ECLI:NL:RBNHO:2015:8387

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 oktober 2015
Publicatiedatum
2 oktober 2015
Zaaknummer
C/15/231362/ JU RK 15-1581
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling van minderjarige in het kader van een echtscheidingsprocedure

In deze zaak heeft de moeder een verzoek ingediend om haar minderjarige kind, [kind 1], onder toezicht te stellen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in het kader van de voorlopige voorzieningen procedure een onderzoek aangekondigd, dat ook een beschermingsonderzoek zal omvatten. De moeder heeft zorgen geuit over de ontwikkeling van [kind 1], die bij de vader in Spanje woont, en stelt dat haar kind in haar ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. De vader daarentegen verzet zich tegen het verzoek van de moeder en stelt dat [kind 1] het goed maakt in Spanje en daar haar sociale leven heeft opgebouwd. De Raad heeft tijdens de zitting zijn zorgen geuit over het loyaliteitsconflict waarin de kinderen zich bevinden en heeft aangeboden om een onderzoek te verrichten naar de noodzaak van kinderbeschermingsmaatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder niet heeft aangetoond dat zij de Raad heeft verzocht om een ondertoezichtstelling en heeft het verzoek van de moeder afgewezen. De kinderrechter heeft de beschikking op 1 oktober 2015 gegeven, waarbij het verzoek van de moeder werd afgewezen. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd
Zittingsplaats: Alkmaar
zaakgegevens : C/15/231362 / JU RK 15-1581
datum uitspraak: 1 oktober 2015

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

[naam moeder], hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats], gemeente Alkmaar,
betreffende
[naam kind 1], geboren op [geboortedatum] te [woonplaats], hierna te noemen [kind 1].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen de Raad,

gevestigd te Haarlem,

[naam vader], hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats], Zwitserland.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de moeder van 25 augustus 2015, ingekomen bij de griffie op 26 augustus 2015;
- het verweerschrift met bijlagen van de vader van 14 september 2015, ingekomen bij de griffie op 14 september 2015, en
- het faxbericht met bijlage van de vader van 17 september 2015
Op 24 september 2015 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. De behandeling van de zaak heeft tegelijkertijd plaatsgevonden met de behandeling van de verzoeken van partijen met betrekking tot de toevertrouwing van [kind 1] en van de minderjarigen
  • [naam kind 2], op [geboortedatum] te [woonplaats], en
  • [naam kind 3], op [geboortedatum] te [woonplaats],
in het kader van de voorlopige voorzieningen procedure tussen de moeder en de vader, bij de rechtbank bekend onder het nummer C/15/227900 / FA RK 15-3559.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [kind 1],
- de moeder,
- de vader, en
- de vertegenwoordigster van de Raad, mevrouw [naam 1].

De feiten

Het ouderlijk gezag over [kind 1] wordt uitgeoefend door de ouders.
[kind 1] woont sinds 19 april 2015 bij de vader. De vader staat ingeschreven in Zwitserland, maar woont feitelijk met zijn partner en haar kind in Spanje. Bij uitspraak van 1 oktober 2015 van de rechtbank onder nummer C/15/227900/ FA RK 15-3559 is [kind 1] toevertrouwd aan haar vader.

Het verzoek

De moeder heeft de ondertoezichtstelling van [kind 1] verzocht voor de duur van 12 maanden.

Het standpunt van belanghebbenden

De moeder stelt dat [kind 1] thans, bij haar vader in Spanje, zodanig opgroeit dat zij in haar ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. Zonder haar toestemming is [kind 1] door haar vader naar Spanje meegenomen om daar te wonen. Zij heeft sindsdien ook nauwelijks contact met [kind 1] kunnen krijgen. Voor haar zorgen over [kind 1] heeft de moeder geen gehoor gevonden bij de door haar benaderde instanties. De school die [kind 1] bezocht in Nederland heeft inmiddels de leerplichtambtenaar ingeschakeld.
De vader voert verweer tegen het verzoek van de moeder. [kind 1] wil volgens de vader bij hem wonen. Inmiddels in [kind 1] ingeschreven op een school in Spanje en heeft zij volgens de vader haar sociale leven vorm gegeven en is zij opgebloeid. De vader acht het daarom niet in belang van [kind 1] dat zij naar de moeder terugkeert, ook omdat de moeder, volgens de vader, haar woning per 1 oktober 2015 zou dienen te verlaten.
De Raad heeft tijdens de mondelinge behandeling zijn zorgen geuit over het loyaliteitsconflict waarin [kind 1] en ook de andere minderjarige kinderen van partijen zich bevinden. De kinderen worden niet in staat gesteld om van beide ouders te houden wat schadelijk is voor de ontwikkeling van de kinderen. De Raad verbaast zich erover dat partijen niet getracht hebben met hulpverlening de problemen van de kinderen op te lossen. Dit geldt zowel voor de moeder als voor de vader. De Raad zal zelf een onderzoek verrichten naar de vraag of voor [kind 1] en/of de andere minderjarigen binnen het gezin van de ouders, kinderbeschermingsmaatregelen getroffen moeten worden.
[kind 1] ziet desgevraagd niet de noodzaak van een ondertoezichtstelling in.

De beoordeling

Op grond van het (nieuwe) artikel 1:255 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de moeder een verzoek tot ondertoezichtstelling doen indien de Raad desgevraagd door de moeder daartoe niet overgaat. Niet is gebleken dat de moeder de Raad heeft verzocht om een dergelijk verzoek ten behoeve van [kind 1] te doen. De Raad heeft echter, tijdens de mondelinge behandeling van de voorlopige voorzieningen procedure tussen partijen als hierboven weergegeven, aangeboden vooruitlopend op de echtscheidingsprocedure een onderzoek te verrichten naar de vraag welke hoofdverblijfplaats in het belang van [kind 1] dient te worden geacht. De Raad heeft voorts aangeboden dit onderzoek uit te breiden met een beschermingsonderzoek naar [kind 1] en naar [kind 2] en [kind 3], respectievelijk zus en broer van [kind 1].
De rechtbank heeft de Raad in voornoemd kader verzocht om het aangeboden onderzoek naar de noodzaak van kinderbeschermingsmaatregelen te verrichten. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank het verzoek van de moeder om [kind 1] onder toezicht te stellen dan ook afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek van de moeder af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. Friedberg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M. Knoop-Gerritsen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2015.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam