ECLI:NL:RBNHO:2016:10774

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 december 2016
Publicatiedatum
23 december 2016
Zaaknummer
760113-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen en bezit van kinderporno door minderjarige

Op 22 december 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. De zaak betreft ontuchtige handelingen en het bezit en verspreiden van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging. De verdachte is beschuldigd van het masseren van de ontblote voeten van een minderjarige en het likken aan de tenen, alsook van het in bezit hebben en verspreiden van afbeeldingen met seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken zijn. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en diverse proces-verbaal van bevindingen. De rechtbank oordeelt dat de handelingen van de verdachte als ontuchtige handelingen in de zin van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht moeten worden aangemerkt. De verdachte heeft een gewoonte gemaakt van het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno, wat ernstige gevolgen heeft voor de betrokken kinderen. De rechtbank legt een voorwaardelijke PIJ-maatregel op, met bijzondere voorwaarden zoals toezicht door de reclassering en behandeling bij een instelling. De rechtbank benadrukt het verhoogde recidivegevaar en de noodzaak van adequate controle en begeleiding.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd
Locatie Haarlem
Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummers: 15/760113-15; 15/760058-14 (ttz. gev.) (P)
Uitspraakdatum: 22 december 2016
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting met gesloten deuren van 8 december 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A. van Eck en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. B.J. de Groot, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
15/760113-15:
Feit 1:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 juli 2014 tot en met 18 september 2015 te [plaats] , in elk geval in Nederland, afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of video('s) en/of (een) film(s) - en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) - in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt ( [nummer] )
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt ( [nummer] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [nummer] )
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of
het zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [nummer] ),
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 juli 2014 tot en met 25 januari 2015 te [plaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeelding(en), te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s) (op Instagram en/of Twitter) heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
( [nummer]
)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt ( [nummer] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [nummer]
)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt [nummer] )
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
15/760058-14 (ttz. gev):
hij op of omstreeks 2 september 2014 te [plaats] , met [naam] , geboren op [geboortedatum] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het masseren van de (ontblote) voet(en) van die [naam] en/of
- het likken en/of zuigen en/of kussen (met zijn, verdachtes, tong/mond) aan/van de (ontblote) te(e)n(en) en/of voet(en) van die [naam] .

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaken, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de bij dagvaarding met parketnummer 15/760113-15 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en het bij dagvaarding met parketnummer 15/760058-14 ten laste gelegde feit.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ter zitting gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank of de bij dagvaarding met parketnummer 15/760058-14 omschreven handelingen als ontuchtige handelingen in de zin van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht kunnen worden aangemerkt.
De bij dagvaarding met parketnummer 15/760113-15 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten kunnen volgens de raadsvrouw wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de bij dagvaarding met parketnummer 15/760113-15 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer] , opgemaakt door verbalisant [naam] d.d. 21 juli 2015 (dossierpagina 15-16);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal beoordeling beeldmateriaal met nummer [nummer] met bijlage opgemaakt door verbalisant [naam] d.d. 24 september 2014 (dossierpagina 32);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met nummer [nummer] , met bijlagen, opgemaakt door verbalisant [naam] d.d. 5 augustus 2015 (dossierpagina 50-53);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal beoordeling beeldmateriaal met nummer [nummer] met bijlage opgemaakt door verbalisant [naam] d.d. 9 februari 2015 (dossierpagina 105);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal beoordeling beeldmateriaal met nummer [nummer] met bijlage opgemaakt door verbalisant [naam] d.d. 10 maart 2015 (dossierpagina 108);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal beoordeling beeldmateriaal met nummer [nummer] met bijlage opgemaakt door verbalisant [naam] d.d. 10 juni 2015 (dossierpagina 111);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal beoordeling beeldmateriaal met nummer [nummer] met bijlage opgemaakt door verbalisant [naam] d.d. 12 maart 2015 (dossierpagina’s 115-118);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal met nummer [nummer] opgemaakt door verbalisant [naam] d.d. 21 oktober 2015 (dossierpagina’s 167-169);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal bevindingen [naam] gesprekken met nummer [nummer] met bijlagen opgemaakt door verbalisant [naam] d.d. 16 december 2015 (dossierpagina’s 178-302).
De rechtbank komt tevens tot bewezenverklaring van het hem ten laste gelegde feit onder parketnummer 15/760058-14 op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [naam] met nummer [nummer] - [nummer] opgemaakt door verbalisanten [naam] en [naam] d.d. 9 september 2014 (dossierpagina’s 15-21);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige [naam] met nummer [nummer] opgemaakt door verbalisanten [naam] en [naam] d.d. 11 september 2014 (dossierpagina 35-39).
3.3.
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat de in de tenlastelegging vermelde handelingen die verdachte op 2 september 2014 heeft verricht als ontuchtige handelingen in de zin van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht aan te merken zijn. Volgens vaste jurisprudentie is sprake van ontuchtige handelingen als het gaat om handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. Het doel van de zedelijkheidswetgeving is in dit kader het beschermen van de seksuele integriteit van personen, die daartoe zelf niet in staat zijn.
De vraag of er sprake is van ontucht moet worden beantwoord in het licht van de omstandigheden van het geval. Verdachte heeft als destijds 16-jarige een voor hem onbekend 7-jarig jongetje benaderd met de vraag of hij zijn voeten mocht masseren. Het jongetje moest daarvoor op een boomstam in nabijgelegen bosjes plaatsnemen. Vervolgens heeft verdachte de blote voet van het jongetje gemasseerd en daarna aan die voet en tenen gelikt en gezogen. Ter zitting heeft hij verdachte de feitelijkheden bekend en aangegeven dat hij voeten en tenen heel aantrekkelijk vindt, dat hij daar een fijn gevoel bij kreeg en dat hij het opwindend vond.
Naar het oordeel van de rechtbank is in het licht van genoemde omstandigheden en in onderlinge samenhang bezien het masseren van en het likken en zuigen aan een blote voet en tenen aan te merken als een seksueel getinte aanraking die in strijd is met de sociaal-ethische norm.
3.5.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de bij dagvaarding met parketnummer 15/760113-15 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en het bij dagvaarding met parketnummer 15/760058-14 ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
15/760113-15:
Feit 1:
hij op tijdstippen in de periode van 31 juli 2014 tot en met 18 september 2015 te [plaats] , een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en video’s, in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en
het oraal en anaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen poseren in erotisch getinte houdingen op een wijze die niet bij hun leeftijd past en waarbij deze personen zich van hun kleding ontdoen en (waarna) door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van deze personen nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en billen in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en
het zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2:
hij op tijdstippen in de periode van 31 juli 2014 tot en met 25 januari 2015 te [plaats] , afbeeldingen, te weten foto's, op Instagram en Twitter heeft verspreid en zich daartoe met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit
het oraal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen, die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, in erotisch getinte houdingen op een wijze die niet bij hun leeftijd past en waarbij door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van deze personen nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en
het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het houden van een penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
15/760058-14:
hij op 2 september 2014 te [plaats] , met [naam] , geboren op [geboortedatum] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het masseren van de ontblote voet van die [naam] en
- het likken en zuigen met zijn, verdachtes, tong/mond aan de ontblote tenen en voet van die [naam] .
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
15/760113-15:
Feit 1:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
Feit 2:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
15/760058-14:
Met iemand beneden de leeftijd van 16 jaren buit echt ontuchtige handelingen plegen.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna te noemen: PIJ-maatregel) met de algemeen geldende voorwaarden en met als bijzondere voorwaarden:
  • dat verdachte zal meewerken aan reclasseringstoezicht;
  • dat verdachte zal meewerken aan een behandeling bij [instelling] of een soortgelijke instelling (ook als dat inhoudt libidoremmende middelen);
  • een locatieverbod, inhoudende dat verdachte niet mag verblijven in speeltuinen en parken zonder toezicht van volwassenen;
  • dat verdachte zal meewerken aan computertoezicht, in die zin dat verdachte zich op welke wijze dan ook onthoudt van
 het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met kinderen;
 gedragingen die zijn gericht op internet omgevingen waarin kinderporno materiaal kan worden verkregen;
 gedragingen die zijn gericht op internet omgevingen waarin over seksuele handelingen met kinderen wordt gecommuniceerd;
terwijl het daarop uitgeoefende toezicht mede kan bestaan uit controle van computers en andere apparatuur waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank zal bevelen dat deze voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Verder heeft de officier van justitie gevorderd dat één van de in beslaggenomen mobiele telefoons zal worden onttrokken aan het verkeer en dat de andere mobiele telefoon verbeurd zal worden verklaard.
6.2.
Standpunt van de verdachte/de verdediging
De verdediging heeft ter terechtzitting gesteld het eens te zijn met de omstandigheid dat verdachte ook de komende tijd begeleid zal moeten blijven. De verdediging verzoekt de rechtbank evenwel bij de beantwoording van de vraag in welk juridisch kader deze begeleiding gevat moet worden, te weten als voorwaarde verbonden aan een voorwaardelijke PIJ maatregel of als voorwaarde verbonden aan een voorwaardelijke jeugddetentie, rekening te houden met het feit dat verdachte zich al gedurende langere tijd op het goede pad begeeft. Hij volgt trouw therapie bij [instelling] , waar men voorzichtig positief over hem is. Ook is er sinds september 2015 op geen enkele gegevensdrager een ‘verkeerd’ plaatje aangetroffen. Tevens verzoekt de verdediging rekening te houden met de gedachte achter de Leidraad Sexting van het OM, de eerdere suïcidepogingen van verdachte, de omstandigheid dat verdachte reeds afstand heeft gedaan van zijn telefoon, terwijl daar geen verboden materiaal op aangetroffen is, het tijdsverloop in deze zaak, de beperkingen van verdachte ten tijde van de pleegdatum en de inhoud van de NIFP-rapporten. Ten slotte zet de verdediging vraagtekens bij de haalbaarheid van een locatieverbod.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van de volgende rapportages is gebleken:
  • het Pro Justitia rapport van [naam] , GZ-psycholoog van 21 november 2016;
  • het Pro Justitia rapport van [naam] , kinder- en jeugdpsychiater van 22 november 2016;
  • het voortgangsverslag toezicht van Reclassering Nederland van 23 november 2016;
  • het uitgebreid advies van de Raad voor de Kinderbescherming van 28 juni 2016.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ontuchtige handelingen door een onbekend jongetje van destijds zeven jaar oud op straat aan te spreken, mee te nemen naar de bosjes en daar de ontblote voet van dat jongetje te masseren en aan die voet en tenen te likken en te zuigen en daar ook een foto van te maken. Verdachte heeft aangegeven dit te hebben gedaan omdat hij het opwindend vond. Ook heeft verdachte het slachtoffertje gewaarschuwd om er tegenover niemand iets over te zeggen. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij, om in zijn behoefte aan genot te voorzien, misbruik heeft gemaakt van het overwicht dat hij als toenmalig 16-jarige op het slachtoffer had, zonder stil te staan bij de gevolgen die dit voor het jonge slachtoffertje zou kunnen hebben. Dit soort gedragingen vormen een aantasting van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en slachtoffers kunnen daarvan, naar de ervaring leert, nog gedurende langere tijd ernstige psychische gevolgen ondervinden.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het maken van een gewoonte van zowel het in bezit hebben als het verspreiden van kinderporno. De bij verdachte aangetroffen en door hem verspreide kinderporno betreft grotendeels afbeeldingen en filmpjes van jonge kinderen. Kinderporno is bijzonder schadelijk voor de betrokken kinderen omdat zij voor het maken ervan seksueel worden misbruikt en uitgebuit. Het moet als algemeen bekend worden verondersteld dat kinderen door betrokkenheid bij dit soort seksuele handelingen ernstige psychische schade kunnen oplopen, waarvan zij nog vele jaren later veel last kunnen blijven houden. Verdachte heeft door kinderporno te verzamelen en te verspreiden, een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de vraag naar deze beelden en – daarmee – aan het leed dat aan de betrokken kinderen wordt toegebracht.
Verdachte heeft zich op deze manier schuldig gemaakt aan het plegen van ernstige feiten en dat keurt de rechtbank scherp af.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 3 november 2016, waaruit blijkt dat verdachte in 2014 soortgelijke delicten heeft begaan, maar dat deze met een voorwaardelijk sepot zijn afgedaan.
Uit het psychiatrisch rapport en het psychologisch rapport blijkt, zakelijk weergegeven, dat de deskundigen het volgende vaststellen:
Er is bij betrokkene sprake van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens door pedofilie met een gerichtheid op pre-puberale jongens en een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens door zijn licht verstandelijke beperking en een psychomotore achterstand (als gevolg van de ziekte von Recklinghausen).
Betrokkene heeft een fascinatie om voeten van jongens te likken en te betasten (parafilie) en verder fantasieën over jongens, over seks met jongens, alsook anale seks.
Verdachte heeft volgens de deskundigen zeker weet gehad van het ontoelaatbare van zijn gedrag (gelet op het heimelijke karakter en zijn planning) maar lijkt op het moment zelf minder controle over zijn drang tot pedoseksueel handelen te hebben gehad. Door zijn lichtelijk verstandelijke beperking heeft hij minder overzicht en inzicht in sociale normen en beseft hij slechts in beperkte mate de consequenties van zijn handelen en het effect van grensoverschrijdend gedrag op kinderen.
Er is daarom een duidelijk verband tussen zijn ziekelijke stoornis en zijn gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en de hem ten laste gelegde feiten. De deskundigen achten betrokkene slechts in verminderde mate toerekeningsvatbaar.
In de kans op recidive speelt een belangrijke rol zijn pedofiele verlangens naar jongens en zijn licht verstandelijke beperking, waardoor hij minder dan een gemiddeld persoon overziet wat de consequenties voor het slachtoffer zijn en minder grip heeft op zijn verlangens, vooral in spanningsvolle periodes in zijn leven. In situaties waarin hij tegenslag ervaart of onder druk staat kan bij betrokkene het overzicht afnemen en het verlangen hem meer gaan beheersen, De spanning kan dan een uitweg vinden in pedofiele (chat)contacten. Ook is bekend dat seksuele voorkeuren niet zomaar veranderen. De deskundigen komen daarom tot een vrij hoog risico op recidive.
Voor het kunnen slagen van een behandeling is het nodig dat betrokkene een voldoende sterke stok achter de deur voelt welke hem weerhoudt de fout in te gaan.
Bij betrokkene is momenteel sprake van constructieve medewerking aan de ingezette ambulante behandeling bij [instelling] en hij haalt voldoening uit zijn werkzaamheden en het onderhouden van relaties op zijn werk en met vrienden. Onder de bezielende zorg van ouders, voor wie de verdere opvoeding van betrokkene een dagelijkse grote zorg is, vindt momenteel een positieve ontwikkeling bij betrokkene plaats. De zorg om betrokkenes welzijn en tegelijkertijd de noodzaak tot monitoring van betrokkene met betrekking tot zijn activiteiten buitenshuis en het gebruik van internet binnenshuis lijken evenwel veel te vragen van ouders en kunnen hun draagkracht overschrijden, wat weer tot toename van de stressgevoelens bij betrokkene kan leiden en zo weer recidive verhogend kan werken. De deskundigen achten het gelet op de positieve ontwikkeling van betrokkenen waardevol de huidige ingezette behandeling vanuit huis te continueren. Gemeend wordt dat met een voldoende controle en een voldoende sterke stok achter de deur het risico van recidive afdoende ingeperkt kan worden.
De deskundigen adviseren om aan betrokkene een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen met als bijzondere voorwaarden het houden aan de aanwijzingen van de Reclassering, waarbij hij zich aan de geboden behandeling via [instelling] dient te houden en/of een andere ambulante instelling mocht dit nodig blijken.
Er dient bovendien zicht gehouden te worden op de draagkracht van de ouders om in de thuissituatie voldoende controle op en sturing aan betrokkene te kunnen uitoefenen en ook dient ondersteuning aan ouders geboden worden om hun opvoedersrol in deze fase van de ontwikkeling van betrokkene te vervullen.
Indien betrokkene wederom zal recidiveren en de ambulante behandeling tezamen met de uitgevoerde controle door thuis en de reclassering onvoldoende soelaas zouden blijken te bieden, is een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel nog de enige mogelijkheid om betrokkene in het strafrechtelijke kader zo gunstig mogelijk verder te laten ontwikkelen en tegelijkertijd een beveiliging van de maatschappij te creëren.
De rechtbank kan zich vinden in de conclusies van de deskundigen, neemt deze over en maakt deze tot de hare.
De Raad heeft ter zitting nog naar voren gebracht dat de ouders van verdachte ontlast dienen te worden. Zij dienen ouders te zijn en geen controleurs. Gelet daarop adviseert de Raad alle controles van computer- en internetgebruik door de Reclassering te laten plaatsvinden. De Raad heeft verder aangegeven dat een eventueel op te leggen locatieverbod onder de aanwijzingen van de reclassering kan vallen en dus niet als afzonderlijke bijzondere voorwaarde hoeft te worden opgenomen.
De ter zitting aanwezige toezichthouder van de Reclassering heeft aangegeven dat hij de telefoon van verdachte regelmatig controleert, maar dat goed zou zijn als ook de politie op onverwachte momenten zou controleren. De Reclassering onderschrijft de stelling van de Raad dat het door de officier van justitie gevorderde locatieverbod onder de aanwijzingen van de reclassering kan vallen.
Gelet op genoemde rapportages en hetgeen door de deskundige [naam] ter zitting nader is toegelicht, acht de rechtbank een voorwaardelijke PIJ maatregel passend en geboden om verdachte te omgeven met voldoende waarborgen zodat herhaling van het plegen van vergelijkbare strafbare feiten voorkomen wordt. Als deze waarborgen onverhoopt niet afdoende blijken te zijn acht de rechtbank een gedwongen behandelkader noodzakelijk.
De rechtbank stelt vast dat aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van een PIJ-maatregel is voldaan. Het gepleegde feit is een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld en is omschreven in artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht.
Op grond van hetgeen de psycholoog, de psychiater en de Raad voor de Kinderbescherming in hun rapporten vermelden, is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat bij de verdachte ten tijde van het begaan van het misdrijf een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond en dat daarnaast de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen het opleggen van een PIJ-maatregel eisen. Bovendien is deze maatregel in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van verdachte.
De rechtbank ziet echter in de persoonlijke omstandigheden van verdachte aanleiding te bepalen dat deze maatregel vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat verdachte er voor het einde van die proeftijd van wordt weerhouden strafbare feiten te begaan.
Daarnaast acht de rechtbank verplichte begeleiding door Reclassering Nederland, een behandeling bij [instelling] of een soortgelijke instelling en toezicht noodzakelijk. Ook acht de rechtbank het van belang dat er toezicht wordt gehouden op het computer- en internetgebruik van verdachte. Dergelijke verplichtingen zullen als bijzondere voorwaarden aan de op te leggen maatregel worden verbonden.
De rechtbank ziet geen aanleiding een locatieverbod als bijzondere voorwaarde op te nemen, nu een dergelijke verbod indien noodzakelijk geacht, gevat kan worden in een aanwijzing van de Reclassering.
Dadelijk uitvoerbaar bijzondere voorwaarden
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen en gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, te weten ontuchtige handelingen. Gelet op het verhoogde recidivegevaar, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna te stellen voorwaarden en/of het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
De rechtbank zal, wegens het ontbreken van een lijst van inbeslaggenomen goederen, geen beslissing nemen over inbeslaggenomen mobiele telefoons, zoals door de officier van justitie is gevorderd.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
77a, 77g, 77s, 77x, 77y, 77z, 77gg, 77za, 240b, 247 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de bij dagvaarding met parketnummer 15/760113-15 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en het bij dagvaarding met parketnummer 15/760058-14 ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, met bevel dat deze maatregel
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaar;
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
  • medewerking verleent aan het (jeugd)reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich meldt bij Reclassering Nederland en zich daarna gedurende de proeftijd op door de Reclassering Nederland te bepalen tijdstippen dient te blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zo lang die instelling dat noodzakelijk acht;
  • zich verplicht onder behandeling zal stellen bij [instelling] of een soortgelijke instelling;
  • zal meewerken aan computertoezicht, in die zin dat verdachte zich op welke wijze dan ook onthoudt van
 het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met kinderen;
 gedragingen die zijn gericht op internet omgeving en waarin kinderporno materiaal kan worden verkregen;
 gedragingen die zijn gericht op internet omgeving en waarin over seksuele handelingen met kinderen wordt gecommuniceerd;
terwijl het daarop uitgeoefende toezicht mede kan bestaan uit controle van computers en andere apparatuur waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.
Geeft opdracht aan Reclassering Nederland, tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de op grond van artikel 77z gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 77aa uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Beveelt de opheffing van het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Mateman, voorzitter,
mr. W.C. Oosterbroek en mr. C.M. Cichowski-van der Kleijn, rechters, allen tevens kinderrechter,
in tegenwoordigheid van de griffier W. van den Bergh,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 december 2016.
Mr. W.C. Oosterbroek is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.