Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
in het incident en de hoofdzaak en het incident
“(…)In de ochtend van 13 augustus 2007 kwam er een vrachtwagen van Betjes Transport die 3 bundels staal kwam leveren. (…) Betjes Transport is één van de transportbedrijven waarvan de opleggers aan de zijwanden niet geopend kunnen worden. (…) Het zeil aan de bovenzijde van de oplegger kan wel als een soort harmonicagordijn opengeschoven worden. Dat heeft de chauffeur op die ochtend ook gedaan.(…) De bediening van de kraan is aan kabel verbonden die niet verder reikt dan net voor- en aan de binnenzijde van de roldeur. Als de kraan bediend moet worden is het absoluut niet mogelijk om in de laadruimte van de opleggers van Betjes Transport te kunnen kijken. Dit omdat het zeil aan de zijkant van de oplegger niet open kan.Het contact met de chauffeur vindt dan ook mondeling en zonder hulpmiddelen plaats. (…) Ik kan zonder problemen of belemmeringen praten en mij duidelijk maken tegenover de chauffeur van Betjes Transport.(…) Vervolgens heeft de chauffeur de strop van de bundel aan de haak gebonden, waarna hij het commando “omhoog” gaf. Dat heb ik ook gedaan. Toen de kraan een heel klein stukje de lading had opgetild hoorde ik de chauffeur roepen: “stop, stop, kom in de wagen, ik zit knel”, of woorden van soortgelijke strekking. (…)(…)(…) Het is absoluut niet zo dat ik op eigen initiatief ben gaan hijsen. Ik wacht op instructies van de chauffeur, zeker omdat hij niet binnen mijn gezichtsveld staat.(…)”
3.De vordering
vonnis, kosten rechtens;
Volgens [de werknemer] mocht zij het zeil op het dak en aan de zijkanten van de vrachtwagen niet gelijktijdig openen. Daarom was voor het lossen alleen het zeil op het dak open. Verder ontbrak in de laadruimte de mogelijkheid om de bundels te verankeren, waardoor de bundels konden schuiven in de laadruimte. Verder stelt [de werknemer] dat zij geen teken aan [x] heeft gegeven om het hijsen van de derde bundel te hervatten. Desondanks is dit wel gebeurd, waardoor zij een bundel van 1000 kilo op haar been kreeg.
Betjes heeft niet de maatregelen genomen en aanwijzingen gegeven die redelijkerwijze nodig waren om de schade te voorkomen. Zij heeft ook geen maatregelen getroffen om de communicatie bij Drai te verbeteren, bijvoorbeeld door middel van een portofoon.
Tot op heden heeft [de werknemer] pijnklachten aan het rechteronderbeen, is dat been beperkt belastbaar en is haar looppatroon gestoord. Daarbij komt dat [de werknemer] rugklachten heeft ontwikkeld en last heeft van aanhoudende hoofdpijn.
De schade van [de werknemer] bestaat uit de kosten van behandeling en genezing, verlies van arbeidsvermogenscapaciteit, kosten voor huishoudelijke hulp, verlies van zelfredzaamheid , gemist voordeel en de kosten van rechtskundige bijstand.
4.Het verweer
Betjes c.s. betwisten echter dat de zorgplicht is geschonden. Een instructie om het zeildoek op het dak en aan de zijkant niet gelijktijdig te openen ontbreekt volgens Betjes c.s. Verder betwisten Betjes c.s. dat de zijkant niet kon worden geopend omdat er daarvoor te weinig ruimte was en stellen zij dat [de werknemer] in de laadruimte zelfs bij een geopende zijkant niet zichtbaar was voor [x] . Voorts stellen Betjes c.s. dat een portofoon overbodig was, aangezien [de werknemer] en [x] zich op enkele meters afstand van elkaar bevonden en betwisten zij dat de lading niet kon worden vastgezet in de laadruimte.
Dat Betjes [de werknemer] niet zou hebben gewaarschuwd voor mogelijk letsel tijdens het lossen van de vrachtwagen bij Drai, maakt onder de gegeven omstandigheden nog niet dat Betjes in haar zorgplicht is tekort geschoten. [de werknemer] beschikte over de benodigde scholing, onder meer in veiligheidsaspecten, had ruime ervaring als vrachtwagenchauffeur en was bekend met de situatie bij Drai. Daarbij komt dat bij Drai sprake was van eenvoudige loswerkzaamheden van op zichzelf een ongevaarlijke lading, waarvoor naar de mening van Betjes c.s. geen afzonderlijke voorafgaande instructies waren vereist. Tot slot is het vast beleid dat bij problemen contact wordt opgenomen met Betjes. Dit heeft [de werknemer] niet gedaan, maar dat is ook begrijpelijk omdat niet direct sprake was van een mogelijk niet eenvoudig op te lossen probleem.
Het ongeluk is niet veroorzaakt door een tekortkoming van Betjes, maar enkel door een fout van [x] . Betjes had dit in alle redelijkheid niet kunnen voorkomen.
Ten aanzien van de provisionele vordering stellen Betjes c.s. dat [de werknemer] niet ontvankelijk is in haar vordering dan wel dat de vordering voor afwijzing gereed ligt. Ter onderbouwing stellen Betjes c.s. dat aan het samenhangvereiste met de bodemprocedure niet is voldaan, een spoedeisend belang ontbreekt en gelet op het gemotiveerde verweer onvoldoende aannemelijk is dat het provisioneel gevorderde in de hoofdzaak zal worden toegewezen. Tot slot stellen Betjes c.s. dat [de werknemer] heeft nagelaten de door haar geleden schade inzichtelijk te maken.