ECLI:NL:RBNHO:2015:843
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verlaagde tegemoetkoming voor huishoudelijke hulp onder de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 februari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw die huishoudelijke hulp ontvangt op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder waarin de tegemoetkoming voor huishoudelijke hulp werd verlaagd van 4,5 uur per week naar 3,5 uur per week. Dit besluit volgde op eerdere besluiten waarbij de hulp ook al was verlaagd. Eiseres stelde dat haar medische toestand verslechterd was en dat zij meer hulp nodig had dan werd toegekend. Verweerder baseerde zijn besluit op een gespreksverslag en een medisch rapport van Argonaut, waarin werd geconcludeerd dat eiseres in staat was om samen met haar partner lichte huishoudelijke taken uit te voeren.
Tijdens de zitting op 26 november 2014 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres voldoende procesbelang heeft bij een uitspraak, ondanks dat de periode waarover het geschil ging inmiddels was verstreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de samenstelling van de Commissie Bezwaarschriften niet in strijd was met de wet en dat het medisch onderzoek door Argonaut niet bevooroordeeld was. Eiseres had verschillende bezwaren tegen de conclusies van de medische rapporten, maar de rechtbank oordeelde dat zij deze niet voldoende had onderbouwd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat verweerder voldoende rekening had gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiseres en de medische adviezen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.