Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
verweerder in reconventie
eiseres in reconventie
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiser, een voormalig chauffeur, een vordering ingesteld tegen Jan de Wit Groepsvervoer N.V. voor betaling van een buitenlandtoeslag die hij meent niet te hebben ontvangen tijdens zijn dienstverband. De vordering is ingesteld op 12 april 2016, en de zitting vond plaats op 20 oktober 2016. Eiser stelt dat hij recht heeft op een netto vergoeding van € 5,73 per dag voor meerdaagse reizen, zoals vastgelegd in de cao voor het Besloten Busvervoer. Jan de Wit betwist deze vordering en stelt dat de buitenlandvergoeding contant aan eiser is betaald door de reisleider, wat eiser ontkent. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser contant geld ontving na buitenlandritten, maar dat dit niet als buitenlandvergoeding kan worden aangemerkt. De rechter concludeert dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd dat hij de vergoeding niet heeft ontvangen en wijst de vordering af. Tevens worden de proceskosten aan eiser opgelegd. In reconventie heeft Jan de Wit een schadevergoeding geëist, maar ook deze vordering is afgewezen. De proceskosten in reconventie worden vastgesteld op nihil, omdat er geen antwoord is ingediend door eiser.