ECLI:NL:RBNHO:2015:9445

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 oktober 2015
Publicatiedatum
2 november 2015
Zaaknummer
15/871746-14
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overvallen en inbraken op Hi winkels door verdachte en medeverdachten

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 oktober 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met medeverdachten betrokken was bij meerdere overvallen en inbraken op Hi winkels, een dochteronderneming van KPN. De verdachte heeft een organiserende rol gespeeld en was betrokken bij de planning en uitvoering van de overvallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met zijn mededaders op 7 juli 2014 een overval heeft gepleegd op een Hi winkel in Zaandam, waarbij personeel onder bedreiging van geweld werd gedwongen tot afgifte van mobiele telefoons en geld. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan twee inbraken in Hi winkels, waarbij gebruik werd gemaakt van valse sleutels en toegangscodes van medewerkers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor afpersing en diefstal door twee of meer verenigde personen, en heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de impact op de slachtoffers en de grote schade die is veroorzaakt aan het bedrijf. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en heeft schadevergoedingen aan de benadeelde partijen moeten betalen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/871746-14 (P, onderzoek HI)
Uitspraakdatum: 30 oktober 2015
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8, 14, 15 en 16 oktober 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zwaag te Zwaag.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. van Oosten en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A.A. Bloemberg, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op of omstreeks 07 juli 2014 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van 106, althans meerdere telefoontoestellen en/of Euro 700,-, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan KPN en/of de Hi Winkel (gevestigd aan de Gedempte Gracht 16 A), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging
met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
- een (groot) mes, althans een scherp voorwerp, aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben getoond en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geschreeuwd/geroepen dat die [slachtoffer 1] mee moest werken en/of dat die [slachtoffer 1] mee moest lopen en/of waarbij hij, verdachte en/of en of meer van zijn mededader(s) met dat mes, althans dat scherpe voorwerp, in de richting van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gewezen en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat die [slachtoffer 1] op de grond moest gaan liggen en/of dat die [slachtoffer 1] zijn handen op zijn rug moest plaatsen en/of
- de voeten en de handen van [slachtoffer 1] met tie-rips heeft/hebben vastgebonden en/of
- heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat de (meegebrachte) tassen gevuld moesten worden met de telefoons uit de kluis en/of
- heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat het geld uit de kassalade gehaald moest worden;
(zaak Uiver)
feit 2
hij op of omstreeks 15 maart 2014 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel (gelegen aan de Gedempte Gracht 16-l6a) heeft weggenomen 80, althans een of meer telefoon(s) (ter waarde van ongeveer 25.187,09) en/of 350,00 Euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan KPN/HI, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten (een) sleutel(s) en/of toegangscode tot welk gebruik hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
(zaak Stork)
feit 3
hij op of omstreeks 25 april 2014 te Purmerend tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel (gelegen aan de Hooghstraat 5K) heeft weggenomen 80, althans een of meer telefoon(s) (ter waarde van ongeveer 30.210,00 Euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan KPN/HI, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten (een) sleutel(s) en/of (toegangs)code, tot welk gebruik hij, verdachte
en/of zijn medader(s) niet gerechtigd was/waren;
(zaak Valk)
feit 4
hij op of omstreeks 16 oktober 2013 te Haarlem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van 37, althans meerdere telefoontoestellen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan KPN/de Hi Winkel (gevestigd aan de Mentonpassage 13A), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) , welk geweld en/of
welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- een (groot) mes, althans een scherp voorwerp, aan die [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond en/of
- de handen van [slachtoffer 2] met tie-rips heeft/hebben vastgebonden en/of
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij op zijn buik moest gaan liggen en/of
- heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat de (meegebrachte) tassen gevuld moesten worden met de telefoons uit de kluis;
(zaak Yonkers)
feit 5
hij op of omstreeks 20 december 2013 te Purmerend, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3], heeft gedwongen tot de afgifte van 93, althans een hoeveelheid telefoontoestellen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Hi Winkel (gevestigd aan de Hoogstraat 5K), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
- een (groot) mes, althans een scherp voorwerp, aan die [slachtoffer 3] heeft/hebben getoond en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben geschreeuwd/geroepen “Dit is een overval” en/of dat die [slachtoffer 3] mee moesten lopen en/of waarbij hij, verdachte, met dat mes, althans dat scherpe voorwerp, in de richting van die [slachtoffer 3] wees en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben geschreeuwd/gezegd dat die [slachtoffer 3] de telefoons uit de kluis moest aangeven en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat die [slachtoffer 3] op zijn knieën moest gaan zitten en/of
- de handen en voeten van die [slachtoffer 3] met tie-rips heeft/hebben vastgebonden;
(zaak Chandler)
feit 6
hij op of omstreeks 10 maart 2014 te Zaandam, gemeente Zaanstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen telefoon(s) en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan KPN/Hi (filiaal zaandam) , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders) , en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s)
- de HI-winkel gelegen aan de gedempte gracht 16a te Zaandam is/zijn binnengegaan, (terwijl de overvaller vermomd was, althans een muts met flappen op had en/of een grote bril droeg en/of handschoenen droeg en/of een sporttas met zich meevoerde)
waarna hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s)
- tegen die [slachtoffer 1] (op dreigende en/of com[medeverdachte 1]derende toon) heeft/hebben gezegd: “loop naar achteren” en/of “naar achteren toe” en/of
- de rits van een sporttas heeft/hebben geopend, althans een beweging heeft/hebben gemaakt alsof hij, verdachte en/of zijn mededader(s) deze tas wilde openen en/of een voorwerp uit de tas wilden) halen en/of
- ( op dreigende en/of com[medeverdachte 1]derende toon) heeft/hebben gezegd, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voor de deur van de backoffice/magazijn stond(en) : “doe die deur open” en/of
- vervolgens de ruimte van de backoffice/het magazijn is/zijn binnengegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaak Struis)
feit 7
hij op of omstreeks 03 december 2014 te Utrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 7 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of ongeveer 0,19 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, althans bevattende een (ander) middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2.Voorvragen

2.1.
Geldigheid van de dagvaarding en bevoegdheid
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak.
2.2.
Beroep op de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie (feit 1)
Door de raadsvrouw is bepleit dat het Openbaar Ministerie ten aanzien van het eerste feit niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vervolging, nu door politieambtenaren in een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] kennelijk bewust en in strijd met de waarheid een belastende passage in het verhoor is blijven staan. Na vragen van de raadsvrouw is het verhoor selectief uitgewerkt waardoor de belastende verklaring is blijven staan en een ontlastende passage niet in de uitwerking is opgenomen. Dit is meer dan onzorgvuldig handelen en moet worden gezien als een ernstige inbreuk die is gemaakt op de beginselen van behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan. Gelet hierop kan niet worden volstaan met het enkel uitsluiten van het bewijsmiddel maar dient het Openbaar Ministerie ten aanzien van feit 1 niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn vervolging, aldus de raadsvrouw.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt. De rechtbank stelt vast dat het verhoor van getuige [getuige 1] dat zich in het dossier bevindt (zaaksdossier 01, map 02, pagina 810 e.v.) een samenvatting betreft van het verhoor van deze getuige. In dit verhoor is reeds door verbalisanten aangegeven dat de getuige niet zeker is van de door de raadvrouw bedoelde belastende passage in zijn getuigenverklaring. Op verzoek van de raadsvrouw is er door het Openbaar Ministerie eerstens voor gekozen deze belastende passage van het verhoor letterlijk te laten uitwerken. Later is het gehele verhoor verbatim uitgewerkt. Naar het oordeel van de rechtbank is met deze gang van zaken geen sprake van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Het Openbaar Ministerie is derhalve ontvankelijk in zijn vervolging.
2.3.
Geen redenen tot schorsing
De rechtbank heeft voorts vastgesteld dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van feit 5.
3.2.
Vrijspraak feit 5
Met de officier van justitie en de raads[medeverdachte 1] is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen verdachte onder feit 5 ten laste is gelegd, zodat hij van dat feit vrijgesproken moet worden.
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
3.3.1.
Inleidende opmerkingen
Vanaf juni 2013 hebben er in totaal zeven overvallen en twee inbraken plaatsgevonden op/in Hi telefoonwinkels, een dochteronderneming van telecombedrijf KPN. Elk van deze incidenten is eerst afzonderlijk onderzocht. Naar aanleiding van bevindingen in het onderzoek Uiver, de overval op de Hi winkel te Zaandam op 7 juli 2014, is vervolgens een overkoepelend onderzoek gestart onder de onderzoeksnaam Hi, dat zich heeft gericht op het onderzoek naar de betrokkenheid van verschillende personen bij de overval op de Hi winkel te Zaandam op 7 juli 2014 en de eerdere overvallen en inbraken op andere Hi telefoonwinkels. [2]
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt hieronder opgesomd van welke telefoonnummers de verschillende personen in het onderzoek gebruik maken, alsmede wordt vermeld hoe in dit vonnis naar deze telefoonnummers wordt verwezen:
- verdachte maakt onder meer gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 1] (hierna: [telefoonnummer 1]) [3] , [telefoonnummer 2] (hierna [telefoonnummer 2]) [4] , [telefoonnummer 3] (hierna: [telefoonnummer 3]) [5] , [telefoonnummer 4] (hierna: [telefoonnummer 4]) [6] , [telefoonnummer 5] (hierna: [telefoonnummer 5]) [7] , [telefoonnummer 6] (hierna: [telefoonnummer 6]) [8] , [telefoonnummer 7] (hierna: [telefoonnummer 7]) [9] , [telefoonnummer 8] (hierna: [telefoonnummer 8]) [10] , [telefoonnummer 9] (hierna: [telefoonnummer 9]) [11] , [telefoonnummer 10] (hierna: [telefoonnummer 10]) [12] en [telefoonnummer 11] (hierna: [telefoonnummer 11]) [13] ;
- [medeverdachte 1] maakt onder meer gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 12] (hierna [telefoonnummer 12]) [14] en [telefoonnummer 13] (hierna: [telefoonnummer 13]) [15] ;
- [medeverdachte 2] maakt gebruik van de telefoonnummers [telefoonnummer 14] (hierna: [telefoonnummer 14]) [16] , [telefoonnummer 15] (hierna: [telefoonnummer 15]) [17] , [telefoonnummer 16] (hierna [telefoonnummer 16]) [18] en [telefoonnummer 17] (hierna: [telefoonnummer 17]) [19] ;
- [medeverdachte 3] maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer 18] (hierna: [telefoonnummer 18]) [20] ;
- het telefoonnummer [telefoonnummer 19] (hierna: [telefoonnummer 19]) wordt gebruikt door een persoon die zich uitgeeft als zijnde medewerker van afvalverwerkingsbedrijf [afvalverwerkingsbedrijf]. [21] ;
- [getuige 2] maakt gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer 20] (hierna: [telefoonnummer 20]) [22] ;
- [getuige 3] maakt gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer 21] (hierna: [telefoonnummer 21]) [23] .
3.3.2.
Redengevende feiten en omstandigheden feit 1 (zaaksdossier 01, Uiver)
Op 21 juni 2014 wordt in de [winkel] in Utrecht een mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 1] aangeschaft. Het telefoontoestel wordt in de directe omgeving van de woning van verdachte geactiveerd en door hem in gebruik genomen. Tussen 28 juni 2014 en 7 juli 2014 heeft verdachte met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] diverse malen contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. [24]
Op 1 juli 2014 worden in de [winkel] de simkaarten en telefoontoestellen behorend bij telefoonnummers [telefoonnummer 12] en [telefoonnummer 2] door middel van een twee in één koop aangeschaft. Het telefoonnummer [telefoonnummer 12] wordt door [medeverdachte 1] in gebruik genomen, het telefoonnummer [telefoonnummer 2] wordt door verdachte in gebruik genomen. Beide telefoons zijn op 2 juli 2014 omstreeks 01:30 uur opgewaardeerd in de directe omgeving van de woning van verdachte. Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] van verdachte heeft enkel telefonisch contact met het telefoonnummer [telefoonnummer 12] van [medeverdachte 1] en is slechts actief in de periode van 2 juli tot en met 9 juli 2014. [25]
Verdachte heeft met telefoonnummer [telefoonnummer 1] in totaal 14 keer contact onderhouden met [medeverdachte 2] op het telefoonnummer [telefoonnummer 14]. Op 28 juni 2014 belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 1] om 21:09 uur gedurende 314 seconden uit naar het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. Om 21:15 en 21:17 uur belt verdachte gedurende 4 en 157 seconden met [medeverdachte 2].
Op 29 juni 2014 belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 1] om 12:37 uur uit naar [medeverdachte 1]. Om 12:41 uur belt verdachte gedurende 318 seconden uit naar [medeverdachte 2]. Om 13:06 uur belt verdachte gedurende 306 seconden uit naar [medeverdachte 1] en om 13:15 uur belt verdachte gedurende 118 seconden uit naar [medeverdachte 2]. [26]
Het telefoontoestel en de simkaart behorend bij telefoonnummer [telefoonnummer 19] is op 6 juli 2014 om 15:39 uur aangeschaft bij de [winkel] in Utrecht door een licht getinte [medeverdachte 1], gelijkend op verdachte. De [winkel] ligt op 1,4 kilometer afstand van de woning van verdachte. [27] Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van verdachte straalt om 15:59 uur een zendmast aan gelegen aan Hoog Catharijne 57, in de omgeving van het [winkel] filiaal. [28]
Op 6 juli 2014 om 15:44 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 2] naar [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 12]. Bij dit gesprek wordt een zendmast aangestraald in Utrecht. Het gesprek duurt slechts 4 seconden. Om 16:02 uur belt [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 12] naar verdachte op telefoonnummer [telefoonnummer 2], welk gesprek 32 seconden duurt. Tijdens dit gesprek wordt door beide mobiele telefoons een zendmast aangestraald in de omgeving van de woning van verdachte. [29] Om 17:11 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 1] naar [medeverdachte 2] op telefoonnummer [telefoonnummer 14]. Dit gesprek duurt 232 seconden. [30] Om 18:35 en 18:41 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] zendmasten aan in de directe omgeving van de woning van verdachte. [31]
Op 7 juli 2014 om 00:31, 00:58, 08:20 en 09:37 uur hebben verdachte (telefoonnummer [telefoonnummer 1]) en [medeverdachte 2] (telefoonnummer [telefoonnummer 14]) telefonisch contact. [32]
Verdachte maakt gebruik van een Opel Vectra met het kenteken [kenteken] (hierna: de Opel Vectra). [33] Om 10:07 uur rijdt de Opel Vectra op de Zuiderzeeweg te Amsterdam. [34] Om 10:28 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 1] naar [medeverdachte 2] op telefoonnummer [telefoonnummer 14] en straalt daarbij een zendmast aan in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [35] Om 10:32 uur is de Opel Vectra in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [36] Het telefoonnummer [telefoonnummer 19] wordt in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2] geactiveerd. [37] Uit onderzoek naar de in beslag genomen TomTom, aangetroffen in de Opel Vectra, blijkt dat het adres Gedempte Gracht 10 te Zaandam als
deletedadres is opgeslagen. De TomTom is fysiek aanwezig geweest in de omgeving van dit adres in Zaandam evenals van het adres [adres] te Amsterdam, zijnde het woonadres van [medeverdachte 2]. [38]
Vanaf 10 uur zijn [medeverdachte 1] (zijnde [medeverdachte 1]) en [slachtoffer 1] aanwezig in de Hi Winkel, gevestigd aan de Gedempte Gracht 16A te Zaandam, gemeente Zaanstad. De winkel opent die dag om 13:00 uur voor publiek. [medeverdachte 1] is winkelmanager en voert deze ochtend om 10:15 uur een
conference callmet andere winkelmanagers. Omstreeks 10:45 uur is de conference call afgelopen. [slachtoffer 1] is ondertussen bezig met het tellen van de telefoontoestellen in de kluis. [39] Om 11:08 uur belt telefoonnummer [telefoonnummer 19] naar de vaste telefoonlijn van de Hi Winkel in Zaandam. [medeverdachte 1] neemt de telefoon aan. In dit telefoongesprek wordt medegedeeld dat gebeld wordt namens [afvalverwerkingsbedrijf] en dat het vuilnis van de Hi Winkel te Zaandam buiten gezet dient te worden. Het telefoontoestel met telefoonnummer [telefoonnummer 19] bevindt zich dan in de buurt van de zendmast aan de Krimp in Zaandam. [40] Hierna zegt [medeverdachte 1] tegen [slachtoffer 1] dat hij is gebeld door [afvalverwerkingsbedrijf] en dat zij nu het vuilnis komt ophalen en de containers buiten gezet moeten worden. [41]
Uit nader onderzoek van de camerabeelden rond de Hi Winkel blijkt dat [medeverdachte 2] ten tijde van dit telefoongesprek geen telefoontoestel aan zijn hand heeft. [medeverdachte 2] droeg bij zijn aanhouding geen telefoontoestel bij zich. [42]
[medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] zetten vervolgens twee containers en een aantal zakken afval via de achterdeur buiten. [slachtoffer 1] ziet ineens een persoon (hierna: de overvaller) binnen staan. De overvaller draagt twee tassen in zijn hand, een sporttas en een gitaartas. De overvaller heeft een mes in zijn hand en staat voor [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1]. Hij wijst met het mes in de richting van [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1]. De overvaller schreeuwt tegen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] dat zij moeten meewerken. De overvaller schreeuwt dat [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] daarheen moeten en wijst naar de backoffice. Hij houdt daarbij het mes op [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] gericht. In de backoffice zegt de overvaller tegen [slachtoffer 1] dat hij op de grond moet gaan liggen en zijn handen op zijn rug moet plaatsen. Vervolgens draagt de overvaller [medeverdachte 1] op om de handen en voeten van [slachtoffer 1] met tie-rips vast te binden. [slachtoffer 1] wordt door [medeverdachte 1] met tie-rips vastgebonden. Hierna zegt de overvaller tegen [medeverdachte 1] dat hij de (door hem meegebrachte) tassen moest vullen met de telefoons uit de kluis. [medeverdachte 1] doet de telefoons uit de kluis in de tassen. De overvaller zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij het geld uit de kassa-lade moet halen. De overvaller vraagt hoeveel geld er in de kassa zit, waarop [medeverdachte 1] antwoordt dat er 350 euro in de kassa zit. [medeverdachte 1] gaat naar de frontoffice en haalt het geld. De overvaller pakt het geld aan en vouwt de biljetten samen. De overvaller stopt ze in zijn linker broekzak. [slachtoffer 1] weet dat het 7 biljetten van 50 euro moeten zijn, omdat hij de dagopbrengst in de kassa-lade heeft gedaan. De overvaller draagt [medeverdachte 1] op ook op de grond te gaan liggen en bindt de voeten en handen van [medeverdachte 1] vast met tie-rips. Hierna pakt de overvaller de tassen en loopt via de achterzijde het pand uit. [slachtoffer 1] weet snel los te komen en bevrijdt ook [medeverdachte 1]. [slachtoffer 1] belt de politie. [slachtoffer 1] verlaat ook via de achterzijde het pand en ziet de overvaller lopen met de twee tassen in zijn hand. [slachtoffer 1] ziet de overvaller naar hem kijken en de overvaller begint te rennen. [slachtoffer 1] achtervolgt de overvaller tot in de Zeemansstraat. De overvaller laat een van de tassen vallen. Vervolgens laat de overvaller de tweede tas vallen. [slachtoffer 1] pakt de overvaller bij zijn vest en geeft hem een vuistslag. [slachtoffer 1] houdt de overvaller vast. [43] Een aantal getuigen staat rond de overvaller en hij blijft zitten totdat de politie arriveert. [44]
Om 11:30 uur komen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ter plaatse in de Zeemansstraat. Op aangeven van [slachtoffer 1] en diverse omstanders houden zij de overvaller, zijnde [medeverdachte 2], aan. Op de grond bij [medeverdachte 2] worden twee zwarte sporttassen aangetroffen. De tassen zijn open en de verbalisanten zien dat er in de tassen diverse doosjes van mobiele telefoons zitten. Ook zien zij onder de tassen een mes liggen met een snijvlak van ongeveer 15 centimeter. [45] Een van de tassen is een gitaartas. [46] [medeverdachte 2] wordt aangehouden naast/achter de Opel Vectra, van verdachte, die geparkeerd staat in een parkeervak in de Zeemanstraat. [47] [medeverdachte 2] wordt door verbalisant [verbalisant 3] op de Zeemansstraat gefouilleerd. In zijn linker broekzak worden meerdere briefjes van 50 euro aangetroffen. [medeverdachte 2] zegt: ‘
Dat is kasgeld van die jongens in de winkel’. In de rechter broekzak worden twee doorzichtige latex handschoenen aangetroffen. [medeverdachte 2] zegt: ‘
Die heb ik gebruikt in de winkel’. [medeverdachte 2] draagt een zwarte stoffen band rond zijn nek en zegt ‘
Dat is een panty en die heb ik net gebruikt’. [48] In totaal worden bij verdachte 7 biljetten van 50 euro aangetroffen. [49]
Om 11:38 uur komen verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] ter plaatse bij de HI winkel. De voordeur wordt geopend door [medeverdachte 1]. Hij verklaart ten overstaan van verbalisant [verbalisant 4] ‘
Ik ben zojuist overvallen, mijn collega is achter de [medeverdachte 1] aan’ en ‘
Ik was samen met mijn collega in het magazijn. Vlak voor de overval belde “[afvalverwerkingsbedrijf]” naar de winkel toe met de vraag of wij het vuilnis buiten wilde zetten omdat ze in de buurt waren”. [50]
Het totaal aantal weggenomen telefoontoestellen uit de Hi Winkel bedraagt 106. [51]
Om 12:38 uur wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 3] geactiveerd en straalt daarbij een zendmast aan in de directe omgeving van de Hi winkel te Zaandam. Het eerste telefonisch contact is met het telefoonnummer van de vriendin van verdachte, [getuige 4]. Er vinden diverse gesprekken plaats tussen 12:40 en 13:12 uur. Om 13:13 uur wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 3] gebeld door het telefoonnummer op naam van [getuige 5], de moeder van verdachte. Om 13:24, 13:33 en 14:05 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 3] naar Marciano Ho. [52]
Getuige [getuige 6] verklaart dat hij op 7 juli 2014 is gebeld door verdachte die hem zei dat hij in Zaandam was. Verdachte heeft [getuige 6] gevraagd of hij hem wilde ophalen. [getuige 6] heeft verdachte op de grens van Amsterdam Noord en Zaandam opgehaald. Verdachte was te voet. [53]
Op 7 juli 2014 om 15:15 uur wordt voor de Opel Vectra van verdachte een parkeerboete uitgeschreven voor het parkeren bij een kaartautomaat zonder het aanbrengen van een kaart op de voorgeschreven wijze. De Opel Vectra staat geparkeerd in de Zeemansstraat. [54]
Om 16:31 uur wordt in de [winkel] in Utrecht het telefoontoestel met telefoonnummer [telefoonnummer 4] gekocht. [55] Om 16:55 uur wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 4] in de directe omgeving van de woning van verdachte geactiveerd. Verdachte belt met telefoonnummer [telefoonnummer 4] om 17:02 uur naar het telefoonnummer [telefoonnummer 18] van [medeverdachte 3].
Om 23:02 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 4] met zijn vriendin [getuige 4] en straalt tijdens dit telefoongesprek een zendmast aan in de omgeving van de Hi winkel te Zaandam. [56] Om 23:09 uur wordt de Opel Vectra ter zake van een snelheidsovertreding gefotografeerd op de Dr. J.M. den Uylweg ter hoogte van de Wibautstraat te Zaandam. Om vanuit de omgeving van de Hi winkel aan de Gedempte Gracht Zaandam te verlaten is het passeren van voornoemde kruising de meest logische route, nu in het verlengde van deze kruising de oprit van de rijksweg A8 is gelegen welke de Zaanstreek verbindt met Amsterdam. [57]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 4] van verdachte straalt op 8 juli 2014 om 00:41 uur een zendmast aan in de directe omgeving van de woning van verdachte. Verdachte belt met telefoonnummer [telefoonnummer 4] om 00:41 en 02:24 uur naar [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 13], maar er komen geen gesprekken tot stand. [58]
Om 10:07 uur wordt het telefoontoestel met telefoonnummer [telefoonnummer 5] gekocht bij de [winkel] in Utrecht. [59] Om 11:02 en 13:44 uur probeert verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 4] contact te leggen met [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 13], zonder resultaat. [60]
Tussen 13:35 en 19:34 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 5] zes keer naar [getuige 1]. [61] Getuige [getuige 1] verklaart dat hij op 8 juli 2014 is gebeld door verdachte die met hem wilde afspreken. Verdachte is bij [getuige 1] langsgekomen en verdachte vertelde hem dat [medeverdachte 2] een overval had gepleegd. Verdachte gaf [getuige 1] een tas met daarin spullen, onder andere het paspoort en een mobiele telefoon van [medeverdachte 2]. [getuige 1] moest deze tas bij zich houden. Verdachte vertelt [getuige 1] verder dat [medeverdachte 2] naar binnen is gegaan en dat de [medeverdachte 1] die werkte in de winkel [medeverdachte 2] van de vorige keer herkende. De [medeverdachte 1] wilde de held uithangen en was niet goed vastgemaakt door [medeverdachte 2]. De [medeverdachte 1] heeft [medeverdachte 2] gepakt. [62] Het telefoontoestel van telefoonnummer [telefoonnummer 5] van verdachte straalt in de avond zendmasten aan in Almere, de woonplaats van [getuige 1]. [63]
Om 23:36 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 4] wederom naar het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van verdachte [medeverdachte 1], ook nu komt geen gesprek tot stand. [64]
Op 9 juli 2014 om 01:31 uur stuurt [getuige 1] een sms-bericht naar verdachte op telefoonnummer [telefoonnummer 5]. [65] Om 9:01, 9:06, 9:43 en 12:31 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 4] naar het vaste telefoonnummer van de ouders van [medeverdachte 1], zonder resultaat. [66] Om 12:30 uur wordt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] aan hem teruggegeven. [67] Om 12:44 uur stuurt het telefoonnummer [telefoonnummer 4] van verdachte een sms-bericht naar telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. [68] Tussen 19:56 uur en 23:56 uur belt telefoonnummer [telefoonnummer 12] van [medeverdachte 1] zes keer naar het telefoonnummer [telefoonnummer 4] van verdachte. [69]
Op 10 juli 2014 wordt om 01:43 en 01:57 uur met telefoonnummer [telefoonnummer 12] van [medeverdachte 1] uitgebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer 4] van verdachte
Op 11 juli 2014 wordt om 14:39 uur gedurende 38 seconden door [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 12] uitgebeld naar het telefoonnummer van [getuige 4]. Om 14:53 uur wordt vervolgens door verdachte gedurende 39 seconden met telefoonnummer [telefoonnummer 22] gebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer 12] van [medeverdachte 1]. Vervolgens wordt verdachte op telefoonnummer [telefoonnummer 22] gedurende 313 seconden gebeld door telefoonnummer [telefoonnummer 12] van [medeverdachte 1]. [70]
Op 26 november 2014 omstreeks 14:20 uur is een verbalisant in het kader van het stelselmatig inwinnen van informatie de Hi winkel te Zaandam binnen gegaan en heeft hij een gesprek gevoerd met [medeverdachte 1], waarin hij verteld heeft dat hij werkzaam is voor een onderzoeksbureau en dat dit onderzoeksbureau een mogelijke dader op het spoor is gekomen. De verbalisant vertelt dat dit een Molukse man is uit Utrecht, waarna [medeverdachte 1] schrikt, zenuwachtig wordt en zijn hoofd rood is aangelopen. [71]
Op 26 november 2014 om 22:33 uur belt [medeverdachte 1] (C) met telefoonnummer [telefoonnummer 23] naar verdachte (S), in welk gesprek het volgende wordt besproken.
“S: Joo hoe heet het kan ik je zo ff heel snel, kan ik je zo terugbellen?
C: hoe laat, het is heel belangrijk, is wel belangrijk [verdachte] (fon)
S: O serieus, wat dan?
C: Ja [medeverdachte 1]. Ze zijn eh vandaag eh langs gekomen, ze hebben ie[medeverdachte 1]d, ze hebben wat gewoon. Eigenlijk moet ik je gewoon ff tackten (fon) weet je
S: Serieus?
C: Ja [medeverdachte 1] want eh, wat was er nou, ze hebben ie[medeverdachte 1]d private shit ingehuurd en die shit. Die mogen meer dingen checken en shit weet je
S: Ja
C: En die gast gaf me gewoon, hij zegt kan ik die mensen gewoon vertrouwen en shit, je weet toch die mensen die werkten. Hij zegt ik heb ie[medeverdachte 1]d uit Utrecht, een Molukse jongen op het oog.
S: Nee joh, fucking wacht
C: Ja [verdachte] (fon)
S: eh eh ok, kun je zo langs komen?
C: eh ff kijken, kijken, eh maar ja ik zit ff, kijk kunnen we niet halverwege meeten (fon). [72]
3.3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden feit 2 (zaaksdossier 03, Stork)
Op 26 februari 2014 zijn in één koop bij de [winkel] in Utrecht de simkaarten en telefoontoestellen behorend bij de telefoonnummers [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] aangeschaft. [73]
Op 9 maart 2014 belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 6] drie keer naar [getuige 2] met het telefoonnummer [telefoonnummer 20]. Om 22:22 uur stuurt [getuige 2] een sms-bericht naar het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van verdachte met de tekst ‘
Hee kerel ik koop ze allemaal maar onder Ong 40 precent vd officiële waarde’. [74] Om 22:36 uur voert [getuige 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 20] een Whatsapp-gesprek met [getuige 3] op het telefoonnummer [telefoonnummer 21]. [getuige 3] stuurt via Whatsapp berichten naar [getuige 2] met de tekst ‘
na morgen tijd en dan geef ik je de juiste prijzen’en
‘Samsung markt is kapot dus’ en ‘
Ik moet even goed checken’en ‘
Zodat we geen verlies maken’.[getuige 2] stuurt terug ‘
Oke als hij hem heeft’en
‘Belt ie dan spreken we af’. [75]
Op 13 maart 2014 om 20:29 uur sms’t [getuige 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 20] naar verdachte op het telefoonnummer [telefoonnummer 7] de berichten ‘
[adres]’en
‘IJsselstein’.Om 20:30 uur reageert verdachte met de tekst ‘
Ben er 20 min’. Vervolgens stuurt [getuige 2] de berichten
´[getuige 3] mocht dat ding door gaan’en
‘Kom ik za ze brengen naar beverwijk’naar [getuige 3] op telefoonnummer [telefoonnummer 21]. Door [getuige 3] wordt onder meer teruggestuurd ‘
Geef de prijzen door’, waarop [getuige 2] antwoordt met ‘
Ok’. [76]
De telefoontoestellen en simkaarten van telefoonnummers [telefoonnummer 23] en [telefoonnummer 9] zijn op 14 maart 2014 in één koop bij de [winkel] in Utrecht aangeschaft. Het telefoonnummer [telefoonnummer 23] wordt in gebruik genomen door [medeverdachte 1]. Het telefoonnummer [telefoonnummer 9] wordt in gebruik genomen door verdachte. Beide telefoonnummers worden op 14 maart 2014 tegelijk geactiveerd in Amsterdam Zuidoost. [77]
Op 14 maart 2014 vanaf omstreeks 16:10 uur bevindt de telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] zich in Amsterdam. [medeverdachte 1] wordt op dat moment gebeld door [getuige 7]. Vanaf 17:33 uur heeft [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] drie telefonische contacten met de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 7] van verdachte. [78] Bij het eerste telefonisch contact om 17:33 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 7] van verdachte een zendmast aan in Utrecht. [79] Bij het derde telefonisch contact om 17:57 uur bevindt het telefoonnummer [telefoonnummer 7] van verdachte zich in de directe nabijheid van de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1], te weten in Amsterdam Zuidoost. [80]
Op 15 maart 2014 omstreeks 8:00 uur verplaatst het telefoontoestel met telefoonnummer [telefoonnummer 18] in gebruik bij [medeverdachte 3] zich van Utrecht naar Amsterdam Zuidoost. [81] Om 07:57 en 8:08 uur straalt de telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 18] van [medeverdachte 3] de zendmast aan het Huntum 2 te Amsterdam Zuidoost aan. [82] [medeverdachte 3] verklaart dat hij naar Amsterdam is gereden en in Amsterdam als passagier heeft plaatsgenomen in de Renault waarmee hij naar Amsterdam reed. [83]
Om 9:03 uur rijdt een donkerkleurige Renault Laguna op het Rustenburg te Zaandam in de richting van de Vinkenstraat. Om 9:04 uur keert de auto op de Vinkenstraat (ter hoogte van de Hi winkel, parallel gelegen aan de Gedempte Gracht) en parkeert met zijn neus in de richting van het Rustenburg. Een blanke [medeverdachte 1] stapt uit de auto en loopt via de Westzijde naar de Gedempte Gracht. Om 9:11 uur verschaft de blanke man zich door middel van een sleutel de toegang tot de Hi Winkel gevestigd aan de Gedempte Gracht 16a te Zaandam, gemeente Zaanstad. [84] Het alarm wordt uitgeschakeld met gebruikmaking van de persoonlijke toegangscode van medewerker [getuige 7]. [85]
[medeverdachte 1] heeft een van de negen gecertificeerde sleutels van het winkelpand en een persoonlijke toegangscode. [86] De persoonlijke toegangscode is opgeschreven op de sleutelverklaring. Alle sleutelverklaringen liggen in de onderste kluis. Alle werknemers weten de code van deze kluis en hebben toegang tot deze kluis. In de week voor de inbraak op 15 maart 2014 vertelde verdachte aan [getuige 7] dat hij zijn sleutel kwijt was, en dat hij en [getuige 7] daarom bij het openen van de winkel de sleutel van [getuige 7] moest gebruiken. [87] Indien een medewerker binnen een uur voor openingstijd of een uur na sluitingstijd van de winkel middels een code het alarm uitschakelt, wordt dit niet gemeld aan de alarmcentrale. Wordt het alarm uitgeschakeld buiten dit tijdsbestek dan worden de alarmcentrale en de vestigingsmanager gebeld. Deze procedure is bekend bij de medewerkers. [88]
[medeverdachte 3] verklaart dat hij de blanke man is die op de camerabeelden van de winkel te zien is. [medeverdachte 3] heeft de sleutel van het pand van zijn mededader gekregen en ook naderhand aan hem heeft teruggegeven. De toegangscode kreeg [medeverdachte 3] ook van zijn mededader [medeverdachte 3] heeft verklaard dat deze mededader de sleutel ook gekregen zal hebben. De mededader vertelde [medeverdachte 3] dat de medewerkers van de Hi winkel om 10 uur in de winkel zouden komen. [medeverdachte 3] kent verdachte en herkent de Opel Vectra. [89]
Om 9:12 uur loopt [medeverdachte 3] via de tussendeur het magazijn in en opent de kluis met daarin de voorraad mobiele telefoons. Om 9:14 uur loopt [medeverdachte 3] naar de achterzijde van de winkel. Vervolgens komt een tweede persoon binnen. De tweede man draagt een donkere tas met wielen bij zich. [medeverdachte 3] en de tweede persoon halen om 9:16 uur de voorraadkast met mobiele telefoons leeg. Beide personen lopen vervolgens naar de achterzijde van de winkel. Om 9:16 uur verlaten zij de winkel en lopen met de tas naar de Renault Laguna. Vervolgens rijden zij in deze auto weg. [90]
Omstreeks 9:45 uur komt medewerker [getuige 8] bij de Hi winkel te Zaandam om te gaan werken. Zij ziet dat één van de sloten van de winkel niet op slot is gedaan. Het rolluik is half geopend. Het alarmsysteem gaat daarbij niet af. [getuige 8] voert haar persoonlijke alarmcode in en merkt dat het alarm wordt ingeschakeld in plaats van uitgeschakeld. [getuige 8] verstuurt via de groepsapp van de Hi medewerkers van de winkel op Whatsapp een bericht om 9:51 uur. Collega [getuige 9] arriveert op dat moment bij de winkel. Samen met [getuige 9] loopt [getuige 8] naar de achterzijde van de winkel en ziet dat er is ingebroken en dat de telefoonkluis leeg is. [91] Er zijn 80 mobiele telefoons weggenomen ter waarde van 24.187,09 euro. [92] Voorts is weggenomen een geldbedrag van 350 euro. De mobiele telefoons en het geld behoren toe aan KPN. [93]
Om 9:47 uur straalt de telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] de zendmast aan het Huntum 2 te Amsterdam Zuidoost aan. [94] Om 9:48 uur straalt ook de telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 18] van [medeverdachte 3] deze zendmast aan. [95] [medeverdachte 3] verklaart dat hij en zijn mededader zijn teruggereden naar de parkeerplaats in Amsterdam Zuidoost. Zijn mededader had een ontmoeting met een derde persoon. [96] Om 9:58 uur belt medewerker [getuige 8] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. [97] Om 10:02 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 18] van [medeverdachte 3] een zendmast aan in de omgeving van de Rijksweg A2 ter hoogte van Abcoude. Om 10:02 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 9] van verdachte naar [getuige 2] en straalt daarbij dezelfde zendmast aan. [98] [medeverdachte 3] verklaart dat hij de Renault op de parkeerplaats heeft laten staan om herkenning te voorkomen en samen met zijn mededader in één auto is teruggereden naar Utrecht. [99]
Om 10:13 uur straalt de telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] een zendmast aan in de directe omgeving van de Hi winkel in Zaandam. [100]
Om 10:29 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 9] van verdachte naar [getuige 2] op telefoonnummer [telefoonnummer 20]. De zendmast die door telefoonnummer [telefoonnummer 9] van verdachte wordt aangestraald staat in de nabijheid van de woning van [medeverdachte 3] te Utrecht waar [medeverdachte 3] toen stond ingeschreven. Om 10:52 uur sms’t [getuige 2] met telefoonnummer [telefoonnummer 20] naar verdachte op telefoonnummer [telefoonnummer 9] de tekst
‘Joh player ben je al onderweg’. [101]
Vanaf 12:03 uur stuurt [getuige 2] via Whatsapp meerdere foto’s naar [getuige 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 21] met daarop handgeschreven lijsten met namen mobiele telefoons, aantallen en prijzen. [getuige 3] stuurt [getuige 2] om 12:49 uur terug ‘
Ik heb het’en
‘Ik ga nu eracheraan’. [getuige 2] stuurt [getuige 3] om 13:05 uur een sms-bericht met de tekst ‘
Nieuw in doos uit de winkel nieuw nieuw’. [getuige 3] stuurt [getuige 2] om 14:14 uur twee handgeschreven lijsten met namen mobiele telefoons, aantallen en prijzen. [getuige 3] stuurt [getuige 2] om 14:22 uur een sms-bericht met de tekst ‘
Wij zijn nu aan het rekenen’. [102] Om 14:44 uur straalt de mobiele telefoon van verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 9] een zendmast aan te IJsselstein. [103] [getuige 2] woont in IJsselstein. [104]
Om 16:35 uur stuurt [getuige 2] aan [getuige 3] twee sms-berichten met de teksten
‘[getuige 3] 14 is laaste bod als je wil zeg maar’en
‘Gaat niet nog lager’.Om 16:55 uur stuurt [getuige 3] een sms-bericht aan [getuige 2] met de tekst ‘
Als we zien 14000 is goed’.Uit onderzoek naar de hierboven genoemde handgeschreven lijsten verzonden door [getuige 3] aan [getuige 2] komt naar voren dat het totaalbedrag op deze lijsten 14.025 euro is. [105] Voorts blijkt dat er in totaal 79 telefoontoestellen genoteerd staan. Bij de inbraak in de Hi winkel te Zaandam op 15 maart 2014 zijn 80 telefoontoestellen weggenomen. De op de notities geschreven 79 telefoontoestellen komen qua merken, types en soms kleur of andere bijzonderheden overeen met 79 van de 80 weggenomen telefoontoestellen. [106]
Om 16:33 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 9] naar [getuige 2]. Er wordt door de mobiele telefoon van verdachte een zendmast aangestraald in Rotterdam.
Om 17:58 en 18:32 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 9] naar [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 23]. Om 18:29 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 8] van verdachte een zendmast aan in Rotterdam. Om 18:42 uur rijdt de Opel Vectra van verdachte op de afrit A20 te Rotterdam. [107]
Om 21:07 uur belt [medeverdachte 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 18] naar verdachte op telefoonnummer [telefoonnummer 8]. Er vindt een gesprek van 58 seconden plaats. Het telefoonnummer [telefoonnummer 8] van verdachte straalt daarbij een zendmast aan in de omgeving van zijn woning in Utrecht. [108] Het telefoonnummer [telefoonnummer 18] van [medeverdachte 3] is eveneens in Utrecht en straalt een zendmast aan op het Gravelpad. [109]
Om 21:08 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 23] van [medeverdachte 1] een zendmast aan in Vleuten. Het telefoonnummer [telefoonnummer 23] heeft zich daarbij verplaatst vanuit Purmerend, waar het om 20:08 uur nog een zendmast aanstraalde, naar Utrecht. [110]
[medeverdachte 3] verklaart dat hij voor zijn aandeel in de inbraak 3.500 euro heeft ontvangen en dezelfde dag contant betaald heeft gekregen. [111]
Verbalisant [verbalisant 4] herkent [medeverdachte 3] als zijnde de blanke [medeverdachte 1]. [112] Verbalisant [verbalisant 5] herkent [medeverdachte 3] eveneens. [113] Na verhoor van [medeverdachte 3] relateren verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 6] dat zij verdachte [medeverdachte 3] herkennen op de schermafdrukken van de camerabeelden van zowel de Hi winkel te Zaandam op 15 maart 2014 als de Hi winkel te Purmerend op 25 april 2014. [114]
Twee verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] hebben onafhankelijk van elkaar aan de hand van camerabeelden vastgesteld dat de daders van de inbraak bij de Hi winkel in Purmerend op 25 april 2014 kennelijk dezelfde daders zijn als van de inbraak bij de Hi winkel in Zaandam op 15 maart 2014. [115]
3.3.4.
Redengevende feiten en omstandigheden feit 3 (zaaksdossier 02, Valk)
Op 24 maart 2014 om 12:29 uur straalt de mobiele telefoon van [medeverdachte 3] met telefoonnummer [telefoonnummer 18] een zendmast aan op het Gravelpad 1 te Utrecht. Om 12:42 uur straalt de mobiele telefoon van [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] dezelfde zendmast aan. [116]
Op 27 maart 2014 worden de mobiele telefoons met telefoonnummers [telefoonnummer 10] en [telefoonnummer 11] bij de [winkel] in Utrecht gekocht. [117] Telefoonnummer [telefoonnummer 10] wordt door verdachte in gebruik genomen op 29 maart 2014 om 18:13 uur. Het eerste contact vindt plaats om 20:37 uur als verdachte belt met [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 23]. Op 30 maart 2014 hebben [medeverdachte 1] en verdachte met voornoemde telefoonnummers telefonisch contact gedurende 256 en 184 seconden. Ook op 2, 3, 11, 12, 14, 17, 18 en 22 april 2014 hebben verdachte en [medeverdachte 1] met voornoemde telefoonnummers telefonisch contact. [118]
Op 23 april 2014 om 9:11 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 18] van [medeverdachte 3] een zendmast aan op het Waagplein in Purmerend. Het Waagplein is op loopafstand van de Hi winkel in Purmerend. [119]
Verdachte is in het bezit van een van de twee sleutels van een Opel Vectra met kenteken [kenteken] en maakt gebruik van deze auto die op naam van zijn moeder [getuige 5] staat. [120] Tussen 9:14 en 9:21 uur wordt de Opel Vectra met kenteken [kenteken] op vijf kentekenregistratiepunten vastgelegd. De Opel Vectra rijdt op dat moment over de provinciale weg N235 Purmerend in. [121] Om 9:42 uur wordt de Opel Vectra gefotografeerd ter zake van een verkeersovertreding op de Jaagweg te Purmerend, rijdende in de richting van Amsterdam. Op de foto van de verkeersovertreding is te zien dat de bestuurder van de Opel Vectra gelijkenis vertoont met verdachte. [122] Verdachte wordt door zijn moeder [getuige 5] herkend als de bestuurder van de Opel Vectra. [123]
Op 24 april 2014 belt verdachte om 0:38, 21:17, 21:21 en 21:48 uur met telefoonnummer [telefoonnummer 10] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 23] van [medeverdachte 1]. Omstreeks 21:47 uur rijdt de Opel Vectra via dezelfde route als de dag daarvoor Purmerend in. [124] Om 22:56 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer 8] van verdachte een zendmast aan in de directe omgeving van de Hi winkel in Purmerend. [medeverdachte 3] belt met telefoonnummer [telefoonnummer 18] naar verdachte op telefoonnummer [telefoonnummer 8]. [125] Om 23:14 uur rijdt de Opel Vectra via de Jaagweg Purmerend uit. [126]
Op 25 april 2014 om 7:15 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 8] van verdachte een zendmast langs de rijksweg A2 ter hoogte van Utrecht aan. Om 7:37 en 7:47 uur straalt dit telefoonnummer een zendmast aan in Amsterdam en om 7:59 uur een zendmast in Purmerend. [127]
Getuige [getuige 10] ziet omstreeks 8:45 uur dat een Opel Vectra voorzien van kenteken [kenteken 2] (
de rechtbank begrijpt [kenteken], gezien dossierpagina 358 in ZD02, map 02) wordt geparkeerd ter hoogte van de Nieuwe Gracht 13 te Purmerend en dat er twee personen uit de auto stappen. De bestuurder van de auto is een [medeverdachte 1] van buitenlandse afkomst. De bijrijder is een blanke [medeverdachte 1]. De bestuurder had witte stoffen handschoenen in de linker kontzak van zijn broek zitten. De twee personen hebben een steekkar en drie verhuisdozen bij zich. [128]
Om 9:02 uur komt een van de daders (hierna ook: dader 1) bij het rolluik van de Hi winkel aan de Hoogstraat 5k te Purmerend en opent het rolluik met een sleutel. De tweede dader (hierna ook: dader 2) komt vervolgens bij hem staan en heeft een steekkar en opgevouwen verhuisdozen bij zich. [129] Om 9:03 uur wordt het inbraakalarm van de Hi winkel aan de Hoogstraat 5k te Purmerend uitgeschakeld. [130] De toegangscode waarmee het alarm is uitgeschakeld behoort toe aan medewerker [getuige 11]. [131]
Dader 1 is om 9:03 uur in de winkel. Dader 2 wacht een halve minuut en gaat ook de winkel binnen. Dader 1 en 2 gaan de ruimte achter het winkelgedeelte binnen. Dader 2 komt vervolgens weer het winkelgedeelte binnen met een steekkar met daarop dozen. Dader 1 volgt dader 2. Om 9:06 uur verlaten dader 1 en 2 de winkel. Dader 2 loopt met de steekkar in de richting van de Nieuwstraat. [132] Getuige [getuige 12] ziet dat dader 1 het rolluik op slot draait met een sleutel. Dader 1 loopt ook in de richting van de Nieuwstraat. Dader 1 is een blanke man van ongeveer 25 jaar oud, ongeveer 1 meter 80 centimeter lang, slank postuur en kort donkerblond haar. [133]
Dader 1 en 2 lopen om 9:07 uur door de Zuidersteeg in de richting van de Nieuwstraat. [134] Getuige [getuige 10] ziet dat de twee personen die hij eerder zag weer terug komen met de steekkar en drie verhuisdozen. De twee personen zien er gehaast uit. De verhuisdozen zijn nu uitgeklapt. Een van de mannen plaatst de verhuisdozen in de Opel Vectra. Getuige [getuige 10] beschrijft de bestuurder als een man van buitenlandse komaf, mogelijk Hindoestaan of Indiër van tussen de 20 en 30 jaar oud en ongeveer 1 meter 70 tot 80 centimeter, met een hele lichte snor en zwart haar. De bijrijder wordt door [getuige 10] beschreven als een blanke man van ongeveer 1 meter 80 tot 90 centimeter en met kort blond haar. [135] Het signalement van deze twee personen bij de auto komt overeen met de personen op de beelden van de Hi-winkel in Purmerend. [136] Getuige [getuige 10] beschrijft de auto als zijnde een donkerblauwe sedan. [137] Op bewakingsbeelden van de parkeergarage aan de Nieuwstraat, met uitzicht op de Nieuwe Gracht, wordt gezien dat om 9:10 uur een Opel Vectra uit de Nieuwe Gracht komt.
Om 9:22 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 10] van verdachte naar [getuige 13], de vriendin van [medeverdachte 3]. Het telefoontoestel van telefoonnummer [telefoonnummer 10] straalt bij dit gesprek, dat slechts 3 seconden duurt, een zendmast aan in Ilpendam, nabij Purmerend. Om 9:25 uur wordt nogmaals gebeld en vindt een contact plaats van 53 seconden tussen het telefoonnummer [telefoonnummer 10] van verdachte en [getuige 13]. Het telefoontoestel van telefoonnummer [telefoonnummer 10] straalt bij dat gesprek een zendmast aan in Landsmeer. [138]
Tussen 9:18 en 9:29 uur rijdt de Opel Vectra via de provinciale weg N235 Purmerend uit en via de oprit van de Rijksweg A10 richting Amsterdam. [139]
Om 9:30 uur komt winkelmanager [slachtoffer 3] in de Zuidersteeg in Purmerend en treft daar zijn collega [getuige 14]. Samen gaan zij naar de Hi winkel aan de Hoogstraat 5k te Purmerend. [slachtoffer 3] opent met zijn sleutel het slot en opent het rolluik. Vervolgens loopt zijn collega [getuige 14] de winkel in om met zijn code het alarm uit te schakelen. [slachtoffer 3] hoort aan de pieptoon van het alarm dat het alarm wordt ingeschakeld in plaats van uitgeschakeld. [slachtoffer 3] loopt naar het magazijn en ziet dat de deur niet in het slot zit. De kassa lade ligt op het bureau. De kluis waar de mobiele telefoons in opgeslagen liggen is open en alle mobiele telefoons zijn weggenomen. [140] In totaal zijn 89 mobiele telefoons weggenomen met een totale waarde van 30.210 euro. De mobiele telefoons behoren toe aan KPN. [141]
[medeverdachte 1] heeft in de maanden voorafgaand aan de inbraak 5 keer voor manager [slachtoffer 3] ingevallen in de Hi winkel te Purmerend. Toen [slachtoffer 3] terugkwam heeft [slachtoffer 3] gezien dat medewerker [getuige 11] een lijst had gemaakt met de persoonlijke alarmcodes van de medewerkers. [slachtoffer 3] heeft deze lijst weggegooid. [142] [slachtoffer 3] heeft de lijst na de inbraak weggegooid. De lijst lag in het postvakje in de backoffice. [143] De persoonlijke code van [getuige 11] is zijn geboortedatum. [144]
Indien een medewerker binnen een uur voor openingstijd of een uur na sluitingstijd van de winkel door middel van een code het alarm uitschakelt, wordt dit niet gemeld aan de alarmcentrale. Wordt het alarm uitgeschakeld buiten dit tijdsbestek dan worden de alarmcentrale en de vestigingsmanager gebeld. Deze procedure is bekend bij de medewerkers. [145]
Twee verbalisanten hebben onafhankelijk van elkaar vastgesteld dat de daders van de inbraak bij de Hi winkel in Purmerend kennelijk dezelfde daders/personen zijn als van de inbraak bij de Hi winkel in Zaandam. [146] Na verhoor van [medeverdachte 3] relateren verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 6] dat zij [medeverdachte 3] herkennen op de schermafdrukken van de camerabeelden van zowel de Hi winkel te Zaandam op 15 maart 2014 als de Hi winkel te Purmerend op 25 april 2014. [147]
Om 19:18 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 10] naar [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 23]. Het gesprek duurt 339 seconden. Op 26 april 2014 vinden nog drie gesprekken plaats tussen verdachte en [medeverdachte 1]. [148]
Op 27 april 2014 bevinden de telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] en de telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 18] van [medeverdachte 3] zich in elkaars directe omgeving. Zij stralen beide de zendmast aan de Catharijnesingel 56 te Utrecht aan. [149]
Op 13 mei 2014 stuurt verdachte een sms-bericht naar [getuige 5] met de tekst ‘
Ja khad weer boete binne gekregen..was vd 23e..maar kheb al wat uang gelegd..en ook gelijk voor die ketel koste..en nog een btje extra’. [150]
Bij doorzoeking van de Opel Vectra met kenteken [kenteken] wordt een navigatiesysteem van het merk TomTom aangetroffen. Uit onderzoek blijkt dat het adres Hoogstraat 5 te Purmerend als
deletedadres is opgeslagen. [151] Voorts blijkt dat de TomTom fysiek aanwezig is geweest op onder meer de Nieuwgracht te Purmerend, vlakbij de Nieuwstraat aldaar. [152] [getuige 5] heeft verklaard geen adressen in Purmerend te hebben ingevoerd in de TomTom en voorts dat zij niemand kent in Purmerend. [153]
[medeverdachte 3] wordt op 24 september 2014 in verzekering gesteld op verdenking van betrokkenheid bij de bovengenoemde twee inbraken. [154]
Op de computer van verdachte wordt een screenshot van een Whatsapp-gesprek aangetroffen. Op het screenshot is het volgende bericht te zien, verstuurd op 30 oktober 2014 door de vriendin van [medeverdachte 3] mevrouw [getuige 13]:
‘Hoi, ik ben de vriendin van [medeverdachte 3], ik vind het een beetje stijlloos van je dat je gewoon totaal niets van je laat horen. Stijllos is nog zacht uitgedrukt misschien is het je even ontgaan maar ik zit hier alleen met een kind van 4 maanden oud zonder geld, dus jij mag nog van geluk spreken. Je mag uberhoub van geluk spreken. En het enige wat je in een situatie als deze zou kunnen doen is tenminste ons een beetje ondersteunen. En zelfs dat is te veel gevraagd. Ik hoop dat je lekker kan genieten straks van je eigen gezin en dat je elke nacht lekker slaapt. Want dat geluk heb ik namelijk niet fijne avond’
[medeverdachte 3] zat op 30 oktober 2014 gedetineerd. Verdachte is 3 december 2014 aangehouden. [155]
3.3.5.
Redengevende feiten en omstandigheden feit 4 (zaaksdossier 08, Yonkers)
Op 13 oktober 2013 belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 8] twee keer naar het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. [156]
Op woensdag 16 oktober 2013 zijn in de Hi winkel gevestigd aan de Menton Passage 13a te Haarlem aanwezig [slachtoffer 2] en winkelmanager [medeverdachte 1] (zijnde [medeverdachte 1]). [157]
Om 14:27 uur wordt met de OV-chipkaart op naam van [medeverdachte 2] ingecheckt op het Centraal Station Amsterdam en om 14:53 uur wordt uitgecheckt op station Holendrecht te Amsterdam. Er wordt gebruik gemaakt van vervoerder GVB. [158]
Om 15:11 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 17] van [medeverdachte 2] een zendmast aan in de omgeving van de Meiberglaan te Amsterdam, gelegen nabij station Holendrecht. [159]
De Opel Vectra van verdachte wordt op 16 oktober 2013 om 15:50 uur geregistreerd op een kentekenregistratiepunt langs een provinciale weg, waarbij de bestuurder vanuit de richting van de rijksweg A9 komt en het voor de bestuurder op dat moment alleen mogelijk is de N205 richting Haarlem of richting Vijfhuizen op te rijden dan wel de N232 (Schipholweg) richting Haarlem of richting Badhoevedorp op te rijden. [160]
Om 17:20 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 17] van [medeverdachte 2] een zendmast aan in de Floris van Adrichemlaan in Haarlem, zijnde in de omgeving van de Hi winkel in Haarlem. [161]
Om 17:36:24 uur loopt een [medeverdachte 1] (hierna: de overvaller) langs de winkel en kijkt naar binnen. [medeverdachte 1] staat om 17:36:30 uur naast de toegangsdeur. Er is een vrouwelijke klant in de winkel. [medeverdachte 1] kijkt de passage van het winkelcentrum in. De overvaller loopt langs de winkel. Om 17:36:49 uur verlaat de vrouwelijke klant de winkel. [medeverdachte 1] staat bij de ingang van de winkel en kijkt naar buiten. Om 17:36:57 uur staan [slachtoffer 2] en [medeverdachte 1] samen aan de balie van de winkel. Om 17:38:57 uur loopt [slachtoffer 2] naar het magazijn en om 17:39:03 uur opent [slachtoffer 2] de deur van het magazijn. De deur van het magazijn blijft open staan. [medeverdachte 1] loopt om 17:39:11 uur in de richting van het magazijn. Om 17:39:14 uur loopt de overvaller voor de tweede keer richting de winkel. [medeverdachte 1] staat dan bij het magazijn en de magazijndeur is open. Om 17:39:30 uur staat [medeverdachte 1] in de deuropening van de magazijndeur en staat met zijn borst in de richting van de ingang van de winkel. De overvaller komt om 17:39:30 uur de winkel binnen. De overvaller loopt in de richting van [medeverdachte 1]. [162] [medeverdachte 1] ziet dat de overvaller een mes uit zijn rechterjaszak haalt en het mes richt op hem. [163]
[slachtoffer 2] ziet dat zijn collega [medeverdachte 1] achterwaarts door de toegangsdeur van de backoffice komt lopen. De overvaller loopt dicht bij [medeverdachte 1]. [slachtoffer 2] ziet dat de overvaller een groot mes bij zich heeft. [164] [medeverdachte 1] moet de rolluiken van de toegangsdeur half dicht doen. [165] Om 17:39:57 uur gaat de deur van het magazijn dicht en enkele seconden daarna wordt het rolluik van de winkel half gesloten. [166]
[medeverdachte 1] moet [slachtoffer 2] vastbinden met tiewraps. [medeverdachte 1] bindt de handen van [slachtoffer 2] achter op de rug met tiewraps. [slachtoffer 2] moet van de overvaller op zijn buik gaan liggen. Vervolgens moet [medeverdachte 1] de telefoontoestellen uit de kluis pakken. [medeverdachte 1] vult de tassen van de overvaller met zoveel mogelijk telefoons. [167] In totaal zijn 37 telefoontoestellen weggenomen. De mobiele telefoons behoorden toe aan Hi / KPN B.V. [168]
[slachtoffer 2] valt op dat de overvaller zich twee of drie keer tegenover hem verontschuldigt. Hij richt zich daarbij alleen tot hem en niet tot [medeverdachte 1]. [169] Vervolgens is [medeverdachte 1] vastgebonden door de overvaller en moet naast [slachtoffer 2] liggen. [170] Om 17:46:25 uur verlaat de overvaller de winkel via de uitgang. [171] De overvaller draagt daarbij een rode tas om zijn linkerschouder. [172]
[slachtoffer 2] wil opstaan. [medeverdachte 1] zegt tegen [slachtoffer 2] ‘
Nee, laten we een paar minuten wachten’. [173] Om 17:48:20 uur komt [slachtoffer 2] uit de backoffice en rent naar de toonbank. Om 17:48:57 uur staat [medeverdachte 1] in de openstaande deur van het magazijn. [174]
Om 17:49:08 uur wordt gebeld naar het alarmnummer 112. Het gesprek duurt 11 seconden en de melder zegt daarbij niets. Hierna wordt de verbinding verbroken. [175] Om 17:49:28 uur staat [medeverdachte 1] in de winkel achter de toonbank. [176] Om 17:49:27 uur wordt nogmaals gebeld met het alarmnummer 112, wederom wordt niet gesproken door de melder. [177] Direct hierna loopt [medeverdachte 1] terug naar de backoffice en sluit de deur. [178]
Om 17:50:14 uur wordt het alarmnummer 112 gebeld door een medewerker van [beveiligingsbedrijf] Alarmcentrale, die aan de centralist van politie doorgeeft dat er zojuist gemeld is door een medewerker van de Hi winkel dat er een dreiging in de winkel is. [179] Vervolgens belt de centralist van de meldkamer van politie om 17:50 uur naar het telefoonnummer van de Hi winkel. De beveiliging van het winkelcentrum is in de winkel gearriveerd. [180] Uit onderzoek blijkt dat er in totaal 3 minuten en 48 seconden zijn verstreken vanaf het moment dat de overvaller de winkel verlaat en de eerste melding bij het alarmnummer 112 wordt gedaan. [181]
Getuige [slachtoffer 2] heeft met zijn mobiele telefoon geprobeerd te bellen naar alarmnummer 112, maar heeft dat gesprek afgebroken omdat [medeverdachte 1] tegen hem zei dat hij de politie al had gebeld. [182]
Omstreeks 18:00 uur komen verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] ter plaatse in de Hi winkel. [183] In de winkel zijn drie witkleurige tiewraps aangetroffen. [184] In de woning van [medeverdachte 2] worden in de hal op de gangkast vier witkleurige tiewraps aangetroffen. Voorts wordt een zwarte muts met flappen bij de oren aangetroffen in de slaapkamer van de moeder van [medeverdachte 2]. De broer en de moeder van [medeverdachte 2] verklaren dat deze muts van [medeverdachte 2] is. [185] Deze zwarte muts is qua model en kleur gelijkend aan de pet die is gebruikt bij deze poging tot overval. Ook is de zwarte muts voorzien van een diagonaal stiksel, soortgelijk aan de zwarte muts gebruikt bij deze poging tot overval. [186]
Om 18:05 uur straalt telefoonnummer [telefoonnummer 17] van [medeverdachte 2] een zendmast aan in de Floris van Adrichemlaan in Haarlem, zijnde in de omgeving van de Hi winkel in Haarlem. [187]
Om 18:10 uur wordt met het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 2] naar een taxicentrale in Haarlem gebeld. De zendmast die tijdens dit gesprek wordt aangestraald staat ook aan de Floris van Adrichemlaan te Haarlem. [188] Uit onderzoek onder medewerkers van de taxicentrale blijkt dat er geen rit is uitgevoerd door deze taxicentrale in verband met onderbezetting vanwege het slachtfeest. [189]
Om 18:11 uur wordt de Opel Vectra opnieuw geregistreerd wanneer de bestuurder van de auto over de N205 richting de rijksweg A9 rijdt. [190] Om 18:19 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 2] de zendmast in de Floris van Adrichemlaan te Haarlem aan. [191]
Bij doorzoeking van de Opel Vectra met kenteken [kenteken] wordt een navigatiesysteem van het merk TomTom aangetroffen. Uit onderzoek blijkt dat het adres Menton Passage 13 te Haarlem als
deletedadres is opgeslagen. [192] Voorts blijkt dat de TomTom fysiek aanwezig is geweest op onder meer de Nice Passage, winkelcentrum Schalkwijk, te Haarlem. [193]
Om 18:28 uur wordt ingecheckt met de OV-chipkaart van [medeverdachte 2] in een Connexxion bus bij de bushalte Wamstekerstraat te Haarlem. De bushalte Wamstekerstraat te Haarlem ligt in de directe omgeving van het winkelcentrum Schalkwijk. [194] Om 18:37 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 2] een zendmast in de Grote Houtstraat in Haarlem aan. [195] Om 18:44 uur wordt uitgecheckt op het Centraal Station Haarlem. Vervolgens wordt ingecheckt om 18:45 uur bij de Nederlandse Spoorwegen op het Centraal Station Haarlem. [196] Om 18:58 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] een zendmast in Amsterdam. [197] Om 19:47 uur wordt uitgecheckt op het Centraal Station Utrecht. [198] Om 18:58 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 2] een zendmast in Utrecht. [199]
In de periode van 20:46 tot 22:22 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 17] van [medeverdachte 2] zendmasten aan in de omgeving van het centrum van Utrecht. Hierna beweegt het telefoonnummer [telefoonnummer 17] in de richting van Amsterdam. [200]
Om 21:27 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 2] een zendmast aan in de Nobelstraat te Utrecht. Om 21:57 uur straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 8] van verdachte een zendmast aan in de Lauwerhof te Utrecht, zijnde in de directe omgeving van de woning van verdachte. [201]
Op 17 oktober 2013 om 23:49 uur belt [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] gedurende 907 seconden naar verdachte op telefoonnummer [telefoonnummer 8]. Ook op 18 oktober 2013 hebben verdachte en [medeverdachte 1] driemaal telefonisch contact met elkaar. Op 19 oktober 2013 tussen 16:21 en 17:02 uur straalt de telefoon van [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] een zendmast aan in de omgeving van de woning van verdachte. [202]
Op 18 oktober 2013 wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 8] van verdachte drie keer gebeld door het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. Er vinden gesprekken plaats om 13:07 uur (375 seconden), 13:15 uur (97 seconden) en 19:08 uur (66 seconden).
Op 19 oktober 2013 bevindt het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] zich vanaf 16:21 tot 17:02 uur in Utrecht, in de directe omgeving van de woning van verdachte. [203]
Uit vergelijkend onderzoek naar de camerabeelden gemaakt bij de poging tot overval op de Hi winkel te Zaandam op 10 maart 2014 en de camerabeelden gemaakt bij de overval op de Hi winkel in Haarlem op 16 oktober 2013 komt naar voren dat de huidskleur, de vorm van het gezicht en de baardgroei van de afgebeelde personen hetzelfde is. Tijdens het lopen hebben beide afgebeelde personen het hoofd iets naar voren, niet recht boven de romp. Het postuur is eveneens gelijk. [204] Getuige [slachtoffer 1] heeft verklaard dat de overvaller die op 10 maart 2014 de Hi winkel in Zaandam gepoogd heeft te overvallen dezelfde persoon is als de overvaller van diezelfde winkel op 7 juli 2014, zijnde [medeverdachte 2]. [205]
3.3.7.
Redengevende feiten en omstandigheden feit 6 (zaaksdossier 04, Struis)
De simkaarten en telefoontoestellen behorend bij telefoonnummers [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 7] zijn aangeschaft op 26 februari 2014 bij de [winkel] in Utrecht. [206]
Op 5 maart 2014 om 0:29 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 8] van verdachte met het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. Om 0:59 uur belt verdachte met het telefoonnummer [telefoonnummer 7] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 2]. Die dag belt verdachte nog drie keer naar [medeverdachte 2]. Tussen 23:02 en 23:46 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 8] tien keer met [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 13]. [207]
Op 6 maart 2014 om 15:33 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van verdachte naar het telefoonnummer [telefoonnummer 15] van [medeverdachte 2] gedurende 100 seconden. [208] Om 12:37, 17:19, 17:23 en 17:49 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 8] naar [medeverdachte 1]. [209] Om 22:17 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 6] gedurende 51 seconden naar telefoonnummer [telefoonnummer 15] van [medeverdachte 2]. [210]
Op 8 maart 2014 om 19:54 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van verdachte gedurende 54 seconden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 15] van [medeverdachte 2]. Door het telefoonnummer [telefoonnummer 6] wordt een zendmast aangestraald in Utrecht. Om 20:33 uur wordt met het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van verdachte gebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1]. Er vindt een gesprek plaats van 42 seconden. Om 21:23 en 21:32 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van verdachte nogmaals naar het telefoonnummer [telefoonnummer 15] van [medeverdachte 2]. Tijdens deze contacten straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van verdachte zendmasten aan in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [211]
Op 9 maart 2014 om 02:33 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 8] naar [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 13]. Gedurende de hele dag straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] zendmasten aan in de directe omgeving van de woning van verdachte. [212] Om 20:33 uur belt het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van verdachte gedurende 42 seconden naar telefoonnummer [telefoonnummer 15] van [medeverdachte 2]. [213] Verdachte belt met telefoonnummer [telefoonnummer 6] drie keer naar [getuige 2] met het telefoonnummer [telefoonnummer 20]. Om 22:22 uur stuurt [getuige 2] een sms-bericht naar het telefoonnummer [telefoonnummer 6] van verdachte met de tekst ‘
Hee kerel ik koop ze allemaal maar onder Ong 40 precent vd officiële waarde’. [214]
Op maandag 10 maart 2014 zijn in de Hi winkel gevestigd aan de Gedempte Gracht 16a te Zaandam, gemeente Zaanstad, aanwezig medewerker [slachtoffer 1] en winkelmanager [medeverdachte 1] (zijnde [medeverdachte 1]). [215]
Om 13:16 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 6] naar [medeverdachte 2] op het telefoonnummer [telefoonnummer 15]. Op dat moment is verdachte in de directe omgeving van zijn woning in Utrecht en [medeverdachte 2] in de directe omgeving van zijn woning in Amsterdam. Om 15:02 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 7] naar [medeverdachte 2] op het telefoonnummer [telefoonnummer 15]. Op dat moment bevinden verdachte en [medeverdachte 2] zich in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [216] Om 15:49 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 2] een zendmast in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 2] in Amsterdam aan. [217]
Om 16:58 uur loopt een [medeverdachte 1] (hierna: de overvaller) voor de winkel langs. De overvaller draagt een muts met flappen over de oren, een grote bril, een donkere trainingsjas met groene strepen van het merk Adidas en een blauwe spijkerbroek. De overvaller draagt aan zijn rechterhand een donkere handschoen. De overvaller draagt aan zijn linkerhand geen handschoen. Om 16:59 uur loopt de overvaller nogmaals langs. Om 17:01 uur loopt de overvaller de winkel binnen. [medeverdachte 1] staat naast [slachtoffer 1] aan de balie van de winkel en heeft in zijn linkerhand het toegangspasje voor de backoffice. [218] De overvaller zet een zwarte sporttas op één van de krukken in de winkel en zegt: ‘
Loop naar achteren’.De overvaller opent de rits van zijn sporttas. [219] Om 17:01:33 uur rent [slachtoffer 1] de winkel uit. [220] De overvaller en [medeverdachte 1] blijven even staan bij de balie terwijl zij [slachtoffer 1] nakijken. [221] De overvaller loopt om de balie heen en loopt in de richting van [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] opent de deur naar de backoffice. [222] Om 17:01:39 uur komen de overvaller en [medeverdachte 1] de backoffice binnen. [223] Dan loopt de overvaller naar de voor hem niet zichtbare achterdeur en verdwijnt. [medeverdachte 1] kijkt de overvaller niet na, blijft kort bij de deur van de backoffice staan en loopt daarna de winkel in. Hij loopt rustig door de winkel heen en blijft bij de voordeur staan. [medeverdachte 1] maakt geen aanstalten om te bellen, maar houdt wel een mobiele telefoon in zijn hand. [224] [medeverdachte 1] loopt om 17:01:55 uur de winkel aan de voorzijde uit. [225] [medeverdachte 1] loopt naar de brug tegenover de winkel en loopt deze op. Hierna kijkt hij op zijn telefoon, en loopt verder. Zeer kort daarna loopt [medeverdachte 1] weer terug en draagt zijn mobiele telefoon bij zich. Ongeveer 1 minuut en 30 seconden nadat de overvaller via de achterzijde de backoffice verliet is te zien dat [medeverdachte 1] zijn telefoon tegen zijn oor zet. Vervolgens staat [medeverdachte 1] bij de brug en kijkt hij op zijn mobiele telefoon. Hij houdt zijn vinger op de telefoon. [226] [medeverdachte 1] ziet [slachtoffer 1] staan. [slachtoffer 1] zegt dat hij de politie heeft gebeld. [227] De overvaller heeft de winkel via de achterzijde, gelegen aan de Vinkenstraat, verlaten. De overvaller heeft niets meegenomen uit de winkel. [228]
[medeverdachte 1] heeft de achterdeur naar de Vinkenstraat niet samen met de overvaller geopend. Uit onderzoek blijkt dat [medeverdachte 1] 10 minuten voordat de overvaller binnenkomt naar de achterdeur loopt en weer terugkeert naar de winkel. De achterdeur moet worden ontgrendeld om naar buiten te kunnen komen. [229]
[slachtoffer 1] herkent [medeverdachte 2] als de overvaller. [slachtoffer 1] herkent hem aan zijn postuur, huidskleur en lengte. Ook herkent hij de stem van de overvaller. [230] [medeverdachte 2] is in het bezit van een trainingsjack van het merk Adidas, kleur zwart met groene strepen. Dit trainingsjack komt overeen met het trainingsjack dat is gebruikt bij de poging overval op de Hi winkel in Zaandam op 10 maart 2014. [231] Voorts is [medeverdachte 2] in het bezit van een zwarte muts/pet welke qua model en kleur gelijkend is aan de pet die is gebruikt bij deze poging tot overval. [232]
Om 17:04 uur belt [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] naar [getuige 11]. [233] Om 17:13 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 2] een zendmast aan de Zuiddijk in Zaandam aan. [234] Om 17:20 uur checkt [medeverdachte 2] met zijn OV-chipkaart in op de Connexxion bus bij de halte ‘Hotels Vijfhoek’ te Zaandam. Deze bushalte ligt op ongeveer 2 kilometer afstand van de Hi winkel te Zaandam. [235] Om 17:22 uur wordt het telefoonnummer [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 2] gebeld door de huistelefoon van de familie [medeverdachte 2] en straalt daarbij een zendmast aan de Sluispolderweg in Zaandam aan. [236] Om 17:41 en 17:43 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 7] naar [getuige 2] op telefoonnummer [telefoonnummer 20]. De mobiele telefoon van verdachte straalt een zendmast aan gelegen langs de rijksweg A2 ter hoogte van Loenen aan de Vecht. Om 17:47 uur stuurt verdachte een sms-bericht naar [getuige 2]. [237]
Om 17:47 uur is [medeverdachte 2] met deze OV-chipkaart uitgecheckt op het Centraal Station in Amsterdam. [238] Om 17:48 uur straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 2] een zendmast aan de De Ruyterkade in Amsterdam aan, zijnde in de directe woonomgeving van de woning van [medeverdachte 2]. [239]
Om 19:45 en 19:49 uur belt verdachte met telefoonnummer [telefoonnummer 7] naar [getuige 2] op telefoonnummer [telefoonnummer 20]. [240]
Om 19:50 en 20:10 uur wordt [medeverdachte 1] op telefoonnummer [telefoonnummer 13] gebeld door het telefoonnummer [telefoonnummer 7] van verdachte. Er komt geen gesprek tot stand. Om 21:11 uur belt [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] naar verdachte op telefoonnummer [telefoonnummer 7]. Bij dit telefoongesprek dat 54 seconden duurt straalt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] een zendmast aan in Zaandam. [241]
Om 22:46 uur belt verdachte met het telefoonnummer [telefoonnummer 7] naar [medeverdachte 2] op het telefoonnummer [telefoonnummer 15] gedurende 248 seconden. Op dat moment is verdachte in de directe omgeving van zijn woning in Utrecht en [medeverdachte 2] in de directe omgeving van zijn woning in Amsterdam. [242]
Om 23:10 uur belt [medeverdachte 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 13] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 7] van verdachte. Bij het telefoongesprek dat 10 seconden duurt straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 13] van [medeverdachte 1] een zendmast aan in Utrecht, in de directe omgeving van de woning van verdachte. Ook de volgende dag straalt de telefoon van [medeverdachte 1] verscheidene zendmasten in Utrecht aan. [243]
3.3.8.
Redengevende feiten en omstandigheden feit 7 (zaaksdossier 10)
Op 3 december 2014 wordt de woning van verdachte in Utrecht doorzocht door politie. [244] In de ouderslaapkamer, gelegen op de 1e etage aan de voorzijde van het huis, worden op de plank boven het bed 7 tabletten aangetroffen. [245] Deze slaapkamer wordt door verdachte gebruikt. [246] De 7 tabletten bevatten MDMA. [247] Verdachte heeft verklaard dat het klopt dat er 7 tabletten lagen, dat hij de tabletten jaren geleden had gekregen, van plan was om ze te gebruiken maar dat was vergeten. [248]
3.4.
Bewijsoverwegingen
ten aanzien van feit 1 (zaaksdossier 01, Uiver)
Door de raadsvrouw van verdachte is vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat uit de bewijsmiddelen niet blijkt van enige betrokkenheid bij de overval op de Hi winkel te Zaandam op 7 juli 2014, gepleegd door [medeverdachte 2], zodat verdachte van dit feit vrijgesproken dient te worden. Door [medeverdachte 2] is verklaard dat hij het feit alleen heeft gepleegd en de bewijsmiddelen in het dossier kunnen de stelling dat verdachte bij deze overval is betrokken niet dragen.
Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat geen sprake is van medeplegen, nu uit de bewijsmiddelen niet blijkt van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten. Uit de inhoud van het dossier volgt enkel dat er sprake is geweest van telefonische contacten tussen verdachte en medeverdachten, waarbij de inhoud van die contacten onbekend is gebleven. Voorts is gezien recente jurisprudentie het faciliteren van een vluchtmogelijkheid op zichzelf niet voldoende voor medeplegen. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken, aldus de raadsvrouw.
De rechtbank verwerpt deze verweren, die hun weerlegging vinden in de bewijsmiddelen, en overweegt daartoe als volgt. De stelling dat [medeverdachte 2] alleen betrokken is geweest bij de overval op de Hi winkel te Zaandam op 7 juli 2014 wordt weerlegd door de bewijsmiddelen. Immers, de overval vond plaats op een tijdstip waarop de winkel nog niet voor het publiek was geopend en het aanwezige personeel op dat moment nog in de backoffice aanwezig was. De achterdeur van de winkel is altijd gesloten en is pas geopend nadat een telefoontje binnenkwam waarin volgens [medeverdachte 1] werd medegedeeld dat afvalverwerkingsbedrijf [afvalverwerkingsbedrijf] zou komen om het afval op te halen en werd verzocht om het afval buiten te zetten. Uit het onderzoek naar de telecomgegevens blijkt dat dit telefoontje niet is gepleegd door [afvalverwerkingsbedrijf] en niet gepleegd kan zijn door [medeverdachte 2], nu hij op het tijdstip van het gesprek te zien is op camerabeelden en hij niet telefoneert. Voorts is hij bij zijn aanhouding niet in het bezit van een mobiele telefoon. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat [medeverdachte 2] de overval tezamen en in vereniging met anderen heeft gepleegd.
Het verweer van de raadsvrouw dat de rol die verdachte wordt toegedicht in het dossier niet de conclusie rechtvaardigt dat ook sprake is van medeplegen verwerpt de rechtbank eveneens. Medeplegen veronderstelt een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten, welke samenwerking moet zijn gericht op de voltooiing van de delict. Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte het volgende af.
Door verdachte is in de dagen voor de overval op de Hi winkel te Zaandam op 7 juli 2014 regelmatig telefonisch contact gezocht met [medeverdachte 1], die werkzaam was als filiaalmanager van deze winkel, en de uitvoerder van de overval [medeverdachte 2]. Verdachte heeft hiervoor gebruik gemaakt van verschillende telefoonnummers. In zijn telefonische contacten met [medeverdachte 1] heeft hij onder meer gebruik gemaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 2], dat enkel voor dit telefonisch contact werd gebruikt. [medeverdachte 1] maakte in deze dagen eveneens gebruik van een nieuw telefoonnummer, dat gelijktijdig is aangeschaft met het telefoonnummer [telefoonnummer 2]. De telefonische contacten betreffen enkel uitgaande contacten, waarbij verdachte meer dan eens eerst langdurig belt met [medeverdachte 1] en direct daarna langdurig met [medeverdachte 2]. Op de dag voor de overval heeft verdachte ook een ontmoeting met [medeverdachte 1].
Op de dag van de overval haalt verdachte [medeverdachte 2] met de Opel Vectra op bij zijn huis en wordt de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 19] in de buurt van de woning van [medeverdachte 2] geactiveerd. Vervolgens rijden verdachte en [medeverdachte 2] naar de Hi winkel te Zaandam en overvalt [medeverdachte 2] het in de winkel aanwezige personeel kort nadat de winkel is gebeld door het telefoonnummer [telefoonnummer 19], waarbij een zendmast wordt aangestraald vlakbij de plaats van het delict. Het kan niet anders dan dat verdachte dit telefoontje heeft gepleegd. [medeverdachte 2] rent vervolgens met de buit de Zeemansstraat in, richting de daar geparkeerde auto van verdachte. Hier wordt hij door medewerker [slachtoffer 1] naast die auto overmeesterd.
Hierna heeft verdachte een nieuwe mobiele telefoon aangeschaft en hiermee contact gezocht met [getuige 6], die verdachte heeft opgehaald uit Zaandam. Diezelfde avond heeft verdachte de Opel Vectra opgehaald uit Zaandam.
De dag na de overval zoekt verdachte tevergeefs telefonisch contact met [medeverdachte 1]. Op verzoek van verdachte vindt er een ontmoeting plaats met [getuige 1] en verdachte geeft hem dan een tas met de persoonlijke bezittingen van [medeverdachte 2] en vertelt hem dat [medeverdachte 2] tijdens een overval is gepakt. Verdachte heeft kennis van feiten en omstandigheden die hij alleen kan hebben verkregen van [medeverdachte 2] dan wel van [medeverdachte 1]. De tas met persoonlijke spullen van [medeverdachte 2], onder meer zijn mobiele telefoon, moet worden weggemaakt, zegt verdachte tegen [getuige 1]. Verdachte heeft zelf overigens geen verklaring gegeven voor het beschikken over en overdragen van deze persoonlijke bezittingen van [medeverdachte 2]. In de dagen na de overval zoekt verdachte weer telefonisch contact met [medeverdachte 1].
Deze feiten en omstandigheden dwingen tot de conclusie dat verdachte als mededader nauw is betrokken bij de uitvoering van de overval op de Hi winkel. Verdachte fungeert als essentiële schakel tussen de uitvoerder van de overval [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] die als werknemer/manager beschikt over belangrijke informatie van die Hi winkel. Deze personen kennen elkaar niet en hebben ook geen telefonisch contact met elkaar. Verdachte coördineert de informatiestroom en stuurt de [medeverdachte 2] aan op basis van de beschikbare informatie. Van de informatie van [medeverdachte 1] is ook gebruik gemaakt, getuige de manier van binnentreden aan de achterzijde van de winkel na het cruciale telefoontje met telefoonnummer [telefoonnummer 19] buiten de openingstijd en de kennis die [medeverdachte 2] moet hebben gehad over de aanwezigheid van contant geld in de kassa in het winkelgedeelte buiten de openingstijd van de winkel.
De rechtbank heeft mede in haar oordeel betrokken dat verdachte zowel in het voorbereidend onderzoek als bij de behandeling ter terechtzitting geen dan wel beperkte openheid van zaken heeft gegeven. Verdachte heeft daarmee geen de redengevendheid van de bewijsmiddelen ontzenuwende verklaring gegeven, in het bijzonder heeft hij het belastende karakter van de vele telefonische contacten- voor, tijdens en na de overval - tussen hem, [medeverdachte 1] en overvaller [medeverdachte 2], het aanstralen van de telefoon van verdachte nabij de woning van de overvaller [medeverdachte 2], de aanwezigheid van de Opel Vectra van verdachte tussen de politielinten en het wegbrengen van het tasje met de mobiele telefoon van de overvaller [medeverdachte 2] de dag na de overval, daarmee niet kunnen wegnemen. Feiten en omstandigheden die de kern van de zaak betreffen en daarom om een uitleg vragen.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte zodanig bewust en nauw heeft samengewerkt met zijn medeverdachten dat sprake is van medeplegen van het ten laste gelegde.
ten aanzien van feit 2 (zaaksdossier 03, Stork)
Door de raadsvrouw is vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat uit de inhoud van het strafdossier geen wettig en overtuigend bewijs te putten is dat verdachte samen met [medeverdachte 3] de inbraak heeft gepleegd in de Hi winkel te Zaandam op 15 maart 2014. Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat geen sprake is van medeplegen, nu uit de bewijsmiddelen niet blijkt van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten.
Dit verweer wordt weerlegd door de hierboven aangehaalde bewijsmiddelen, die dwingen tot de conclusie dat verdachte samen met [medeverdachte 3] de inbraak op de Hi winkel te Zaandam op 15 maart 2014 heeft gepleegd en direct daarna heeft gezorgd voor de verkoop van de buitgemaakte mobiele telefoons via [getuige 2]. De rechtbank wijst daarbij onder meer op de omstandigheid dat [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij na de diefstal samen met zijn medeverdachte vanuit Zaandam is gereden naar Amsterdam Zuidoost, waar de mededader een derde persoon heeft ontmoet, en vervolgens samen met de mededader is doorgereden naar Utrecht. Blijkens de telecomgegevens van de mobiele telefoons van [medeverdachte 3] en verdachte worden om 10:02 uur dezelfde zendmasten langs de rijksweg A2 bij Abcoude aangestraald, waarbij verdachte contact zoekt met [getuige 2]. De mobiele telefoon van [medeverdachte 3] heeft om 9:47 uur nog een zendmast aangestraald in Amsterdam Zuidoost. Diezelfde zendmast wordt ook aangestraald om 9:46 uur door [medeverdachte 1].
Ook kan worden vastgesteld dat er nog diezelfde middag wordt onderhandeld over de verkoop van de buitgemaakte mobiele telefoons en dat een prijs wordt afgesproken. [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij nog later op die dag door zijn mededader contant is betaald. Dit wordt ook ondersteund door de zendmastgegevens, immers de mobiele telefoons van [medeverdachte 3] en verdachte stralen beide die avond zendmasten aan in Utrecht. Ook [medeverdachte 1] beweegt zich vanaf zijn woonplaats Purmerend naar Utrecht.
Aldus stelt de rechtbank vast dat het niet anders kan dan dat verdachte als tweede inbreker is betrokken bij de inbraak op de Hi winkel te Zaandam op 15 maart 2014.
De rechtbank heeft mede in haar oordeel betrokken dat verdachte zowel in het voorbereidend onderzoek als bij de behandeling ter terechtzitting geen dan wel beperkte openheid van zaken heeft gegeven. Verdachte heeft daarmee geen de redengevendheid van de bewijsmiddelen ontzenuwende verklaring gegeven, in het bijzonder heeft hij, het belastende karakter van de telefonische contacten en/of sms berichten van en met [getuige 2], zowel voor als na de inbraak, het aanstralen van de telefoon van verdachte enige uren na de inbraak in de buurt van de woning van [getuige 2], het aanstralen van de telefoon van verdachte kort na de inbraak in de nabijheid van de woning van [medeverdachte 3] in Utrecht, daarmee niet kunnen wegnemen. Feiten en omstandigheden die, mede in het licht van de andere bewijsmiddelen, om een uitleg vragen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de rol van verdachte ook van voldoende gewicht om tot bewezenverklaring van het medeplegen te komen, nu verdachte niet alleen betrokken is bij de voorbereiding van de inbraak (na de mislukte overval op dezelfde Hi winkel op 10 maart 2014 tenlastegelegd onder feit 6) en het doorverkopen van de buitgemaakte mobiele telefoons, maar ook samen met [medeverdachte 3] de mobiele telefoons uit het pand heeft weggenomen. Ook dit verweer wordt daarom verworpen.
ten aanzien van feit 3 (zaaksdossier 02, Valk)
Door de raadsvrouw is aangevoerd dat er ten aanzien van dit feit geen gebruik gemaakt kan worden van schakelbewijs, nu geen specifieke modus operandi volgt uit de bewijsmiddelen. De raadsvrouw wijst er in dat verband op dat in de zaak Stork (feit 2) een van de daders via de voorkant van de winkel is binnengekomen en een van de daders via de achterkant, en vervolgens zijn zij samen via de achterkant het pand uitgegaan. In de zaak Valk (feit 3) komen beide daders via de voorkant van het pand binnen en verlaten het pand ook via de voorkant. Er wordt daarnaast gebruik gemaakt van verschillende auto’s en uit de telecomgegevens evenmin een bepaalde modus operandi te destilleren. Er kan derhalve geen sprake zijn van schakelbewijs, aldus de raadsvrouw.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (11 januari 2000, NJ 2000, 194) is het gebruik van aan andere bewezen verklaarde, soortgelijke, feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als ondersteunend schakelbewijs toegelaten. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal van dat andere feit dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten vertoont met het bewijsmateriaal van de te bewijzen feiten en dat duidt op een specifiek patroon in het gedrag van verdachte, welk patroon herkenbaar aanwezig is in de voor het te bewijzen feit voorhanden zijnde bewijsmiddelen.
De rechtbank is van oordeel dat de bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan feit 2 (de zaak Stork) kunnen dienen als schakelbewijs, nu sprake is van een herkenbare, specifieke modus operandi. Voor de redengevendheid van het schakelbewijs wijst de rechtbank op achtereenvolgens het signalement van de tweede dader, de betrokkenheid van [medeverdachte 3] bij beide feiten, de hierna te noemen modus operandi en het gebruik van dezelfde telefoons in samenhang met de zendmastgegevens betreffende de telefoonnummers die door de rechtbank aan verdachte worden toegerekend. De rechtbank overweegt als volgt.
Er is sprake van een soortgelijk feit. Verdachte hanteert, samen met zijn medeverdachte, een werkwijze die op essentiële punten overeenkomt. Immers:
- in beide gevallen gaat het, volgens twee verbalisanten, onafhankelijk van elkaar, kennelijk om dezelfde twee daders;
- in beide gevallen wordt gebruik gemaakt van een sleutel en een persoonlijke alarmcode van één van de medewerkers van de Hi winkels, waar [medeverdachte 1] mede de beschikking over had;
- in beide gevallen heeft verdachte telefonisch contact met [medeverdachte 1] en kort hierna telefonisch contact met [medeverdachte 3];
- in beide gevallen is verdachte kort voor de inbraak in dezelfde plaats/buurt als [medeverdachte 1];
- in beide gevallen wordt ingebroken net binnen het uur voorafgaand aan het moment waarop de winkel wordt geopend door personeelsleden, zodat de alarmopvolginstantie geen melding meer doet van het binnentreden van de winkel met de sleutel en persoonlijke toegangscode;
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte de onder feit 2 en feit 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan. Deze beslissing is zowel gegrond op de ten aanzien van die feiten afzonderlijk weergegeven bewijsmiddelen, als de bewijsmiddelen die ten grondslag hebben gelegen aan het bewijs van feit 2, welke tevens worden gebruikt bij de bewijsconstructie van feit 3.
De rechtbank heeft mede in haar oordeel betrokken dat verdachte zowel in het voorbereidend onderzoek als bij de behandeling ter terechtzitting geen dan wel beperkte openheid van zaken heeft gegeven. Verdachte heeft daarmee geen de redengevendheid van de bewijsmiddelen ontzenuwende verklaring gegeven.
ten aanzien van feiten 4 en 6 (zaaksdossier 08, Yonkers en zaaksdossier 04, Struis)
Door de raadsvrouw van verdachte is verweer gevoerd tegen gebruik van schakelbewijs bij de beoordeling van de bewijsmiddelen uit de zaaksdossiers 08 en 04, nu uit deze feiten geen specifieke werkwijze volgt waaruit een modus operandi is vast te stellen. De raadsvrouw wijst er onder meer op dat bij de overval in Zaandam op 7 juli 2014 gebruik is gemaakt van de achteringang van de winkel terwijl de winkel gesloten was, en bij de overval op de Hi winkel in Haarlem op 16 oktober 2013 en de poging tot overval op de Hi winkel te Zaandam op 10 maart 2014 gebruik werd gemaakt van de vooringang en de winkel geopend was.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe eerstens onder gelijke motivering als hiervoor dat het gebruik van schakelbewijs in beginsel door de Hoge Raad is toegelaten.
De rechtbank is van oordeel dat de bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan feit 1 (de zaak Uiver) kunnen dienen als schakelbewijs, nu sprake is van een herkenbare, specifieke modus operandi. Voor de redengevendheid van het schakelbewijs wijst de rechtbank op de hierna te noemen modus operandi. Er is sprake van soortgelijke feiten. Verdachte hanteert, samen met zijn medeverdachte, een werkwijze die op essentiële punten overeenkomt. Immers:
- de overvallen (feiten 1 en 4) en de poging daartoe (feit 6) worden gepleegd op winkels van telecomwinkel Hi, wanneer [medeverdachte 1] in de winkel aanwezig is en er slechts één ander personeelslid werkzaam is in de winkel;
- de overvallen (feiten 1 en 4) en de poging daartoe (feit 6) werden telkens gepleegd door [medeverdachte 2];
- bij de overvallen (feiten 1 en 4) is telkens een mes gebruik ter afdreiging en werd gebruik gemaakt van tiewraps om eerst het personeelslid vast te binden en daarna [medeverdachte 1] vast te binden;
- de overvallen (feiten 1 en 4) en de poging daartoe (feit 6) werden telkens gepleegd op een moment dat er geen klanten in de winkel aanwezig waren;
- rondom de overvallen (feit 1 en 4) en de poging daartoe (feit 6) werd eenzijdig contact onderhouden door verdachte met telkens achtereenvolgens [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2];
- kort na de overvallen (feiten 1 en 4) en de poging daartoe (feit 6) vertraagt [medeverdachte 1] het inroepen van hulp door de politie en is het in ieder geval niet [medeverdachte 1] die de politie als eerste belt.
Voorts is in aanmerking genomen dat na de aanhouding en inverzekeringstelling van verdachte geen aangiftes van overvallen met een soortgelijke modus operandi meer bij de politie zijn binnengekomen.
Dit alles in onderling verband en nauwe samenhang bezien acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ook als medepleger is betrokken bij de onder feiten 4 en 6 ten laste gelegde feiten.
feit 7 (zaaksdossier 10)
Door de raadsvrouw is aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring voor het bezit van 7 pillen MDMA en/of amfetamine, nu slechts 3 van de pillen naar het Nederlands Forensisch Instituut (verder: NFI) zijn verzonden voor nader onderzoek, waar is vastgesteld dat in de pillen MDMA zit. Een bewezenverklaring van slechts 3 pillen zou daarom moeten volgen, aldus de raadsvrouw.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen volgt dat de 7 pillen zijn aangeboden voor nader onderzoek door het NFI. De pillen hebben drie verschillende kleuren. Dit is eveneens af te leiden uit het onderzoeksrapport van het NFI, waarin te lezen valt dat er een gripzakje met 1,75 gram aan diverse tabletten is ontvangen en hiervan is onderzocht 3 tabletten à 0,25 gram. Hierin staat ook vermeld dat er drie soorten zijn ontvangen. De rechtbank leest in dit proces-verbaal en het rapport van het NFI dan ook dat van elke pil/tablet één pil is onderzocht en dat uit dit onderzoek is gebleken dat de desbetreffende pil/tablet MDMA bevat. De rechtbank overweegt dat gelet op de hoeveelheid pillen, alsmede de verklaring van verdachte dat hij XTC-pillen in zijn bezit had, deze selectie als voldoende redengevend moet worden beschouwd en tot een bewezenverklaring van 7 pillen kan worden gekomen. Het verweer wordt dan ook verworpen.
3.5.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
feit 1 (zaaksdossier 01, Uiver)
hij op 7 juli 2014 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van telefoontoestellen en euro 350,-, toebehorende aan KPN en/of de Hi Winkel (gevestigd aan de Gedempte Gracht 16 A), welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zijn mededader
- een groot mes aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft geschreeuwd dat die [slachtoffer 1] mee moest werken en dat die [slachtoffer 1] mee moest lopen en waarbij hij, verdachte, met dat mes in de richting van die [slachtoffer 1] heeft gewezen en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat die [slachtoffer 1] op de grond moest gaan liggen en dat die [slachtoffer 1] zijn handen op zijn rug moest plaatsen en
- de voeten en de handen van [slachtoffer 1] met tiewraps heeft vastgebonden en
- heeft gezegd dat de (door hem, verdachte meegebrachte) tassen gevuld moesten worden met de telefoons uit de kluis en
- heeft gezegd dat het geld uit de kassa lade gehaald moest gaan worden;
feit 2 (zaaksdossier 03, Stork)
hij op 15 maart 2014 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel (gelegen aan de Gedempte Gracht l6-16a) heeft weggenomen 80 telefoons (ter waarde van 24.187,09 euro) en 350,00 euro, toebehorende aan KPN, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een sleutel en toegangscode, tot welk gebruik hij, verdachte en zijn mededaders niet gerechtigd waren;
feit 3 (zaaksdossier 02, Valk)
hij op 25 april 2014 te Purmerend tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel (gelegen aan de Hooghstraat 5K) heeft weggenomen 89 telefoons (ter waarde van 30.210,00 euro), toebehorende aan KPN, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een sleutel en toegangscode, tot welk gebruik hij, verdachte en zijn mededaders niet gerechtigd waren;
feit 4 (zaaksdossier 08, Yonkers)
hij op 16 oktober 2013 te Haarlem, tezamen en in vereniging metanderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van 37 telefoontoestellen, toebehorende aan KPN/de Hi Winkel (gevestigd aan de Mentonpassage 13A), welke
bedreiging met geweld hierin bestond dat zijn mededader
- een groot mes aan die [slachtoffer 2] heeft getoond en
- de handen van [slachtoffer 2] met tiewraps heeft vastgebonden en
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij op zijn buik moest gaan liggen en
- heeft gezegd dat de (meegebrachte) tassen gevuld moesten worden met de telefoons uit de kluis;
feit 6 (zaaksdossier 04, Struis)
hij op 10 maart 2014 te Zaandam, gemeente Zaanstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen telefoons en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan KPN/Hi (filiaal Zaandam), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen vergezellen van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
waarbij zijn mededader
- de HI-winkel gelegen aan de Gedempte Gracht 16a te Zaandam is binnengegaan (terwijl de overvaller een muts met flappen op had en een grote bril droeg en een handschoen droeg en een sporttas met zich meevoerde)
waarna zijn mededader
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd. “loop naar achteren” en
- de rits van een sporttas heeft geopend en
- heeft gezegd, terwijl hij, verdachte voor de deur van de backoffice stond: “doe die deur open” en
- vervolgens de ruimte van de backoffice is binnengegaan
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 7 (zaaksdossier 10)
hij op 3 december 2014 te Utrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad 7 pillen bevattende MDMA.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feit

Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feiten 1 en 4
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feiten 2 en 3
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
ten aanzien van feit 6
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 7 (zaaksdossier 10)
opzettelijke overtreding van een artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de straf

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes en een half (6,5) jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, samen met zijn mededaders, schuldig gemaakt aan twee overvallen op twee winkels van Hi, een dochteronderneming van telecombedrijf KPN alsmede een poging daartoe. Verdachte heeft daarbij een organiserende en initiërende rol ingenomen door vooraf contact te onderhouden en informatie uit te wisselen met de winkelmanager van de betreffende winkels. Verdachte stuurde vervolgens de overvaller aan door hem te voorzien van informatie en middelen. Uit het onderzoek Uiver volgt bovendien dat verdachte na de overval direct wordt voorzien van de buit, nu de overvaller naar de auto van verdachte is gerend en verdachte zich in de buurt van die auto ophield. De rechtbank rekent verdachte deze feiten aan en overweegt met betrekking tot de ernst van deze feiten het volgende.
Het personeel van de verschillende Hi winkels werd telkens onder bedreiging van een mes gedwongen de overvaller mobiele telefoons en geld te geven. Het aanwezige personeelslid werd gedurende de overval met geweld bedreigd en vastgebonden met tiewraps door de mededader, die als winkelmanager aanwezig was en vooraf wist dat de overval plaats zou vinden en hieraan meewerkte. De gevolgen van dergelijke overvallen zijn over het algemeen zeer traumatiserend voor de slachtoffers. De impact op hun gewone leven is groot. Dit blijkt ook uit de ingebrachte slachtofferverklaringen. Op geen enkele wijze heeft verdachte zich bekommerd om de gevolgen voor de slachtoffers. Dat deze gevolgen, ook op de langere termijn ernstig kunnen zijn, heeft verdachte ook op voorhand kunnen beseffen. Toch heeft verdachte zich hierdoor niet laten weerhouden en heeft hij enkel om het financiële gewin hen ernstige en aanzienlijke schade berokkend.
Voorts heeft verdachte zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan twee bedrijfsinbraken in twee winkels van Hi. Met gebruikmaking van een valse sleutel, te weten met de sleutel en de persoonlijke toegangscode van een medewerker van de Hi winkel, heeft verdachte zich samen met zijn mededader telkens de toegang verschaft tot het winkelpand en de aldaar aanwezige (aanzienlijke) voorraad mobiele telefoons van een aanzienlijke waarde uit de kluis weggenomen.
Aldus heeft verdachte zich ook ten aanzien van deze feiten enkel laten leiden door financieel gewin. Door het wegnemen van de totale handelsvoorraad van mobiele telefoons uit de winkels heeft verdachte het bedrijf Hi grote schade berokkend. Voorts heeft hij inbreuk gemaakt op het gevoel van veiligheid van de voor het bedrijf werkzame personen. Ook deze feiten rekent de rechtbank verdachte aan.
De door de officier van justitie geëiste straf is in overeenstemming met hetgeen volgens de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht in soortgelijke gevallen pleegt te worden opgelegd en de officier van justitie heeft met de persoonlijke omstandigheden van verdachte rekening gehouden. Voorts is de officier van justitie uitgegaan van een gelijke bewezenverklaring. De rechtbank ziet daarom in beginsel geen aanleiding om af te wijken van deze strafeis, maar zal gezien de straffen die zij oplegt voor de mededaders van verdachte, die eveneens een zeer kwalijke rol hebben gespeeld in dit samenwerkingsverband, de op te leggen straf iets matigen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.

7.Vorderingen benadeelde partijen

7.1.
Vordering benadeelde partij KPN B.V. en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij KPN B.V. heeft een vordering tot schadevergoeding van € 198.138,10 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder feiten 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De gestelde schade bestaat uit de schade als gevolg van de weggenomen telefoontoestellen alsmede beveiligingskosten gemaakt naar aanleiding van de overvallen op de Hi winkels.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 70.489,97 rechtstreeks voortvloeit uit de bewezen verklaarde feiten 1, 2, 3, 4 en 6.
Nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 5 is tenlastegelegd, kan de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, worden ontvangen. Voorts is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij niet in de vordering kan worden ontvangen voor zover de vordering ziet op de beveiligingskosten voor aangescherpte videobewaking van de Hi winkels, welke schadepost in een verder verwijderd verband staat omdat er een keuze van het slachtoffer aan ten grondslag ligt om deze kosten te maken. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen en voor het overige kan de benadeelde partij niet in de vordering worden ontvangen.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien een van medeverdachten dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 4. bewezen verklaarde handelen (kort gezegd: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en inbraak in vereniging) aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
7.2.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1] en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 900,-ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die hij als gevolg van het onder feit 1 en 6 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien een van medeverdachten dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 3.5. onder feit 1 en 6 bewezen verklaarde handelen (kort gezegd: (poging tot) afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen) aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
7.3.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2] en schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 2.260,80 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het onder feit 4 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde materiële schade bestaat uit reiskosten.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 3.5. onder feit 4 bewezen verklaarde feit. Vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van € 1.500,- en € 100,80 aan materiële kosten (reiskosten) komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal in zoverre dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien een van medeverdachten dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 3.5. onder feit 4 bewezen verklaarde handelen (kort gezegd: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen) aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
7.4.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 3]
De benadeelde partij heeft een vordering tot schadevergoeding van € 9.836,28 ingediend tegen verdachte wegens immateriële en materiële schade die hij als gevolg van het onder feit 5 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 december 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank is van oordeel dat nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 5 is ten laste gelegd, de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op dat ten laste gelegde feit, kan worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering.
8. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten een Apple iMac, twee zwarte petten, een blauwe jas, een bruine muts en een TomTom XL, dienen te worden teruggegeven aan verdachte, aangezien die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36f, 45, 57, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht;
2 en 10 van de Opiumwet.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 5 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
ZES (6) JAREN;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis af;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
KPN B.V.geleden schade tot een bedrag van
€ 70.489,97, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan KPN B.V. voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
KPN B.V.de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 70.489,97, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
honderdvijftien (115) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 900,-bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan G.N. [slachtoffer 1] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 900,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
achttien (18) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.600,80bestaande uit materiële en immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan [slachtoffer 2] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een van de medeverdachten is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer
[slachtoffer 2]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.600,80, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
zesentwintig (26) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachten aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 3]niet-ontvankelijk in de vordering;
gelast de teruggave aan verdachte van:
- één (1) computer, merk Apple iMac, kleur zilver (kvi-nummer 243831);
- één (1) ‘White Sox’ pet, kleur zwart (kvi-nummer 417182);
- één (1) jas, kleur blauw (kvi-nummer 417184);
- één (1) pet, merk Nike, kleur zwart (kvi-nummer 417186);
- één (1) navigatieapparaat, merk TomTom XL, kleur zwart (kvi-nummer 417223).
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.J. van Andel, voorzitter,
mr. A.S. van Leeuwen en mr. R.A. Otter, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van vrijdag 30 oktober 2015.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Het proces-verbaal van algemeen dossierrelaas onderzoek overvallen Hi d.d. 9 april 2015 (ZD01, map 01, pagina 1 e.v.).
3.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina’s 1325-boven en 1326-1327) en het proces-verbaal van bevindingen imei-nummer (ZD01, map 04, pagina’s 1562 en 1563).
4.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 2] d.d. 10 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1438).
5.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 3] d.d. 27 november 2014 (ZD01, map 04, pagina 1398).
6.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 4] d.d. 28 november 2014 (ZD01, map 04, pagina 1379).
7.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 5] d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1412).
8.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 6] d.d. 2 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1418).
9.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 7] d.d. 8 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1374).
10.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 15] d.d. 2 april 2015 (ZD07, pagina 120-onder).
11.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 9] d.d. 12 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1435-boven).
12.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 10] d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1422-onder).
13.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 11] d.d. 10 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1415-onder).
14.Het proces-verbaal van onderzoek printlijsten d.d. 17 december 2014 (ZD01, map 04, pagina 1404-onder).
15.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] d.d. 19 februari 2015 (ZD01, map 01, pagina 1365).
16.Het proces-verbaal van bevindingen gebruiker [telefoonnummer 14] (ZD01, map 04, pagina 1314-midden).
17.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 15] d.d. 17 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1431).
18.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] d.d. 22 augustus 2014 (ZD01, map 04, pagina 1339).
19.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 17] d.d. 21 augustus 2014 (ZD01, map 04, pagina 1331).
20.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 18] d.d. 7 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1512-boven)
21.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 19] d.d. 14 juli 2014 (ZD01, map 04, pagina 1297 e.v.).
22.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 20] d.d. 10 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1463-onder).
23.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1473).
24.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina’s 1325-boven en 1326-1327) en het proces-verbaal van bevindingen imei-nummer (ZD01, map 04, pagina’s 1562 en 1563).
25.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD04, pagina 268).
26.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina 1326-midden).
27.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD01, map 04, pagina’s 1539-boven en 1543).
28.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina 1325-boven).
29.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 2] (ZD01, map 04, pagina 1437-midden).
30.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina 1326-onder).
31.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1359-boven).
32.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina’s 1326-onder en 1327-boven).
33.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 3 december 2014 (ZD01, map 02, pagina 415) en het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 3 december 2014 (PD01-04, pagina 33-onder).
34.Het proces-verbaal van bevindingen ARS/Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD01, map 01, pagina 371-onder).
35.Het proces-verbaal van bevindingen printlijst [telefoonnummer 1] (ZD01, map 04, pagina 1327-boven).
36.Het proces-verbaal van bevindingen ARS/Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD01, map 01, pagina 371-onder) en het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1293-boven).
37.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 19] (ZD01, map 04, pagina 1298-boven).
38.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek TOMTOM d.d. 6 april 2015 (ZD01, map 02, pagina’s 495-onder, 497-boven, 501-onder en 502 boven495-onder).
39.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 16 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 171 en 172) en het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 174-midden).
40.Het proces-verbaal van verhoor van benadeelde [getuige 16] d.d. 18 augustus 2014 (ZD01, map 01, pagina 184-midden en 185-boven) en het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 19] (ZD01, map 04, pagina 1298-onder).
41.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 16 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 171 en 172) en het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 174-midden).
42.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 28 augustus 2014 (ZD01, map 01, pagina’s 329-332).
43.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina’s 158-163) en het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 16 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina’s 117-147).
44.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 17] d.d. 31 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 199-onder).
45.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 59-midden/onder).
46.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 61-onder).
47.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2014 (ZD01, map 01, pagina 388-onder).
48.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 57-midden).
49.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 60-midden).
50.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 63-onder en 64-boven).
51.Het proces-verbaal van bevindingen aantreffen telefoons d.d. 20 februari 2015 (ZD01, map 01, pagina 188).
52.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 3] d.d. 27 november 2014 (ZD01, map 04, pagina 1397).
53.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6] d.d. 31 maart 2015 (ZD01, map 01, pagina’s 347-349).
54.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD01, map 01, pagina 395-onder).
55.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1539-onder).
56.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 4] (ZD01, map 04, pagina 1376-midden).
57.Het proces-verbaal van bevindingen [kenteken] d.d. 20 oktober 2014 (ZD02, map 02, pagina 358-onder).
58.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 4] (ZD01, map 04, pagina 1377-boven).
59.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1540).
60.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 4] (ZD01, map 04, pagina 1377-midden).
61.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 5] d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1410).
62.Het proces-verbaal van uitwerking verhoor [getuige 1] d.d. 11 juni 2015 (los opgenomen, pagina’s 13-15, 18).
63.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 5] d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1410-boven).
64.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1360-boven).
65.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 5] d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1410-midden).
66.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 4] (ZD01, map 04, pagina 1377-midden).
67.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1359-onder).
68.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1360-boven).
69.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 12] (ZD01, map 04, pagina 1405-onder).
70.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 12] (ZD01, map 04, pagina 1406-boven).
71.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 november 2014 (ZD01, map 02, pagina’s 668-669).
72.Het proces-verbaal 2e tapanalyse [medeverdachte 1] d.d. 15 januari 2015 (ZD01, map 03, pagina 1112).
73.Het proces-verbaal overzicht [winkel] BV d.d. 8 april 2015 (ZD02.03. pagina 824).
74.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 6] d.d. 2 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina’s 1417 en 1418).
75.Het proces-verbaal van bevindingen GSM [getuige 2] d.d. 5 februari 2015 (ZD02, map 02, pagina 624-onder) en het proces-verbaal van bevindingen telefoonnummer ‘[getuige 3]’ d.d. 17 februari 2015 (ZD02, map 02, pagina 686-midden).
76.Het proces-verbaal van bevindingen GSM [getuige 2] d.d. 5 februari 2015 (ZD02, map 02, pagina 625).
77.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD04, pagina 266 en 273).
78.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1363-boven).
79.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 7] d.d. 8 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1373-midden).
80.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1363-boven).
81.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 18] d.d. 7 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1513-onder).
82.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2014 (ZD02, map 02, pagina 414-midden).
83.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3]d.d. 18 december 2014 (ZD02, map 03, pagina 853-midden).
84.Het proces-verbaal van foto verslag inbraak d.d. 25 maart 2014 (ZD02, map 01, pagina’s 107-118).
85.Het proces-verbaal van aangifte van [getuige 16] d.d. 19 maart 2014 (ZD02, map 01, pagina 53-onder en 54-onder).
86.Het proces-verbaal van aangifte van [getuige 16] d.d. 19 maart 2014 (ZD02, map 01, pagina 53-onder en 54-onder).
87.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 18]d.d. 10 maart 2015 (ZD02, map 02, pagina’s 534 en 535) en het proces-verbaal van verhoor van verdachte [getuige 7] d.d. 13 februari 2015 (ZD02, map 02, pagina 520 midden en pagina 521 bovenaan).
88.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 16] d.d. 30 april 2014 (ZD02, map 01, pagina 209-boven).
89.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3]d.d. 18 december 2014 (ZD02, map 03, pagina 854-onder, 856-boven en 860-onder en 861-boven).
90.Het proces-verbaal van foto verslag inbraak d.d. 25 maart 2014 (ZD02, map 01, pagina’s 107-118).
91.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 8] d.d. 20 maart 2014 (ZD02, map 01, pagina 101 en 102).
92.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 februari 2015 (ZD02, map 02, pagina 645).
93.Het proces-verbaal van aangifte van [getuige 16] d.d. 19 maart 2014 (ZD02, map 01, pagina 53-midden en 55-boven).
94.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] d.d. 19 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1363-boven).
95.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 18] d.d. 7 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1513-onder) en het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] d.d. 19 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1363-midden).
96.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3]d.d. 18 december 2014 (ZD02, map 03, pagina 852-onder).
97.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] d.d. 19 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1363-midden).
98.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 18] d.d. 7 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1514-boven) en het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 9] d.d. 12 februari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1433-midden).
99.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3]d.d. 18 december 2014 (ZD02, map 02, pagina 854-boven).
100.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2014 (ZD02, map 02, pagina 414).
101.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 9] (ZD02, map 03, pagina 795-onder).
102.Het proces-verbaal van bevindingen GSM [getuige 2] d.d. 5 februari 2015 (ZD02, map 02, pagina’s 624-628).
103.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 9] d.d. 12 februari 2015 (ZD02, map 03, pagina 796-boven).
104.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 20 januari 2015 (ZD02, map 02, pagina 653-midden).
105.Het proces-verbaal van bevindingen GSM [getuige 2] d.d. 5 februari 2015 (ZD02, map 02, pagina’s 624-628).
106.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 februari 2015 (ZD02, map 02, pagina 645).
107.Het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1288-onder).
108.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 maart 2014 (ZD02, map 03, pagina 755-onder).
109.Het proces-verbaal van historische gegevens [telefoonnummer 18] d.d. 7 april 2015 (ZD02, map 03, pagina 819-boven).
110.Het proces-verbaal van historische gegevens [telefoonnummer 9] d.d. 12 februari 2015 (ZD02, map 03, pagina 796-onder).
111.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] d.d. 18 december 2014 (ZD02, map 03, pagina 855-onder).
112.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juli 2014 (ZD02, map 02, pagina 317).
113.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 april 2013 (ZD02, map 02, pagina 319).
114.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2014 (ZD02, map 02, pagina’s 320 en 321).
115.Het proces-verbaal van bevindingen vergelijking daders d.d. 29 april 2014 (ZD02, map 02, pagina’s 312 en 313).
116.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2014 (ZD02, map 02, pagina 414-midden).
117.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD01, map 04, pagina’s 1536-onder en 1537-boven).
118.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina’s 1420-boven en 1421).
119.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 mei 2014 (ZD02, map 02, pagina’s 351 en 352).
120.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 3 december 2014 (ZD01, map 02, pagina 415) en het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 3 december 2014 (PD01-04, pagina 33-onder).
121.Het proces-verbaal van bevindingen ARS en Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD02, map 02, pagina 382-onder).
122.Het proces-verbaal van bevindingen [kenteken] d.d. 20 oktober 2013 (ZD02, map 02, pagina’s 358-360).
123.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 11 maart 2015 (ZD01, map 02, pagina 479-midden).
124.Het proces-verbaal van bevindingen ARS en Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD02, map 02, pagina 383-boven).
125.Het proces-verbaal van bevindingen telefoonnummers [telefoonnummers 8/24] d.d. 5 maart 2014 (ZD01, map 04, pagina 1352-midden).
126.Het proces-verbaal van bevindingen ARS en Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD02, map 02, pagina 383-boven).
127.Het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1290-onder).
128.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 10] d.d. 25 april 2014 (ZD02, map 01, pagina’s 150-onder en 151-boven).
129.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 29 april 2014 (ZD02, map 01, pagina’s 155, 156 en 159).
130.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 april 2014 (ZD02, map 01, pagina’s 119-boven en 120-boven).
131.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 16] d.d. 30 april 2014 (ZD02, map 01, pagina 208-midden).
132.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 29 april 2014 (ZD02, map 01, pagina’s 157-160).
133.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 12] d.d. 25 april 2014 (ZD02, map 01, pagina’s 146 en 147) en Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 29 april 2014 (ZD02, map 01, pagina 160).
134.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 mei 2014 (ZD02, map 01, pagina 166).
135.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 10] d.d. 25 april 2014 (ZD02, map 01, pagina’s 150 en 151).
136.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek PD d.d. 26 april 2014 (ZD02, map 01, pagina 134).
137.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 april 2014 (ZD02, map 01, pagina 153).
138.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1421-onder).
139.Het proces-verbaal van bevindingen ARS en Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD02, map 02, pagina 382-onder).
140.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] d.d. 25 april 2014 (ZD02, map 01, pagina’s 137 en 138).
141.Het proces-verbaal van bevindingen schadebedrag d.d. 21 januari 2015 (ZD02, map 01, pagina 144-midden en 155 onderaan).
142.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 3] d.d. 29 april 2014 (ZD02, map 01, pagina’s 175-midden en 176-midden).
143.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 11] d.d. 21 mei 2014 (ZD02, map 01, pagina 184-midden).
144.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 19] d.d. 16 mei 2014 (ZD01, map 02, pagina 277-midden) en Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 16] d.d. 17 maart 2015 (ZD01, map 04, pagina 763-midden).
145.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 16] d.d. 30 april 2014 (ZD02, map 01, pagina 209-boven).
146.Het proces-verbaal van bevindingen vergelijking daders d.d. 29 april 2014 (ZD02, map 02, pagina’s 312 en 313).
147.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2014 (ZD02, map 02, pagina’s 320 en 321).
148.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens d.d. 9 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1421-onder en 1422-boven).
149.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2014 (ZD02, map 02, pagina 414-onder).
150.Het proces-verbaal van onderzoek aangetroffen smsjes bekeuringen d.d. 4 februari 2015 (ZD02, map 02, pagina 369).
151.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek TOMTOM d.d. 6 april 2015 (ZD01, map 02, pagina 495-onder).
152.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek TOMTOM d.d. 6 april 2015 (ZD01, map 02, pagina’s 500 en 503-onder).
153.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 11 maart 2015 (ZD01, map 02, pagina 478-midden).
154.Het bevel tot inverzekeringstelling van verdachte [medeverdachte 3]d.d. 24 september 2014 (los opgenomen).
155.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 april 2015 (ZD02, map 02, pagina 456, 457 en 462).
156.Het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1275-onder).
157.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina’s 37 tot 40).
158.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina’s 171-173 en 176).
159.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 17] (ZD08, pagina’s 328-midden en 329-onder).
160.Het proces-verbaal van bevindingen ARS en Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD08, pagina’s 219-onder en 220-boven).
161.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 17] (ZD08, pagina’s 328-midden en 329-onder).
162.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD08, pagina’s 260-271).
163.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 1] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina 48-boven).
164.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina’s 37 tot 40).
165.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 1] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina 48-midden).
166.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD08, pagina 273).
167.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina’s 37 tot 40) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 1] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina 48-midden).
168.Het proces-verbaal van bevindingen lijst weggenomen Imeinummers d.d. 3 december 2013 (ZD08, pagina’s 57 en 60-61).
169.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] d.d. 9 maart 2015 (ZD08, pagina 280-midden/onder).
170.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina’s 37 tot 40).
171.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD08, pagina 275).
172.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 oktober 2013 (ZD08, pagina 95).
173.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina 39-boven).
174.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD08, pagina 277).
175.Het proces-verbaal van bevindingen 112 melding d.d. 21 oktober 2013 (ZD08, pagina 30).
176.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2014 (ZD08, pagina 277).
177.Het proces-verbaal van bevindingen 2e 112 melding d.d. 24 oktober 2013 (ZD08, pagina 31).
178.Het proces-verbaal van bevindingen 112-bellen/gedragingen van manager [medeverdachte 1] d.d. 24 november 2014 (ZD08, pagina 240).
179.Het proces-verbaal van bevindingen 3e 112 melding d.d. 24 oktober 2013 (ZD08, pagina 32).
180.Het proces-verbaal van bevindingen 4e 112 melding d.d. 24 oktober 2013 (ZD08, pagina 34).
181.Het proces-verbaal van bevindingen 112-bellen/gedragingen van manager [medeverdachte 1] d.d. 24 november 2014 (ZD08, pagina 240).
182.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] d.d. 9 maart 2015 (ZD08, pagina 280-281 en 285-onder).
183.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 oktober 2013 (ZD08, pagina 22-onder).
184.Het proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 31 oktober 2013 (ZD08, pagina 106-midden).
185.Het proces-verbaal van doorzoeking woning [adres]te Amsterdam d.d. 10 juli 2014 (ZD08, pagina 110).
186.Het proces-verbaal van aantreffen muts d.d. 28 juli 2014 (ZD08, pagina 153 en 154).
187.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 17] (ZD08, pagina 328-onder).
188.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] (ZD08, pagina 332-onder).
189.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 20]d.d. 12 september 2014 (ZD08, pagina 195-onder) en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 21] d.d. 24 juli 2014 (ZD08, pagina 183-onder).
190.Het proces-verbaal van bevindingen ARS en Vialis d.d. 20 november 2014 (ZD08, pagina’s 219-onder en 220-boven).
191.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] (ZD08, pagina 333-boven).
192.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek TOMTOM d.d. 6 april 2015 (ZD01, map 02, pagina 495-onder).
193.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek TOMTOM d.d. 6 april 2015 (ZD01, map 02, pagina’s 498, 499 en 503-onder).
194.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina’s 171-173 en 176).
195.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] (ZD08, pagina 333-midden).
196.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina’s 171-173 en 176).
197.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] (ZD08, pagina 333-midden).
198.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina’s 171-173 en 176).
199.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] (ZD08, pagina’s 331 en 333).
200.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 17] (ZD08, pagina’s 327 en 328).
201.Het proces-verbaal van bevindingen telefoonnummers [telefoonnummers 8/24] d.d. 5 maart 2014 (ZD08, pagina 317 en 319).
202.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD08, pagina 340).
203.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1360-onder).
204.Het proces-verbaal van uiterlijke vergelijking dader 12Yonkers en 11Struis d.d. 26 september 2014 (ZD04, pagina 106 e.v.).
205.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 21 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 169-midden).
206.Het proces-verbaal van overzicht [winkel] B.V. d.d. 8 april 2015 (ZD04, pagina 265).
207.Het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1285-boven).
208.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens gebruiker [telefoonnummer 15] d.d. 17 februari 2015 (ZD04, pagina 190-boven)
209.Het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1285-boven).
210.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens gebruiker [telefoonnummer 15] d.d. 17 februari 2015 (ZD04, pagina 190-boven)
211.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens gebruiker [telefoonnummer 6] d.d. 2 januari 2015 (ZD04, pagina 208).
212.Het proces-verbaal van telecom en kentekenregistraties totaal d.d. 10 april 2015 (ZD01, map 04, pagina 1285-midden).
213.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens gebruiker [telefoonnummer 6] d.d. 2 januari 2015 (ZD04, pagina 208).
214.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 6] d.d. 2 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina’s 1417 en 1418).
215.Het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 10 maart 2014 (ZD04, pagina 21-midden).
216.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens gebruiker [telefoonnummer 15] d.d. 17 februari 2015 (ZD04, pagina 190-midden).
217.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] d.d. 22 augustus 2014 (ZD01, map 04, pagina 1337-midden).
218.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 18 maart 2014 (ZD04, pagina’s 39-onder, 40 en 41).
219.Het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 10 maart 2014 (ZD04, pagina 22-boven).
220.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 18 maart 2014 (ZD04, pagina 42).
221.Het proces-verbaal van bevindingen 112 bellen en gedragingen van manager [medeverdachte 1] (ZD04, pagina 121).
222.Het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 10 maart 2014 (ZD04, pagina 22-boven).
223.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 18 maart 2014 (ZD04, pagina 43-onder).
224.Het proces-verbaal van bevindingen 112 bellen en gedragingen van manager [medeverdachte 1] (ZD04, pagina 121).
225.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden d.d. 18 maart 2014 (ZD04, pagina’s 32-46).
226.Het proces-verbaal van bevindingen 112 bellen en gedragingen van manager [medeverdachte 1] (ZD04, pagina 121).
227.Het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] d.d. 10 maart 2014 (ZD04, pagina 22-midden).
228.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 10 maart 2014 (ZD04, pagina 30-boven).
229.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 4 december 2014 (ZD04, pagina 320-onder).
230.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] d.d. 21 juli 2014 (ZD01, map 01, pagina 160 midden en 169-midden).
231.Het proces-verbaal van aantreffen foto’s Adidas jack d.d. 24 juli 2014 (ZD04, pagina’s 87-91).
232.Het proces-verbaal van aantreffen muts d.d. 28 juli 2014 (ZD04, pagina’s 92-96).
233.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1362-midden).
234.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] d.d. 22 augustus 2014 (ZD04, pagina 240-midden).
235.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina 115-onder).
236.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] d.d. 22 augustus 2014 (ZD04, pagina 240-midden).
237.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 7] d.d. 8 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1371-onder).
238.Het proces-verbaal van bevindingen reizen openbaar vervoer d.d. 24 november 2014 (ZD04, pagina 115-onder).
239.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 16] d.d. 22 augustus 2014 (ZD04, pagina 240-midden).
240.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 7] d.d. 8 januari 2015 (ZD01, map 04, pagina 1371-onder).
241.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1362-midden).
242.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 15] d.d. 17 februari 2015 (ZD04, pagina 190).
243.Het proces-verbaal van historische verkeersgegevens [telefoonnummer 13] (ZD01, map 04, pagina 1362-midden).
244.Het proces-verbaal van doorzoeking [adres] te Utrecht d.d. 4 december 2014 (ZD10, dossierpagina 7-midden).
245.Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 22 januari 2015 (ZD10, dossierpagina’s 16 en 26).
246.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5] d.d. 3 december 2014 (ZD10, dossierpagina 32-onder).
247.Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut met kenmerk 2014.07.17.003, 02 d.d. 16 februari 2015 (ZD10, dossierpagina 38).
248.Verklaring van verdachte ter terechtzitting( zie het proces-verbaal van de terechtzitting van 8 oktober 2015).