ECLI:NL:RBNHO:2016:1099

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 februari 2016
Publicatiedatum
12 februari 2016
Zaaknummer
HAA 15-4447
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake betalingsonmacht griffierecht

Op 8 februari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposante tegen een eerdere uitspraak waarbij haar beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De opposante had beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit van de Belastingdienst over haar verzoek tot (her)berekening van belasting over de jaren 2007 tot en met 2012. De rechtbank had op 6 november 2015 het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de opposante verzuimd had het griffierecht te voldoen.

In de verzetzaak beoordeelt de rechtbank of de eerdere uitspraak terecht was gedaan. De rechtbank stelt vast dat de opposante een beroep op betalingsonmacht had moeten doen binnen de betalingstermijn zoals vermeld op de nota griffierecht. Ondanks dat de nota aangaf dat er geen mogelijkheden waren voor vrijstelling of vermindering van het griffierecht, heeft de rechtbank de opposante alsnog de kans gegeven om haar betalingsonmacht aan te tonen. De opposante heeft financiële gegevens overgelegd die haar betalingsonmacht onderbouwen.

De griffier heeft op 2 februari 2016 aan de opposante meegedeeld dat zij (voorlopig) voldoet aan de criteria voor betalingsonmacht. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzet gegrond is, wat betekent dat de eerdere buiten-zittinguitspraak vervalt en het onderzoek in de zaak hervat zal worden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 15/4447

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 februari 2016 op het verzet van

[opposante] , te [woonplaats] , opposante.

Procesverloop

Opposante heeft tegen het uitblijven van een besluit van de ontvanger van de Belastingdienst op haar verzoek tot (her)berekening over de jaren 2007 tot en met 2012, beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 6 november 2015 heeft de rechtbank dat beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Opposante heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat de rechtbank tot de conclusie is gekomen dat opposante heeft verzuimd het griffierecht te voldoen.
2. In deze verzetzaak beoordeelt de rechtbank uitsluitend of zij in de buiten-zittinguitspraak terecht heeft geoordeeld dat buiten redelijke twijfel is dat het beroep niet-ontvankelijk is.
3. Opposante voert tegen de uitspraak van de rechtbank aan dat zij een beroep wil doen op betalingsonmacht ten aanzien van het griffierecht.
4. De rechtbank stelt voorop dat opposante een beroep op betalingsonmacht uiterlijk binnen de betalingstermijn als vermeld op de nota griffierecht had moeten doen. In de omstandigheid dat in de nota was vermeld dat er geen wettelijke mogelijkheden zijn om vrijstelling of vermindering van het griffierecht te krijgen, heeft de rechtbank echter aanleiding gezien opposante alsnog in de gelegenheid te stellen haar betalingsonmacht aan te tonen. Opposante heeft vervolgens financiële gegevens overgelegd.
5. Bij brief van 2 februari 2016 heeft de griffier van de rechtbank aan opposante meegedeeld dat opposante (voorlopig) voldoet aan de criteria van betalingsonmacht. Opposante is erop gewezen dat dit een voorlopig oordeel is en dat de rechter die de bodemzaak behandelt, definitief zal beslissen op haar beroep op betalingsonmacht.
6. Gelet op het voorgaande zal het verzet gegrond worden verklaard. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak vervalt en de rechtbank het onderzoek hervat in de stand waarin dat zich bevond voordat die buiten-zittinguitspraak werd gedaan. De zaak kan hierna eventueel op een zitting behandeld worden.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.K.A. Efstratiades, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen in de bodemzaak op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.