ECLI:NL:RBNHO:2016:11024
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Th.S. Röell
- J.M. Janse van Mantgem
- H.M. van Dam
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens gebrek aan grond voor vrees onpartijdigheid rechter
Op 28 oktober 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zitting houdende in de wrakingskamer, een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een strafzaak. Het verzoeker was gericht tegen mr. E.J. Bellaart, de rechter in de hoofdzaak. Verzoeker stelde dat hij door de rechter in zijn verdediging was belemmerd, omdat hij slechts een dagvaarding had ontvangen en geen toegang had gekregen tot het procesdossier. Dit zou volgens hem hebben geleid tot een schending van zijn recht op een goede verdediging.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de subjectieve en objectieve toets voor vrees van onpartijdigheid. De rechtbank concludeerde dat de feiten en omstandigheden die verzoeker naar voren had gebracht, geen grond opleverden voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding was. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden kunnen weerleggen.
De wrakingskamer stelde vast dat verzoeker niet had verzocht om inzage in het procesdossier, wat gebruikelijk is in strafzaken. De rechtbank oordeelde dat de uitleg die de rechter aan verzoeker had gegeven over de gang van zaken omtrent het verstrekken van processtukken niet kon leiden tot de conclusie dat er sprake was van onpartijdigheid. De rechtbank wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de hoofdzaak niet in behandeling zou worden genomen, om misbruik van het rechtsmiddel te voorkomen.