ECLI:NL:RBNHO:2016:11049
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling gesteld na einduitspraak
Op 26 september 2016 heeft verzoeker schriftelijk een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. S. Slijkhuis, de rechter in de hoofdzaak, die op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan. De wraking is ingediend na de einduitspraak, wat in strijd is met de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Artikel 8:15 van de Awb stelt dat een partij een rechter kan wraken op basis van feiten die de partijdigheid van de rechter in twijfel kunnen trekken. Echter, artikel 8:16, eerste lid, van de Awb vereist dat een wrakingsverzoek vóór de uitspraak in de hoofdzaak wordt ingediend. Aangezien de uitspraak in de hoofdzaak al had plaatsgevonden, was het wrakingsverzoek niet ontvankelijk.
De wrakingskamer heeft in overeenstemming met het wrakingsprotocol van de rechtbank besloten het verzoek tot wraking wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling te stellen. De beslissing is op 25 november 2016 openbaar uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en de griffier was aanwezig. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de zaak definitief is afgesloten zonder verdere mogelijkheid tot beroep.