomst van de door [medeverdachte] op de rekening van verdachte gestorte gelden.
Op grond van het voorgaande trekt de rechtbank de conclusie dat de contante geldbedragen die [medeverdachte] onder zich had en aan zijn zus ter hand heeft gesteld, uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Ter beschikkingstelling van de rekening van [verdachte] aan [medeverdachte]
Uit de vliegtuigboekingen van [medeverdachte] blijkt dat diverse boekingen betaald worden met creditcards die ten naam zijn gesteld van verdachte.
Bij de aanhouding van [medeverdachte] op Schiphol op 19 november 2014 werd onder hem een iPhone in beslag genomen.Het telefoonnummer behorende bij deze telefoon is [telefoonnummer] .Op grond van de inhoud van WhatsApp-berichten van december 2013 tot en met november 2014 op deze telefoon is het vermoeden ontstaan dat verdachte, gebruikmakend van telefoonnummer [telefoonnummer 2] (hierna: [telefoonnummer 2] )haar creditcard van de ABN AMRO Bank beschikbaar heeft gesteld aan [medeverdachte] en hiervoor contant geld heeft terug ontvangen.Ook rees het vermoeden dat [medeverdachte] al langere tijd (contant) geld stortte op de rekening van verdachte.Verdachte heeft het gebruik van haar creditcard door [medeverdachte] voor zijn inkopen bevestigd. Ook heeft zij de administratie van [medeverdachte] uitgezocht en betaalde zij rekeningen van [medeverdachte] , waarna zij het geld contant van hem terugkreeg.Dit geld stortte zij vervolgens op haar eigen bankrekening. Daarbij was ook sprake van verschillende coupures die niet iedere winkel accepteerde. Zo ontving zij briefjes van 100, en een keer enkele, 2 of 3, van 500 en had moeite deze te wisselen.
Op de ABN-rekening nummer [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] zijn in de periode van 2011 tot 2015 13 contante stortingen verricht met een totaalbedrag van € 16.880. In 2013 werden 4 stortingen gedaan, totaalbedrag € 9.500 en in 2015 2 stortingen, totaalbedrag € 2.080.
Op de ABN AMRO-rekeningnummer [rekeningnummer 2] van [verdachte] zijn in de periode van 2011 tot 2015 33 stortingen gedaan met een totaalbedrag van € 51.010. Daarbij vonden 9 stortingen plaats in 2013, totaalbedrag € 25.640; 9 stortingen in 2014, totaalbedrag € 14.600; en 4 stortingen in 2015, totaalbedrag € 5.650.In de periode van 4 februari 2015 tot en met 24 augustus 2015 is er een contante storting gedaan van € 1.850,-. op de Raborekening van [verdachte] . Dit bedrag wordt op dezelfde dag overgemaakt naar haar ABN AMRO bankrekening nummer [rekeningnummer 2] . Op de Rabobankrekening nummer [rekeningnummer 3] op naam van [verdachte] die op 18 juli 2013 is geopend, hebben 3 stortingen plaatsgevonden met een totaalbedrag van € 9.800.
In de telefoon van [medeverdachte] zijn de volgende fragmenten van WhatsApp-gesprekken (zakelijk weergegeven) tussen [medeverdachte] en [verdachte] aangetroffen:
WhatsApp-gesprek van 3 december 2013:
- [medeverdachte] : mag ik geld op je spaar rek sto. Ik wil bitcoins kopen.
- [verdachte] : hoeveel. Kan niet vanaf me spaarrekening he. Betalen.
- [medeverdachte] : 5000 euro
- [verdachte] : Kan je ook niet mee pinnen.
- [medeverdachte] : je kan t toch overmaken naar je hoofdrek. Die bitcoins kan je met ideal betalen.
(…)
- [medeverdachte] : ik stort wel op me eigen rekening. Heb al veel gestort tog dit jaar.
- [verdachte] : bij mij ook.
WhatsApp-gesprek van 28 december 2013:
- [verdachte] : dit zijn alle rekeningen en die 2300 nog wat, is wat betaald moet worden. Zoooo zonde. Auto is niet verzekerd en vraag is of boete van rdw komt te vervallen, maar dat kan ik pas maandag uitzoeken
- [verdachte] : Ik moet jouw rekeningnummer nog hebben om die 2000 voor je huur te storten.
(…)
- [verdachte] : [naam 2] heb ik 300 gegeven. [naam 3] moet nog 100 krijgen. Ik kan die briefjes niet makkelijk wisselen, dus heb tot nu toe alles zelf betaald. Maar ik stort het weer op mijn eig rek. Kan pas maandag storten.
- [medeverdachte] : dankje! Is idd zonde. Ik moet het beter bijhouden. Vanaf volgend jaar doe ik dit niet meer. Thanks voor de effort.
WhatsApp-gesprek van 2 januari 2014:
[medeverdachte] : maar zat net te denken dat ik die dingen moet betalen. Heb je nog dat geld voor me overgemaakt?
[verdachte] : ja, ik heb alles betaald, alleen je huur niet
[medeverdachte] : ja die ga ik zelf betalen. Maar als je 2000 voor me kan overmaken
[verdachte] : ok. Ik geef je wel zakgeld
[medeverdachte] : huur is 1000 en ik moet nog dingen in Ibiza betalen. (…)
[medeverdachte] : Money manager. Die huur moest ik vandaag overmaken. Kan je aub sturen, dan heb ik t morgen op me rek.
[verdachte] : ja is goed. Ik ga t gelijk doen.
WhatsApp-gesprek van 31 januari 2014:
- [medeverdachte] stuurt foto witte BMW X6 naar [verdachte] .
- [verdachte] : pppfffff
- [medeverdachte] : niet tegen ma zeggen
- [verdachte] : hoe ga je dit verbergen
- [verdachte] : you’re putting urself out there man.
Voorts is er het volgende WhatsApp-gesprek van 1 april 2014 aangetroffen (zakelijk weergegeven):
[verdachte] : ik heb de aangifte gedaan en de zorgtoeslag stopgezet. Als ik je een advies kan geven, zorg ervoor dat je ergens op een loonlijst komt, want het is niet logisch dat je 0 EUR inkomsten hebt, maar wel belasting betaalt voor een dure auto. Verder moet die 8000 EUR zsm betaald worden anders wordt het alleen maar meer. Alle openstaande rekeningen zijn betaald, maar volgens mij ligt er weer iets bij mij. Kijk of je me weer een x bedrag geeft. Dat is beter omdat ik dan niet op je hoef te wachten om dingen te betalen, maar ik weet niet wat je ruimte is.
WhatsApp-gesprek van 28 juli 2014 (zakelijk weergegeven):
- [verdachte] : Cc rekening. Wil even een paar dingen met je bespreken.
……
- [medeverdachte] : wat was de rest?
- [verdachte] : Iemand vertelde me dat zijn auto in beslag was genomen omdat hij niet kon aantonen hoe hij zo’n dure auto had gekocht
- [medeverdachte] : serieusss
- [verdachte] : Dus wilde in dat licht een aantal dingen met je bespreken.
- [medeverdachte] : ik ben daar zooo bang voor he. Ik zit te denken hoe ik dat moet oplossen.
- [verdachte] : Je moet inkomen hebben. Via [naam 1] o.i.d.
- [medeverdachte] : maar om op de loonlijst te staan kost geld. Bijna 1000 om een inkomen van 1500 te hebben.
- [verdachte] : Of die business in Ibiza aangifte doen. Iets verzinnen. Want je betaalt al je rekeningen.
- [medeverdachte] : ja ik wou daar eigenlijk met een advocaat over praten.
- En je aangifte zei dat je geen inkomen hebt. Dus dat klopt gewoon niet. En je hebt boete openstaan bij de belastingdienst
- [medeverdachte] : moet dat echt snel oplossen.
- [verdachte] : en nu is het stil. En dat vertrouw ik niet.
- [medeverdachte] : ik ga die auto ff stil zetten man, in de garage. Moet dit echt snel oplossen.
- [verdachte] : en ik wil in het vervolg de rekeningen vanaf jouw rekening betalen. Want nu gaat alles via mij en ik heb dat geld niet. Straks moet ik gaan verklaren waarom ik jouw boetes betaal enz.
- [medeverdachte] : ja, zat daar ook aan te denken.
WhatsApp-gesprek van 26 september 2014:
- [medeverdachte] : is die credit card rekening 1800v of is dat met die boetes
- [verdachte] : ja
- [medeverdachte] : Sorry, had ik niet gelezen
- [verdachte] : in totaal
- [medeverdachte] : inclusief boetes en rekening van oma
- [verdachte] : nee oma komt erbij
- [medeverdachte] : ik geef het je vanavond
- [verdachte] : maar dat kan nog even wachten. Misschien wordt minder dan 150.
- [medeverdachte] : ik geef dat ook meteen. Dan ben ik er vanaf. Ik doe mn best om hier voor eind van het jaar vanaf te zijn. Ik had te hoge vaste lasten, ben dat nu aan het verminderen. Alleen mn appartementen zijn 5500 per maand totaal.
WhatsApp-gesprek van 3 november 2014 (zakelijk weergegeven):
- [verdachte] : ik heb die man gebeld. Hij komt rond 14:00 uur.
- [medeverdachte] : heb je het geld kunnen regelen.
- [verdachte] : ik heb tegen hem gezegd dat familie het geld bij elkaar heeft geraapt. En hij had het over je auto. (vermoedelijk door de man): Zou zonde zijn als ik die mooie witte Audi in beslag moet nemen….
- [verdachte] : ik heb ook gezegd dat je veel in het buitenland bent.
- [medeverdachte] : ik ga hem zo bellen om te zeggen dat 15:00 uur beter uit komt. Echter vervelend dat het zo ver moet komen.
- [verdachte] : ja lesje ff. Belastingdienst maakt geen grap.
- [medeverdachte] : thanks voor alles!!
WhatsApp fragment van 3 november 2014 en 4 november 2014 (zakelijk weergegeven):
- [verdachte] : onder kopje betalen staat rekeningnummer.
- [medeverdachte] op 4 november: het is eindelijk opgelost! Ik stuur het omdat ma me elke dag hetzelfde vraagt
- [verdachte] : gelukkig, nu kijken wat er voor 2013 gebeurt.
- [medeverdachte] : ik dacht dat dat hier ook was inbegrepen
- [verdachte] : nee, je doet in 2014 aangifte over 2013.
- [verdachte] : dat is gebeurd, maar de vraag is of ze die aangifte gaan controleren. Kans is gezien het verleden groot. Omdat er ook geen opgaaf van inkomen is geweest.
- [medeverdachte] : ja en nu ben ik op de radar met m’n witte auto.
- [verdachte] : je zou je uit Nederland moeten uitschrijven om er vanaf te zijn, bij wijze van
- [medeverdachte] : maar dat kan ik niet doen, ik ga volgend jaar iets kopen
- [verdachte] : met welk inkomen?
- [medeverdachte] : een investering vanuit [bedrijf] en dat geef ik dan aan hem
- [verdachte] : kan je niet als schoonmaker op de loonlijst daar?
- [medeverdachte] : nee hahahah
- [medeverdachte] : ik wil hem daar niet mee lastig vallen. Ik ga iets overnemen volgend jaar. Een zaak. Iemand heeft ons ook een hostel aangeboden. [naam 1] heeft daar meer ervaring mee en zou het kunnen opknappen. Maar ik houd je op de hoogte.
Wetenschap/verklaring verdachte
Verdachte heeft steeds ontkend te hebben geweten dat het geld dat zij van [medeverdachte] ontving van door hem begane strafbare feiten afkomstig was. Geconfronteerd met de inhoud van de hiervoor vermelde WhatsApp-gesprekken en op de vraag aan verdachte waarom zij [medeverdachte] het advies gaf om zichzelf ergens op een loonlijst terecht te laten komen, omdat het niet logisch is dat hij 0 euro inkomsten zou hebben en wel belasting betaalde voor een dure auto, heeft verdachte zich bij de FIOD beroepen op haar zwijgrecht.Bij de rechter-commissaris heeft verdachte hierover verklaard dat ze bedoelde dat [medeverdachte] zijn zaken moest gaan regelen. Ook verklaarde verdachte bij de rechter-commissaris dat zij wist dat [medeverdachte] geen inkomsten opgaf bij de Belastingdienst en dat hij ook geen gokwinsten opgaf.
Op de vraag of verdachte wist wat [medeverdachte] deed waardoor hij zoveel contant geld in bezit had, antwoordde verdachte: “Ik heb nooit gedacht dat hij bezig was met criminele activiteiten. Ik heb wel eens een aantal keren gedacht dat dit niet helemaal klopte”.Verdachte heeft haar broer nooit gevraagd waar het contante geld vandaan kwam.
Oordeel rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van witwassen, waarbij door [medeverdachte] uit misdrijf verkregen gelden via de bankrekeningen van verdachte werden omgezet. Met betrekking tot de wetenschap van verdachte over de herkomst van de gelden overweegt de rechtbank het volgende.
Op grond van de inhoud van de WhatsApp-gesprekken, de handelswijze met betrekking tot het gebruik van haar bankrekening (creditcard) door [medeverdachte] , de omslachtige wijze van betaling van de rekeningen van [medeverdachte] (o.a. door geld van haar rekening naar die van [medeverdachte] over te maken, zodat hij zijn huur kon betalen) waarbij verdachte aanzienlijke bedragen in contanten van [medeverdachte] ontving – waarmee soms ongebruikelijke coupures waren gemoeid –, dit alles in de wetenschap dat [medeverdachte] geen inkomsten aan de Belastingdienst opgaf, moet verdachte op zijn minst genomen redelijkerwijs het vermoeden hebben gehad of had zij moeten vermoeden, dat de contante geldbedragen die zij van [medeverdachte] ontving, van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank betrekt hierbij dat uit de hiervoor aangehaalde feiten en omstandigheden blijkt dat verdachte niet slechts de financiële administratie van [medeverdachte] op orde heeft gebracht, in die zin dat zij slechts openstaande rekeningen voor hem betaalde. Verdachte heeft tevens haar creditcard gedurende een lange periode aan [medeverdachte] ter beschikking gesteld, waarmee hij aanzienlijke bedragen betaalde, geld ten behoeve van de betaling van de huur van zijn woning aan hem overgemaakt en op enig moment besproken dat [medeverdachte] geld op haar rekening zou storten ten behoeve van de aankoop van bitcoins. Bovendien wist verdachte dat haar broer er een luxe levensstijl op nahield, nu zij op de hoogte was van de aanschaf door [medeverdachte] van een BMW X6 alsmede van het gegeven dat [medeverdachte] de beschikking had over meerdere appartementen. Ook gaf zij [medeverdachte] adviezen op welke wijze hij uit beeld kon blijven van de belastingdienst.
Ten aanzien van de pleegperiode gaat de rechtbank gelet op de inhoud van de genoemde WhatsApp-gesprekken er vanuit dat deze handelingen tenminste heeft plaatsgevonden in de periode van 1 januari 2013 tot en met 24 augustus 2015. Daarbij wijst de rechtbank op het WhatsApp-gesprek van 3 december 2013 waar gesproken wordt over stortingen in verband met de aankoop van bitcoins en verdachte zegt dat [medeverdachte] dit jaar al veel op haar rekening heeft gestort.
Hoewel de frequentie van de contante stortingen op haar bankrekening, de vele rekeningen die vervolgens werden voldaan en de duur van de periode waarin dit alles plaatsvond, de conclusie rechtvaardigt dat verdachte van het witwassen een gewoonte maakte, kent het Wetboek van Strafrecht bij de schuldvariant (artikel 420quater) niet de specialis van gewoontewitwassen. Wel zal de rechtbank bij de strafmaat meewegen dat de verdachte zich gedurende een langere periode schuldig heeft gemaakt aan schuldwitwassen.