In deze zaak heeft de moeder een verzoek ingediend om haar minderjarige kind, [kind 1], onder toezicht te stellen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in het kader van de voorlopige voorzieningen procedure een onderzoek aangekondigd, dat ook een beschermingsonderzoek zal omvatten. De moeder heeft zorgen geuit over de ontwikkeling van [kind 1], die bij de vader in Spanje woont, en stelt dat haar kind in haar ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. De vader daarentegen verzet zich tegen het verzoek van de moeder en stelt dat [kind 1] het goed maakt in Spanje en daar haar sociale leven heeft opgebouwd. De Raad heeft tijdens de zitting zijn zorgen geuit over het loyaliteitsconflict waarin de kinderen zich bevinden en heeft aangeboden om een onderzoek te verrichten naar de noodzaak van kinderbeschermingsmaatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder niet heeft aangetoond dat zij de Raad heeft verzocht om een ondertoezichtstelling en heeft het verzoek van de moeder afgewezen. De kinderrechter heeft de beschikking op 1 oktober 2015 gegeven, waarbij het verzoek van de moeder werd afgewezen. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers binnen drie maanden na de uitspraak.