ECLI:NL:RBNHO:2015:889

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 januari 2015
Publicatiedatum
10 februari 2015
Zaaknummer
C-15-219846 - JU RK 14-1136
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van zorg en ontwikkeling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 januari 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 30 januari 2013 en zou aflopen op 7 februari 2015. De Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Holland had verzocht om verlenging van deze ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, omdat de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige waren toegenomen. De moeder van de minderjarige had zich aan de zorg onttrokken en had geen contact onderhouden met de gezinsvoogd, wat leidde tot ernstige zorgen over de situatie van de minderjarige.

Tijdens de zitting was de moeder niet aanwezig, maar de kinderrechter heeft haar afwezigheid als zorgelijk ervaren, gezien de reeds bestaande zorgen. De gezinsvoogd had moeite om contact te krijgen met de moeder, die regelmatig afspraken verzet. Dit had negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van de minderjarige, die problemen vertoonde op school en moeilijk contact maakte met klasgenootjes. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn en heeft besloten om het verzoek tot verlenging toe te wijzen. De ondertoezichtstelling is verlengd van 7 februari 2015 tot 7 februari 2016, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd
locatie Haarlem
verlenging ondertoezichtstelling
zaak-/rekestnr.: C/15/219846 / JU RK 14-1136
beschikking van de kinderrechter van 29 januari 2015
naar aanleiding van een verzoek van
de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, thans
de Jeugd- en Gezinsbeschermers,
hierna te noemen: de Stichting,
strekkende tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige:
-
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
verblijvende bij de moeder,
kind van
[de moeder], wonende in [woonplaats],
hierna te noemen: de moeder,
Het gezag over de minderjarige wordt uitgeoefend door de moeder.

1.Procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- een verzoekschrift, met bijlagen, van de Stichting, ingekomen op 9 december 2014.
1.2
De kinderrechter heeft het verzochte behandeld op de zitting met gesloten deuren van 29 januari 2015.
Hierbij is verschenen en gehoord:
- de Stichting, vertegenwoordigd door mevrouw [naam].
De moeder is niet verschenen. Kort voor de zitting heeft zij gebeld met de griffie en meegedeeld dat zij niet kan komen in verband met haar reuma.

2.Feiten en omstandigheden

Bij beschikking van de kinderrechter van 30 januari 2013 is deze minderjarige onder toezicht gesteld, welke ondertoezichtstelling thans nog voortduurt tot 7 februari 2015.

3.Verzoek

De Stichting heeft verzocht de ondertoezichtstelling van voornoemde minderjarige te verlengen voor de duur van een jaar. Het plan en een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling zijn als bijlagen bij dat verzoek gevoegd.

4.Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is het volgende gebleken. Het afgelopen jaar zijn de zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige] niet afgenomen, maar juist toegenomen. Er bestaan zowel zorgen over de beschikbaarheid van de moeder als over de persoonlijke ontwikkeling van [minderjarige].
De moeder is moeilijk bereikbaar voor de gezinsvoogd en verzet afspraken regelmatig. Dit heeft tot gevolg dat de gezinsvoogd weken of soms maanden geen contact heeft met de moeder en de minderjarige. Deze frequentie is in het kader van de ondertoezichtstelling ontoelaatbaar, zeker gezien de ernstige zorgen over [minderjarige].
[minderjarige] is door de moeder van zijn school [naam school] gehaald, omdat de relatie tussen haar en [naam school] verstoord was. De huidige school van de minderjarige, de [naam school], merkt dezelfde problemen op in het functioneren van [minderjarige] als [naam school]. [minderjarige] maakt een vermoeide indruk en heeft concentratieproblemen. [minderjarige] komt regelmatig te laat op school, of verschijnt helemaal niet en wordt dan niet altijd afgemeld door moeder. Tevens maakt [minderjarige] moeilijk contact met klasgenootjes. Daarentegen behaalt hij wel goede cijfers op school. De school heeft vanwege de zorgen die zij hebben de moeder verzocht een verwijzing te regelen, zodat [minderjarige] onderzocht kan worden door de Opvoedpoli. De moeder heeft toegezegd dit te zullen regelen, maar tot op heden heeft zij dit nagelaten. Dit speelt ondertussen al langer dan een jaar. Zij heeft onlangs nog aangegeven overal positief tegenover te staan, maar dit blijkt niet uit haar handelen. Ook de huisarts heeft aangegeven dat hij zich zorgen maakt over het effect van moeders functioneren op [minderjarige]. Hij meldt dat [minderjarige] steeds meer belast wordt met het verlenen van ondersteuning aan de moeder.
De kinderrechter vindt het zorgelijk dat de moeder niet naar de zitting is gekomen. Dit past wel geheel in het beeld dat door de gezinsvoogd wordt geschetst. De zorgen omtrent [minderjarige] zijn groot en worden alleen maar groter. De kinderrechter geeft de moeder mee dat, indien zij zich blijft onttrekken aan het toezicht van de gezinsvoogd en de zorgen onverminderd blijven bestaan, dit kan leiden tot een uithuisplaatsing of beëindiging van haar gezag. Voor de nabije toekomst is een actievere uitvoering van de ondertoezichtstelling noodzakelijk, waarbij de gezinsvoogd ten allen tijde zicht dient te hebben op de opvoedingssituatie van [minderjarige].
Gelet op het voorgaande is voldoende aannemelijk geworden dat de gronden die destijds tot de ondertoezichtstelling van de minderjarige hebben geleid, ook nu nog aanwezig zijn.
Daarom zal het verzoek worden toegewezen.

5.Beslissing

De kinderrechter:
5.1
Verlengt de duur van de ondertoezichtstelling van de minderjarige:
- [minderjarige],
met ingang van 7 februari 2015 tot 7 februari 2016.
5.2
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kinderrechter, in tegenwoordigheid van S.J.W.M. Luijten, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2015.
Tegen deze beschikking kan door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze aan hen op andere wijze bekend is geworden.