Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
15 mei 2016 heeft [werkneemster] de Espresso Lounge voor eigen rekening en risico geëxploiteerd. Zij heeft de winst uit onderneming uit die periode ook behouden. De schuldbekentenis betrof voorraad die [werkneemster] heeft overgenomen van Espresso Lounge B.V. op 1 januari 2016. [werkneemster] had immers geen eigen middelen om de voorraad direct zelf te bekostigen.
Indien het verzoek van [werkneemster] wordt toegewezen, verzoeken verweerders dat [werkneemster] wordt veroordeeld tot afdracht aan Mare dan wel [verweerder] van de in goede justitie te betalen winst van de onderneming over de periode van 1 januari 2016 tot en met 15 mei 2016, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, dan wel wettelijke rente, vanaf 15 mei 2016 tot aan de dag van algehele voldoening.
5.De beoordeling
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat er vanaf 1 januari 2016 geen dienstbetrekking meer was tussen [werkneemster] en Espresso Lounge, nu [werkneemster] voor zichzelf werkte, geen loon meer werd betaald en ook geen gezagsverhouding bestond tussen haar en Espressolounge B.V. De kantonrechter stelt vast dat de arbeidsovereenkomst tussen [werkneemster] en Espressolounge B.V. op 1 januari 2016 met wederzijds goedvinden is geëindigd. Voorts is niet komen vast te staan dat er een arbeidsrelatie was tussen [werkneemster] en Mare of [verweerder] .
6.De beslissing
14 december 2016 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.