Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.InleidingOp 16 oktober 2011 heeft in de gemeente Wieringermeer op de Rijksweg A7 een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij een motorrijder over een onderdeel van een autoband heen is gereden waardoor hij ten val is gekomen. Aan verdachte wordt verweten dat hij met een lekke autoband door is blijven rijden en dat hij, nadat onderdelen van deze autoband op het wegdek terecht zijn gekomen, er niet voor heeft gezorgd dat deze onderdelen verwijderd werden.
4.Bewijs
(de rechtbank begrijpt 16 oktober 2011)net na 21:00 uur een hoop kabaal hoorde. Zij hoorde een zware automotor en een soort geluid van metaal. Zij beschreef dit als metalen deksels die tegen elkaar aansloegen, maar dan heel hard. Eenmaal buiten zag zij een grote zwarte pick-up staan op de stoep en half in de tuin van haar overburen op [adres] . Het kenteken was [kenteken] . Terwijl zij naar buiten liep zag zij een man lopen in de richting van perceel [adres] en daar aanbellen. Ze zag dat de deur open werd gedaan en hoorde de man met luide stem lallen, ogenschijnlijk dronken, dat hij zijn auto stuk gereden had, of woorden in gelijke strekking. Toen zij naar de voorzijde van de auto keek zag zij dat er totaal geen rubber meer op het wiel zat. [5]
Ik was vanavond thuis toen er werd aangebeld. Ik deed open zag dat [verdachte] voor de deur stond.Ik hoorde dat hij zei: ‘Ik heb de auto stuk gereden.’ Hij was alleen en stomdronken.Dat gebeurt vaker want hij heeft een alcoholprobleem. (…) [verdachte] vroeg mij om hem thuis te brengen, naar de [adres] . Ik schat dat het toen ongeveer 22:00 uur was’. [6]
‘Als die band lek is, is ie lek. En eraf is eraf’. Als dan wordt gevraagd wat hij voelde op het moment dat die band er af ging antwoordt hij:
‘Nog hobbeliger, dat merkte ik wel’. [10] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wel een beetje herrie had gehoord. [11]
‘Je hoort alleen meer’. Duidelijk is dat de toestand waarin verdachte verkeerde behoorlijke invloed heeft gehad op zijn waarnemings- en beoordelingsvermogen. Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank het niet mogelijk dat verdachte in nuchtere toestand evenmin zou hebben gemerkt dat hij op een kale velg reed. Uit verdachtes verklaring afgelegd bij de politie
(‘lek is lek en er af is er af’)komt naar voren dat het hem ook niet interesseerde. Zonder zich ook maar ergens van te vergewissen heeft verdachte zijn weg vervolgd. Zelfs toen hij eenmaal was gearriveerd bij het adres van zijn schoonvader heeft hij geen enkele blijk van inzicht gegeven in de ernst van de situatie, hoewel hij zich realiseerde dat hij zijn auto
stuk had gereden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte dan ook zeer onvoorzichtig gereden en heeft hij in die zin schuld in de zin van artikel 6 WVW aan het ongeval.
De rechtbank leest de tenlastelegging daarom aldus verbeterd.
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sancties
Vervolgens heeft hij medewerking aan een ademonderzoek geweigerd.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
2 (zegge twee) maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op 3 jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
180 (zegge honderdtachtig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 90 dagen hechtenis.