Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.InleidingOp grond van diverse CIE meldingen over de illegale handel in drank en sigaretten werd er door de FIOD een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar medeverdachte [medeverdachte 1] binnen welk onderzoek diverse telecommunicatiemiddelen zijn afgetapt en vele tapgesprekken zijn opgenomen. De informatie uit dit onderzoek van de FIOD, de diverse tapgesprekken en feit dat [medeverdachte 1] eerder ter zake van Opiumwet delicten is veroordeeld hebben uiteindelijk geleid tot een verdenking van drugssmokkel via de luchthaven Schiphol.
4.Beoordeling van de ten laste gelegde feiten
“we landen om half 10 al”. [6] Verdachte heeft hierna telefonisch contact met zowel [koerier 1] , als [afhaler 1] en [medeverdachte 1] . [7]
“He luister, moet die ene morgen dáár zijn? Denk het wel he.”[medeverdachte 1] zegt ja. [34] Om 14:05 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] en zegt dat hij al één nieuw kaartje heeft. Hij regelt ook beltegoed. Ze zijn op zoek naar een tweede SIM-kaart. [35]
“Ik weet nog niks definitief he, ik ben nog bezig.”[medeverdachte 3] antwoordt dat hij het maar moet laten weten. [36] Die avond om 20:43 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] . [verdachte] zegt:
“ik heb effe nagevraagd. (..) eeuh.. voor wat je vroeg, in de auto weet je wel, of dat eeuh.. of dat eruit moet, maar ze moeten gewoon blijven zitten. (..) wat ze jou vroegen, of dat kon weet je nog over de ping. (..) ze blijven zitten.”[medeverdachte 1] reageert:
“jajajaja die Rasta.” [37]
“Er zijn problemen met die dáár is. Die zit in het verkeerde hotel. (…) dus dat gaat nog wel een tijdje aanhouden.”[verdachte] reageert:
“Voordat hij bij jou is?”[medeverdachte 1] zegt ja en vraagt:
“Heb je nog gezocht?”[verdachte] reageert:
“Ja, ik heb al gezocht. Ik heb al gevonden ook.” [38] Om 18:43 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] die zegt dat hij wat heeft gehoord en dat ze er onderweg naar toe zijn. [medeverdachte 3] zegt ik zie je zo en dan horen we wel. [39]
“Ik ben morgen niet druk nee.”[verdachte] zegt dat hij dan wel even langs komt. Voorts zegt hij:
“Moet je morgen even vrij houden als je wil.”[medeverdachte 4] zegt dat dit goed is. [verdachte] zegt:
“Als je wat wil verdienen.”[verdachte] zegt dat hij nog niet weet wanneer hij bij [medeverdachte 4] is, maar:
“als ik in ieder geval weet dat jij morgen vrij bent. En dat je wat wilt ondernemen. (..) Dan zie je mij zo meteen even.”[medeverdachte 4] zegt dat het goed is. Voorts zegt [verdachte] :
“En als je nog iemand anders weet, want ik heb twee mensen nodig.”[medeverdachte 4] vraagt:
“je hebt twee mensen nodig?”[medeverdachte 4] zegt:
“Eh, ja dan moet ik even denken. Eh, ja ik verzin wel wat.” [40] Vervolgens neemt [verdachte] om 11:55 uur weer contact op met [medeverdachte 4] . [verdachte] deelt [medeverdachte 4] mede:
“Binnen drie kwartier zijn wij bij jou. (…) Heb je al een tweede?”[medeverdachte 4] antwoordt:
“Ja, volgens mij wel, maar dat moet ik even met je overleggen.”[verdachte] zegt dat het helemaal goed komt. [41] Uit de GBA blijkt dat [medeverdachte 4] is getrouwd met [betrokkene 2] en zij samen een dochter hebben genaamd [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3] ). [betrokkene 3] woont samen met [medeverdachte 5] (hierna: [medeverdachte 5] ). Tevens is gebleken dat [betrokkene 2] de tante van [verdachte] is. [42] [medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij door [verdachte] is benaderd met de vraag of hij wat wilde verdienen en of hij een tweede persoon wist. [43] [medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij op 1 januari 2014 door [medeverdachte 4] werd gebeld met de vraag of hij bij [medeverdachte 4] langs wilde komen. [44]
“Heeft opa nog iets laten horen?”[medeverdachte 3] zegt van niet en vraagt aan [medeverdachte 1] :
“Maar had jij nog, hebben ze nog contact gehad?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Nee, dat weet ik niet. Dat zal best.”[medeverdachte 1] geeft door:
“Oke, ge moet tegen opa zeggen, half twaalf morgen.”[medeverdachte 3] vraagt aan [medeverdachte 1] of hij die papieren al heeft gezien en hij al een kopie heeft. [medeverdachte 1] zegt dat die nu wordt doorgestuurd. [45] [medeverdachte 3] heeft verklaard dat ‘Opa’ is genaamd [betrokkene 4] . [46] Vervolgens belt [medeverdachte 1] om 13:36 uur met een Spaans sprekende man met een Dominicaans accent en geeft hij door:
“Ik stuur je nieuws, kijk er a.u.b. onmiddellijk naar op de BlackBerry. Ja? (…) Ik schrijf je zo.” [47]
“Jamaica, Montego Bay, daar worden passagiers bij geladen.” [54] Uit onderzoek op de website van de luchthaven Brussel bleek dat op donderdag 2 januari 2014 omstreeks 11:20 uur vlucht TB304 c.q. JAF304 stond gepland om te landen te Brussel. Deze vlucht was afkomstig vanuit Punta Cana op de Dominicaanse Republiek en had een tussenlanding in Montego Bay te Jamaica. [55] Op 1 januari 2014 om 16:18 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] deelt mede dat één van de kaartjes niet werkt. Die andere doet het wel. [56] Vervolgens belt [medeverdachte 3] hem twee minuten later terug en vraagt of het al voor morgen staat. [medeverdachte 1] zegt:
“Ja, maar ik bel je straks nog op. (…) Als ik het zeker weet, bel ik jou op. (…) He, met Belgische dinges. (…) Vanuit dáár. (…) Met een nummer van dáár bel ik je, ja?” [57] Uit de historische printgegevens blijkt dat er op 1 januari 2014 om 23:04 uur een gesprek had plaatsgevonden tussen het Belgische nummer 0032470081094 van [medeverdachte 1] en het Nederlandse telefoonnummer [-3520] van [medeverdachte 3] . [58] Op 1 januari 2014 om 17:59 uur neemt [medeverdachte 1] contact op met [verdachte] en zegt:
“Je moet wel even tegen ze zeggen dat ze ID meenemen. (…) Nee maar niet dat ze dat vergeten jongen. (…) Want we hebben het wel meer meegemaakt.”Op de achtergrond is te horen dat [betrokkene 5] zegt:
“Dat ie geldig is.”[medeverdachte 1] zegt daarop tegen [verdachte] :
“En dat het geldig is, weet ge niet.”[verdachte] zegt dat hij het gaat doorgeven. [59] Vervolgens laat [medeverdachte 1] om 19:13 uur aan [verdachte] weten:
“He opschieten jongens, ik zit in België.” [60] Tien minuten later belt [medeverdachte 1] weer naar [verdachte] en zegt:
“He, heeft hij zijn ding aan staan?”[verdachte] zegt dat hij hem aan heeft staan. [medeverdachte 1] denkt van niet. [verdachte] vraagt daarop of hij moet vragen of diegene [medeverdachte 1] op dat nummer moet bellen. [61] [medeverdachte 4] belt met zijn Nederlandse nummer om 19:24 uur en 20:38 uur naar het Belgische nummer van [medeverdachte 1] . Met dit nummer belde [medeverdachte 1] ongeveer een minuut eerder naar [verdachte] . [62] [medeverdachte 1] straalt op dat moment telefoonmasten te Zaventem (België) aan. [63] Later op de avond van 1 januari 2014 om 23:14 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] . [verdachte] zegt dat [medeverdachte 4] ook zijn Nederlandse nummer meeneemt dus het kan niet mis gaan. [64]
“Laat hun die foto van die man wissen op hun telefoon.” [68] [betrokkene 2] antwoordt om 00:11 uur:
“Komt goed kerel.” [69] [betrokkene 2] heeft verklaard, dat [medeverdachte 1] de foto van de man die [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] goed in hun hoofd dienden te prenten later naar [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] heeft verstuurd waarna [betrokkene 2] ’s nachts een sms-bericht heeft ontvangen met het verzoek dat [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] de foto van de man op hun telefoon dienden te wissen hetgeen toen al was gebeurd. [betrokkene 2] verklaarde tevens dat zij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] op 2 januari 2014 vanuit Ede met de auto naar Schiphol heeft gebracht waarna [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] vanaf Schiphol naar Brussel zijn gevlogen. [70] [medeverdachte 4] verklaarde eveneens dat hij en [medeverdachte 5] op 2 januari 2014 door [betrokkene 2] naar Schiphol gebracht. [71]
“Ze komen er net uit daar?”De onbekende man zegt ja, waarop [betrokkene 5] zegt:
“Mooi, dan ga ik nu bellen naar …Ntv.” [73] Om 13:39 uur belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] en vraagt hem:
“Oke, kom je dadelijk zo vlug mogelijk naar huis? Want wij zijn nu onderweg.”[verdachte] antwoordt:
“Oke, wel alles goed?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja.”waarop [verdachte] zegt:
“Oh, fantastisch, hehe, eindelijk.” [74] Op de luchthaven te Brussel zagen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] na enige tijd de persoon die ze moesten hebben. [medeverdachte 4] is naar de man toe gelopen en heeft met een Belgisch SIM-kaartje naar het telefoonnummer dat als “Brussel” of “Zaventem” in de telefoon opgeslagen was, gebeld. Een onbekende man met Belgisch accent nam de telefoon op en vertelde dat [medeverdachte 4] meteen naar buiten moest lopen. Vervolgens zijn [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] naar buiten gelopen. Toen werd er gefloten en zag [medeverdachte 4] dat [medeverdachte 1] en [betrokkene 5] aan de overkant van de weg stonden. De man met het petje liep op dat moment zo'n 20 meter achter [medeverdachte 4] en had een kleine trolley met trekstang bij zich. [medeverdachte 1] liep naar de man met het petje toe en [betrokkene 5] kwam naar [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] toe. [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [betrokkene 5] en [medeverdachte 1] zijn vervolgens naar [naam chaletpark] gereden alwaar [verdachte] na enige tijd verscheen. [75] [medeverdachte 5] heeft voorts verklaard dat hij en [medeverdachte 4] , nadat zij [medeverdachte 1] en [betrokkene 5] hadden ontmoet, richting het hotel tegenover de luchthaven zijn gelopen. [76] Het chalet van [medeverdachte 1] op [naam chaletpark] is gelegen te Heeswijk-Dinther. [77] Ook [medeverdachte 5] heeft verklaard, dat zij de man hebben onderkend. [78] [verdachte] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] op de luchthaven aanwezig was en dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] [koerier 3] naar buiten hebben begeleid waar [medeverdachte 1] aanwezig was. [79]
“Ja, ik ben in Nederland en hij is in België. Begrijp je? Ik heb hem in een hotel gezet en ik ben nu op zoek naar het nummer van het hotel. Daar staat het kamernummer en alles. (…) Wees gerust want alles, alles, alles gaat goed.”De man zegt dat ‘daar’ uitleg moet gaan geven. [medeverdachte 1] zegt dat hij het papier van het hotel met het telefoonnummer en ‘zijn’ kamernummer zoekt en daarna:
“Ik heb de papieren hier…een moment. Ik doe hem in een hotel en 2000 euro, voor het moment. Vandaag komt iemand anders en betaalt de rest. Maar je vriend betaalt niet. Dus moet ik het betalen of niet? (…) Of ik de chauffeur wel of niet moet betalen.”De man antwoordt:
“Natuurlijk die moet betaalt worden.” [80]
“bel naar het hotel en vraag dat ze je doorverbinden met die persoon die in die kamer verblijft.” [81] Direct daarna belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] en zegt dat hij eerst naar boven moet, want hun moeten hem hebben. Hij zegt dat hij 100% ook nog naar [medeverdachte 3] komt, want hij moet [medeverdachte 3] ook hebben. [medeverdachte 1] zegt tegen [medeverdachte 3] dat hij alvast aan de gang kan gaan. [82] Om 16:51 uur belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] en vraagt waar [verdachte] is. [verdachte] zegt dat hij nog steeds hier is en ze afzet. [medeverdachte 1] zegt dat hij is geroepen en eerst naar hun toe moet want hij is geroepen. Hij moet komen. Op dat moment straalt de telefoon van [verdachte] een zendmast aan in Ede. [83] [medeverdachte 4] heeft verklaard dat [verdachte] hem en [medeverdachte 5] vanaf het chalet vervolgens naar huis heeft gebracht. [84] Later heeft [medeverdachte 5] via [medeverdachte 4] de € 1.000,- beloning gekregen. [85]
“Waarschijnlijk was hij de baas en omdat alles goed gelopen was zou hij iemand sturen om het ticket te betalen. Hij zei mij dat ik goed werk had gepresteerd.”[koerier 3] verklaarde voorts dat hem was verteld dat er cocaïne in de koffer zat en dat het hem vanaf het begin duidelijk was dat het om drugs ging. [87]
“heb je die auto even APK gemaakt?”[medeverdachte 3] zegt:
“Ja”waarop [medeverdachte 1] vraagt:
“En?” [medeverdachte 3] antwoordt:
“Ja, ik heb dat eh, ziet er mooi uit.”[medeverdachte 1] zegt dat hij dat wel moet weten, want:
“hun willen ook weten of die auto’s door de APK komen, ja of nee.”[medeverdachte 3] zegt dat hij zo terug belt, maar dat het er heel mooi uit ziet. Voorts vraagt [medeverdachte 3] :
“He, luister even, dat moet ik even weten. Moet ik die al in de stalling doen?”[medeverdachte 1] zegt:
“Ja, je moet vast aan de gang.”[medeverdachte 3] zegt dat hij dat weet, snapt en al bezig is. [90] Ten tijde van voornoemd gesprek straalt de telefoon van [medeverdachte 3] een zendmast in Maastricht aan [91] waar [medeverdachte 3] woont. [92]
“Gister is goed gegaan dus te druk snapte.” [96] Direct daarop ontvangt [verdachte] een sms-bericht van [medeverdachte 2] inhoudende:
“Mooi zo. Ja dan druk zat. Uitzoeken poetsen. Hoor wel wanneer je langskomt. Have Fun.” [97] Op 3 januari 2014 om 18:07 belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] . [verdachte] zegt dat hij later een afspraak heeft in Eindhoven. [98]
“Het is een hele mooie auto”[verdachte] : “
ja”, [medeverdachte 1] : “
Het is een hele mooie auto en heel goed ook”, [verdachte] : “
ja”, [medeverdachte 1] : “
dus, jaja”, [verdachte] :
“Beter”, [medeverdachte 1] :
“he?”[verdachte] : ”
Dat is beter, beter dan uhhh ja mooie auto.” [99] Even later om 23:58 uur maakt [medeverdachte 1] gebruik van de telefoon van [verdachte] en belt hij naar het Belgische telefoonnummer 003227108000 van het Sheraton hotel en vraagt hij of hij door kan worden verbonden met kamernummer 2022. De receptioniste verbindt hem door waarna [medeverdachte 1] spreekt met een man die zichzelf [koerier 3] (de rechtbank begrijpt [koerier 3] ) noemt. [medeverdachte 1] vraagt hem of hij al een ticket heeft. [koerier 3] zegt dat hij morgenavond terug gaat en dat hij zelf een ticket heeft gekocht voor € 350,-. [medeverdachte 1] zegt dat hij morgenvroeg iemand stuurt die hem geld geeft voor het ticket. [medeverdachte 1] zegt dat [koerier 3] het geld voor het ticket van hun krijgt. [koerier 3] vindt dit super. Zo heeft [koerier 3] volgens [medeverdachte 1] nog een beetje geld als hij terugkeert en dan kan hij daar nog een beetje vakantie vieren. Voorts zegt [medeverdachte 1] tegen [koerier 3] dat hij misschien nog wel een beetje kan werken. [koerier 3] zegt dat zij zijn nummer hebben, dus dan kunnen zij hem bellen. [medeverdachte 1] vraagt aan [koerier 3] om zijn telefoonnummer op te schrijven voor de man die morgenvroeg bij hem komt. [koerier 3] zegt dat hij morgenavond naar Punta Cana vliegt. Op de achtergrond is te horen dat [medeverdachte 1] vraagt hoe laat, waarop [verdachte] zegt dat het hem niet uitmaakt. Ze spreken af te ontmoeten bij het Sheraton. [medeverdachte 1] zegt tegen [koerier 3] dat er dan geld voor [koerier 3] wordt meegenomen. [100]
“was die auto door de keuring gekomen?”[medeverdachte 1] zegt van wel. Voorts zegt [medeverdachte 3] :
“Vanavond tref ik iemand. (…) Ik ben even naar wat mensen geweest. Vanavond tref ik ook nog iemand, die wil ook een auto, denk ik.”[medeverdachte 1] vindt dit oke en vraagt aan [medeverdachte 3] :
“En die van jou zijn allemaal op? (…) Zijn ze dat allemaal?”[medeverdachte 3] antwoordt:
“Ja, je weet wat weg is.” [101] Een half uur later om 17:48 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] en zegt:
“He luister eens, ik moet eigenlijk een auto hebben.”[medeverdachte 3] zegt hem dan zijn kant op te komen. [medeverdachte 1] zegt dat hij nu gaat rijden. [medeverdachte 3] zegt:
“ja ja, dan zorg ik dat ie klaar staat.” [102]
“Nee, jawel, ze hebben me gevraagd of dat al weg was. Toen heb ik terug gezegd ja. Ik ben nu aan het afwachten.”Daarop vraagt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 1] :
“Ja, ik neem aan dat ze die hebben opgehaald, of niet?” [106]
“Die vrouw had gebeld. (…) Die telefoonnummer wat zij heeft, die gaat daar niet meer. Nu heeft ze er eentje daar gekocht. (…) En die nummer moet ik jou direct doorgeven, die moet jij meteen doorgeven, want zij moet daar morgen weg of zo en anders kunnen ze haar niet bereiken.” [107] Enkele minuten later om 20:19 uur belt [medeverdachte 3] weer met [medeverdachte 1] die aan [medeverdachte 3] vraagt hoezo ‘zij’ daar morgen weg moet. [medeverdachte 3] weet het niet weet, maar zo is zij voor hun onbereikbaar nu zij ‘een kaart van dáár heeft’. [medeverdachte 3] geeft het nummer 0018 ‘van daar’ door. [medeverdachte 1] vraagt:
“46, ok. 8096678846 (…) Goed, dan ga ik dat meteen doorgeven.” [108]
“Heeft opa nog iets laten horen?”[medeverdachte 3] zegt van niet en vraagt:
“Maar had jij nog, hebben ze nog contact gehad?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Nee, dat weet ik niet. Dat zal best.” [109]
“Die heeft helemaal geen probleem daar. Die heb daar een vent. (…) Maar ze zijn aan het twijfelen of het wel moet of niet moet. (…) Die vrouw van opa. (…) Die had toch gebeld dat ze een probleem had? (…) Maar dat is helemaal niet waar. (…) Ze heb een vriend daar. Zij is al een keer of tien geweest daar.”[medeverdachte 3] zegt dat hij weet dat ze eerder is geweest en vraagt of er iets aan de hand is. [medeverdachte 1] zegt:
“Ja, die zijn bang hè. Want dat is een man van dáár, weet je. Die zijn bang dat er gepraat wordt, snap je?”Ze praten morgen. [110]
“Ik heb paspoort aangevraagd, die kan ie maandagochtend ophalen. (…) [medeverdachte 5] die heeft hem net ook eeuh, die kan hem maandag om 2 uur ophalen, dus hopen dat het dan allemaal nog lukt voor je.” [112] Blijkens de Gemeentelijke Bevolkingsadministratie zijn er op 3 januari 2014 paspoorten aangevraagd door [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . [113]
“Eh, die vrouw, die is heel lastig. Ze wil naar de ambassade gaan.” (…) “Ze moet terug naar d’r werk gaan.” (…) En ze doet moeilijk. Ze dreigt. Ze wil daar naar toe stappen, ze moet meer geld hebben.”[medeverdachte 3] zegt dat hij pas morgen naar die man toe kan gaan. [medeverdachte 1] zegt:
“Zeg tegen hem dat ie haar belt en dat ze rustig doet. (…) En dat ze terug naar haar werk gaat.”[medeverdachte 3] gaat er morgen naar toe. [114] Om 11:06 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] en zegt dat hij zojuist heeft gebeld:
“Hij (derde) zegt ook: zij zegt “ik zit hier maar op een kamertje” en dat moet ze wel allemaal zelf betalen, zegt ze.” (…) Ze had gewoon in dat ding moeten gaan. (…) Maar ze waren bij haar. Ze waren overleggen gisteren. (…) Over het geld van de kamer. (…) Dat kamertje, dat was het, maar verder niks. (…) Willen ze haar gewoon afsturen?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja, ik denk het wel he. Normaal wel.”[medeverdachte 3] zegt dat hij hoopt van wel. [115] Een kleine twee uur later om 12:52 uur bellen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] weer met elkaar. [medeverdachte 3] is zojuist bij opa is geweest en zegt:
“Het is zo hè, die vrouw heeft helemaal geen geld. Ze moet haar kamertje betalen en zo, haar paspoort hebben zij en zo, begrijp je? Er is niks aan de hand, maar ze heeft helemaal geen geld. Ze kan niet meer eten. (…) Als ze haar gewoon een paar honderd dollar geven voor die drie dagen, dan is alles goed.”[medeverdachte 1] gaat er achteraan. [medeverdachte 3] zegt:
“Ja, doe dat. Of ze even een paar honderd dollar voor die drie dagen, dat is eh.., hee en ik heb twee mensen. (…) En de dinges heb ik al. (…) Ook van hier.”Daarop antwoordt [medeverdachte 1] :
“Ja, dat is prima. Dat is perfect.” [116]
“Goedemorgen, met [verdachte] , ik had een vraagje mijn tante die heeft bij jullie een reis geboekt en ik kan niet zo goed vinden hoe laat ze nou terug landt hiero.”Hij geeft aan dat de vertrekdatum 28 december was. Het reisbureau vraagt op welke naam er is geboekt waarop hij zegt:
“Euhm die naam van me tante is [koerier 4] . Het is een vlucht op euh Za.. euh Punta Cana.”Het reisbureau geeft door dat ze morgenmiddag om 15:25 uur vertrekken vanuit Punta Cana en woensdagmorgen om 6 uur in Brussel zijn. [117] Uit de eerder genoemde bestelbon en daarbij behorende passagiersinformatie van reisbureau White Sun blijkt dat er een vlucht was geboekt waarbij [koerier 4] op 7 januari 2014 met vlucht JAF204 vanuit Punta Cana (Dominicaanse Republiek) zou vertrekken en op 8 januari 2014 in Brussel zou aankomen. [118]
“Ok, want het is niet morgen, maar overmorgen.”[medeverdachte 4] zegt dat hij hem gaat proberen te bellen. [119] Om 12:34 uur ontvangt [verdachte] een sms-bericht van [betrokkene 2] :
“ [medeverdachte 5] kan mee.” [120] Om 12:54 uur neemt [medeverdachte 4] contact op met [verdachte] en zegt
“dat hij (derde) gewoon mee kan.” [121] Enkele minuten later om 13:05 uur belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] die doorgeeft dat hij naar zijn oom (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 4] ) is om dingen te regelen. Hij wikkelt het daar zo snel mogelijk af en moet kijken naar ‘het parcours’. [medeverdachte 1] vraagt een half uurtje te wachten. [122] Hierop stuurt [verdachte] om 13:14 uur een sms-bericht naar [betrokkene 2] :
“Het word later vandaag moet nu eerst iets anders doen zie je straks.” [123] Vervolgens zegt [medeverdachte 1] tegen [verdachte] dat hij langs moet komen en zijn laptop mee moet nemen dan kijken ze gauw iets door. [124] Later die middag ontvangt [verdachte] om 17:01 uur een sms-bericht van [medeverdachte 5] waarin [verdachte] wordt gevraagd hoe laat hij langskomt, want zij wachten. [125] [verdachte] antwoordt dat hij er zo aankomt. [126] Kort daarop ontvangt [verdachte] een sms-bericht van [betrokkene 2] waarin zij vraagt hoe laat hij er is. [127] [verdachte] antwoordt haar dat het morgen wordt. [128]
“Luister, die vrouw is niet meer te pakken te krijgen aan de telefoon (…) die heeft de telefoon uit.”[medeverdachte 3] antwoordt:
“Ja, ik weet het ik had hem gevraagd ‘bel haar’ en hij – waar ik bij was – bellen, krijgt haar niet te pakken.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Nee, hun ook niet meer.” [129] Enkele minuten daarna belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] en zegt:
“Die willen dat papier hebben voor die euh voor die vr.. (…) want is het die vrouw niet, dan is het een ander snapte?” [130] Om 11:08 uur belt [medeverdachte 1] zijn vriendin. Hij is volop aan het werk en zit in de stress en zegt tegen haar:
“Dat wijf is niet meer te pakken te krijgen, niet voor ons en niet voor daar.” [131] Om 12:42 uur belt [medeverdachte 3] terug naar [medeverdachte 1] en zegt:
“Hee luister, die ene heb ik gesproken, die opa. Ja, die krijgt ‘r ook helemaal niet te pakken (…) dat wordt toch niks meer he?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Nee. Dat gaat niet.”[medeverdachte 3] vraagt of [medeverdachte 1] daar nog iemand heeft. [medeverdachte 1] zegt:
“Ik ben volop bezig. Nu zeggen hun, dat hun nog iemand hebben.” [132] Vervolgens wordt [medeverdachte 1] om 14:21 uur door een Spaans sprekende man met een Dominicaans accent gebeld die zegt:
“Er zijn problemen daar naartoe.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja , ik weet het, hier is hetzelfde.”[medeverdachte 1] zegt dat hij eraan komt. [133] Die avond om 18:56 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] . [verdachte] zegt tegen hem dat ze hem hier (waar hij is) niet laten gaan. [medeverdachte 1] zegt dat hij ze gaat bellen. Op dat moment straalt de telefoon van [verdachte] nog steeds een zendmast aan in Rotterdam. [134] Direct daarop om 18:59 uur belt [medeverdachte 1] met dezelfde Spaans sprekende man met het Dominicaanse accent. De man vraagt aan [medeverdachte 1] wat er aan de hand is:
“Want zij bellen mij al. Die mensen bellen mij.”[medeverdachte 1] vraagt:
“Het is geen onzin toch?”De man zegt:
“Nee, het is geen onzin, geen spel, het is serieus.” [135] Terwijl [verdachte] nog in Rotterdam is, ontvangt hij om 18:59 uur een sms-bericht van [betrokkene 2] die hem vraagt hoe het zit met morgen. [136] [verdachte] antwoordt dat ze hun best doen, maar dat er een klein probleempje is met die vrouw. [137] Om 19:20 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] en zegt dat hij ‘met allebei onderweg’ is. [medeverdachte 1] zegt dat hij nog 17 kilometer van Maastricht verwijderd is en dat ze elkaar ergens onderweg wel zien. [138] Kort daarna om 20:11 uur vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 1] of ze bij ‘de appel’ afspreken. [139] Daarop wordt om 19:37 uur door het observatieteam waargenomen dat [medeverdachte 1] en zijn vriendin met zijn Mercedes, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , een bezoek brengen aan [medeverdachte 3] te Maastricht. Vervolgens rijdt [medeverdachte 1] om 20:28 uur weg en komt hij om 21:08 aan bij wegrestaurant ‘De Wildenberg Goudreinet’ te Weert. Tussen 21:09 uur en 21:32 uur waren [medeverdachte 1] en [verdachte] samen in het wegrestaurant. Om 21:34 uur namen zij afscheid van elkaar en droeg [verdachte] een roodkleurig doorzichtig tasje waarna zij om 21:35 uur in hun auto’s stapten. [verdachte] stapt tezamen met twee onbekende mannen in donkere kleding in zijn Mercedes, voorzien van het kenteken [kenteken] , waarna beide auto’s wegreden. [140] Na deze ontmoeting met [verdachte] belt [medeverdachte 1] om 22:16 uur naar [medeverdachte 3] . [medeverdachte 1] geeft hem door dat de vrouw een ‘artiest artiest’ is. [141] Diezelfde avond van 7 januari 2014 om 23:07 uur stuurt [verdachte] een sms-bericht naar [betrokkene 2] :
“Morgen word weekend je ziet me morgen dan leg ik het uit.” [142] [betrokkene 2] antwoordt direct dat zij dat ok vindt. [143]
“Ik heb voor jou hier twee papie….”[medeverdachte 1] onderbreekt hem en zegt:
“Ik weet het nog niet. (…) Maar het gaat wel door. Het gaat wel door, maar of dat we.. uh.. het gaat door 100%, dat wel.”[medeverdachte 3] zegt dat hij nog wat papiertjes voor [medeverdachte 1] heeft en dat hij wel even hem langs kan gaan. Ze spreken af elkaar straks te zien. [144] Om 14:24 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] :
“Het was toch Punta?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja, ja, ja.” [145]
“Want ik heb ook nog even gekeken hè, ik heb ook gekeken. (…) Maar op die tijd, dat is ’s-ochtends. (…) Dus anders moet het op een andere tijd zijn.” [148] Om 16:25 uur vraagt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 1] of de slagboom open is, want hij is er. De telefoon van [medeverdachte 1] straalt een zendmast in Heeswijk-Dinther aan. [149]
“Moeten we niet naar Rotterdam? (…) Belangrijk.”waarop [medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja, heel belangrijk heel belangrijk. Ik heb gisteravond FLACO nog gebeld gisterenavond. (…) Die wil wit.” [150] Daarna bellen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] om 10:48 uur en geeft [medeverdachte 1] door:
“Ik heb nog niets terug gehoord. (…) In ieder geval (…) het gaat door in ieder geval. Dat weet ik.”Daarna vraagt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 1] :
“Komt ‘hij’ nog naar jou toe?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja, ja die gaan ze ophalen voor mij. Die moet ik op laten halen. Die hebben geen auto, niks. (…) En ‘die’ heeft net gebeld, nog geen vijf minuten geleden. Dus die haalt ‘m dadelijk op.” [151] Om 13:25 uur belt [verdachte] naar [betrokkene 3] en geeft haar door dat hij niet weet of hij vandaag of morgen langskomt, maar dat het maandag of dinsdag wordt
“of dit weekend moet er nog iets terugkomen.”Voorts zegt hij:
“Ik ga nu zo die mensen spreken of die tickets van het weekend nog gelukt zijn. Als dat gelukt is, dan kom ik sowieso dit weekend nog. (…) Maar als dat niet lukt, dan moet ik snel aan de slag en dan moet het begin volgende week worden.” [152] Nog geen uur daarna om 14:17 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] en zegt:
“kun je hun laten weten dat ik er ben (…) ik sta voor de deur dus.”Op dat moment straalt zijn mobiele telefoon een zendmast in Rotterdam aan. [153] Daarna belt [verdachte] om 16:31 uur naar [medeverdachte 1] en zegt tegen hem dat hij het park op rijdt. [medeverdachte 1] zegt dat hij er niet is, waarna [verdachte] zegt
“dan neem ik ze mee naar mij toe”. Volgens [verdachte] zijn ze met zijn tweeën. [medeverdachte 1] zegt daarop tot zo. [154]
“Die vrouw. Is ze terug?”[medeverdachte 3] antwoordt:
“Dat weet ik niet. Ik heb nog niet gebeld. Hij heeft nog niet gebeld. Helemaal niks gehoord.”[medeverdachte 1] vraagt daarop:
“Dus je weet ook niet in welk ziekenhuis dat die ligt?”[medeverdachte 3] antwoordt:
“Nee, dat weet ie helemaal niet. Hij weet helemaal niks. En die vriendin hoort ook niks. (…) Nee, nee, ja, dat zal wel daar ergens zijn natuurlijk.”[medeverdachte 3] stelt voor om het te laten schieten:
“Maar als ze zich niet meldt, kunnen we niet helpen of wel?”[medeverdachte 1] beaamt dit. [155] Om 19:02 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] en zegt:
“Het gaat misschien een paar weken niet. (…) Diezelfde als die vrouw eigenlijk mee zou komen. Daar zat niet alleen in de hand, maar ook onder. Het schijnt, maar dat is van iemand anders, maar dat schijnt genomen te zijn vorige week (…) diezelfde als die vrouw, waarmee die terug zou komen. Precies dezelfde. Waarmee die vrouw zou terugkomen, eigenlijk. Die vrouw had pijn in haar hand. Ja, maar onderin. Maar dat is niet van hun, maar van een ander. En nu zeggen hun: ja informeer hoe en of eh een 100% daar.”[medeverdachte 1] zegt dat hij op internet gaat zoeken. [medeverdachte 1] zegt:
“Vijfenveertig (45). Dat zou er toch wel op komen he?”[medeverdachte 3] denkt van wel. Daarop zegt [medeverdachte 1] :
“Ja, dan moet je of een week of twee wachten. (…) En als er nou een 100%-dinges op staat? (…) maar hun zeggen: nou is het heet daarbinnen.” [156]
“Ik moet het weten of ik de chauffeur moet sturen ja of nee? Voor aanstaande woensdag.. ja of nee?”De Spaans sprekende man antwoordt:
“Morgen bespreken we alles.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Oke.., maar ik kan morgen geen ticket kopen voor woensdag.” [158] Daarop belt [medeverdachte 1] om 14:19 uur naar [medeverdachte 3] en zegt tegen hem dat hij ‘hun’ net heeft gesproken en dat hij morgen pas zeker weet wanneer ze die kunnen sturen, woensdag ja of nee, deze woensdag. [medeverdachte 3] zegt:
“Dan halen we woensdag niet meer hè, als je dat morgen… dat euh..”[medeverdachte 1] zegt dat het ook vrijdag of zaterdag kan. [medeverdachte 3] zegt vrijdag niet, maar zaterdag of zondag wordt het dan. [medeverdachte 1] antwoordt:
“Oke, dan zondag.”[medeverdachte 3] zegt dat hij ‘daar’ naar toe gaat en hij het dan gaat uitleggen. [159]
“Ja, moeten er eigenlijk achter zien te komen waar dat ze is, want dan euh stuur even iemand daar naar toe met een bloemetje (…) eventjes kijken of alles goed is met haar, want dan (…) Ze vroegen mij in hoeveel tijd ik dat kan weten, dan kan ze daar nog eventjes uitrusten. (…) Dat ze even contact leggen met euh waar en euh.. Efkes naar het ziekenhuis toe kunnen gaan. (…) dat ze een beetje rustig is en dat ze haar eigen niet alleen voelt, dat ze daar nog eventjes wil wachten daar.”[medeverdachte 3] denkt dat de vrouw alweer beter is. [medeverdachte 1] zegt dat het goed is, maar dat ze elkaar eerst persoonlijk moeten spreken. [medeverdachte 3] vraagt:
“Wel hetzelfde land he?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Nee nee nee, dat gaat niet momenteel (…) maar ze hebben daar even, niet hier maar daar, even naar euh stop euh gezet daar. (…) Want daar is gekeken, weet je niet? (…) Dat 45 kilometerwagentje euh.. (…) Total loss gereden ja, daarvoor zijn ze daar aan het op… euh kijken.”Vervolgens zegt [medeverdachte 1] dat als ze acuut willen dat het wel naar een ander kan. Op de achtergrond spreekt [medeverdachte 1] Spaans en vraagt of van Peru 100% goed is hetgeen door de man op de achtergrond wordt bevestigd. [160]
‘dat van Ecu wat jij zei’niets is. [medeverdachte 1] is daarmee bezig. [162]
“Wat wil je? Dat ik haar ga bezoeken?”[medeverdachte 1] zegt dat hij dat wil, maar dat hij niet weet in welk ziekenhuis zij ligt. De man zegt dat hij het gaat uitzoeken. [163]
“Kan je een chauffeur sturen naar je land.”[betrokkene 6] antwoordt direct:
“Maar alleen zij kunnen één en niet twee inzetten/opzetten. Voor jou.”[medeverdachte 1] zegt daarop dat het beter is dat [betrokkene 6] komt om te praten. Op 8 februari 2014 om 12:01 uur vraagt [betrokkene 6] wat zij gaan doen. [medeverdachte 1] zegt dat hij die middag beslist komt en vraagt of [betrokkene 6] heel veel nieuws voor hen heeft. Om 18:13 uur schrijft [medeverdachte 1] naar [betrokkene 6] :
“Vriend ik ben hier in het centrum, kom hier a.u.b. maar rustig aan jij heb tijd. (…) ok tot zo, bedankt vriend.”Om 18:48 uur vraagt [betrokkene 6] waar [medeverdachte 1] is. [medeverdachte 1] antwoordt om 18:49 uur:
“In het restaurant anigos.” [164]
“Vriend wat is er met de chauffeur gebeurd?”[medeverdachte 1] antwoordt later die middag om 17:42 uur:
“Vriend. De chauffeur gaat woensdag naar jouw land.”[betrokkene 6] antwoordt om 17:47 uur:
“Zoek/haal poen om te sturen om te kopen. Vriend, stuur een foto van het ticket van de chauffeur.”Om 22:41 uur stuurt [betrokkene 6] :
“Vriend, mijn vriend zegt dat als je het ticket al van de chauffeur gekocht hebt of je dan alsjeblieft de foto van het ticket wil sturen.” [165]
“Die belt hem en zegt dat het hotel vol is. (…) Dus of jouw vriend daar zoekt iets voor ons of we moeten wachten en dit ticket annuleren voor de volgende week of over twee weken. Maar als jouw vriend zegt ‘Ok, ik kan een hotel regelen’, dan kan je [ntv] gaan, dan heb je je ticket al. Begrijp je? (…) Maar het hoeft geen luxueus hotel te zijn, maar een normaal hotel.”[medeverdachte 1] zegt dat ‘hij’ morgen al gaat en dat de Spaans sprekende man het ticket al heeft en vraagt of hij een te gek hotel kan regelen om morgen te gaan. De man vindt dit goed. [medeverdachte 1] zegt:
“De aankomst daar om.. om twaalf uur toch? (…) Een moment.. Om half twaalf.” [166] Om 19:10 uur belt [medeverdachte 1] weer met de Spaans sprekende man. [medeverdachte 1] vraagt hem naar de andere Spaans sprekende man genaamd [betrokkene 7] en vraagt:
“Vriend (…) Weet jij nog die laatste vraag in het restaurant?”[betrokkene 7] zegt:
“Dat is belangrijk, dat is heel belangrijk. (…) de naam van de persoon/personen, hoe die geschreven worden, voor mijn vriend. (…) Opdat hij de naam weet.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ok, een moment, een moment [in het Nederlands tegen 4e persoon: Hij vroeg of je hun kunt bellen naar wie hun schrijven of van wie er een papier terugkomt. Een naam.]”[betrokkene 7] zegt:
“Ah ok. En jij stuurt de naam naar [betrokkene 6] via de ping.” [167]
“Oh, dat geeft niks eh volgende week donderdag tijd?”[medeverdachte 4] zegt dat hij dan tijd heeft. [verdachte] vraagt:
“Eh hoe heet het ook?”[medeverdachte 4] weet het niet, maar dat hij dat moet vragen waarop [verdachte] antwoordt:
“Oh ok ok, eh ja is wel belangrijk zeg maar.”[medeverdachte 4] zegt daarop dat hij dan zometeen even [medeverdachte 5] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 5] ) moet gaan bellen en gaat overleggen. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 4] op dit nieuwe nummer van [verdachte] terug moet bellen. [170] Om 17:14 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] en zegt:
“eeuh.. dat ik hoe heet het naar Ede moet brengen want ze heb niet genoeg op de rekening staan. (…) en er zijn nog maar zeven (7) stoelen dus eeuh er is ook haast bij zeg maar.”[medeverdachte 1] zegt dat hij dat weet. [verdachte] zegt daarop:
“maar als ik het vanavond meld dan kan ze het morgenochtend storten.” [171] Om 17:47 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 4] die zegt:
“Yo.. hey, ’t wordt niks. Nee nee, ik kan wel met eeuh.. sean/chan? (…) [betrokkene 3] en die vind het ook allemaal goed en die weet ook hoe het werk en eeuh.. geld geld en eeuh..” [172]
“Ja dat is donderdag de twintigste om 06:50 is de KL 1721 (…) Brussel.”De vrouw vraagt:
“Van Amsterdam naar Brussel?”[verdachte] zegt ja en dat het om een enkele reis gaat. De prijs voor het ticket is 361,61 euro per persoon. [verdachte] vindt dit geen probleem en geeft een naam door:
“ [medeverdachte 4] (..) Eerste voornaam [medeverdachte 4] .”De vrouw vraagt naar de achternaam van de tweede persoon. [verdachte] zegt:
“Nee, nee dat is nog niet zeker welke eeuh.. er zijn een paar opties zeg maar (…) Maar dat er twee gaan dat is honderd procent zeker (…)”[verdachte] ontvangt boekingscode 5XG5VD voor
de boeking op 20 februari Amsterdam van 6 uur 50 naar Brussel aankomst 07:40 uur. [verdachte] wil contant op de luchthaven betalen. [174] Uit de boekingsgegevens met betrekking tot boekingscode (PNR) 5XG5VD blijkt dat er geen tickets zijn aangemaakt. De PNR bleek te zijn gemaakt op 13 februari 2014 met als passagiers [medeverdachte 4] en [betrokkene 8] voor de vlucht KL1721 van 20 februari 2014 van Amsterdam naar Brussel en de terugvlucht KL1720 op 25 februari 2014 van Brussel naar Amsterdam. Beide passagiers hebben de vlucht niet gemaakt. [175] Daarna belt [verdachte] om 12:50 uur naar [betrokkene 2] en krijgt hij [betrokkene 9] aan de lijn aan wie hij vraagt:
“De eerste hamvraag is of je volgende week donderdag vrij bent.”[betrokkene 9] zegt als het goed is wel. [verdachte] vraagt of hij nu even naar Ede kan komen:
“althans, als je wat wil verdienen.”[verdachte] zegt dat hij bij [betrokkene 2] is. [176] Om 15:14 uur belt [verdachte] met [betrokkene 10] en vraagt hem:
“Wat ben jij volgende week donderdag aan het doen? (..) Wil je wat verdienen?”[betrokkene 10] antwoordt dat hij niks te doen heeft en altijd wat wil verdienen. [verdachte] wil niet over de telefoon praten en rijdt zo naar Culemborg. [177] Om 18:38 uur belt [verdachte] naar [betrokkene 10] . Hij is bij de afrit Culemborg. [178]
“Zit er alleen een scheurtje in, of is tie helemaal doormidden die ID kaart van jou?”[betrokkene 10] zegt dat er een scheurtje precies bij zijn foto zit. Er is een klein stukje uit. [verdachte] zegt:
“Oké, probeer het even te regelen en anders rij ik vanavond effe langs iemand van de Marechaussee en dan kan die kijken of het ermee door kan of niet.” [179] Om 15:02 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 4] en vraagt of hij nog iemand heeft gevonden. [medeverdachte 4] heeft niemand gevonden. [180]
“Had je het nog geregeld daar bij jou? (…) Ja, dat je twee man vind.”[verdachte] zegt:
“Jaah.. zeker, maar ik moet weten of het die dag doorgaat weet je wel?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Jaah.., dat weten we vandaag pas daar ben ik op aan het wachten, want dan kan ik pas actie ondernemen jongen. (…) M.. maar dat het komt volgende week is zeker.” [181] Om 16:36 uur belt [verdachte] met [betrokkene 2] die zegt:
“Vergeet jij niet dat jij tickets moet regelen.”[verdachte] zegt dat hij dat al geregeld heeft, hij voor maandag twaalf uur contant moet betalen en:
“Nee nee maar we zijn aan het kijken of dat we die terugvlucht van hun daar even kunnen verzetten.”[betrokkene 2] vraagt of hij die jongen mee neemt. [verdachte] zegt ja. [182]
“Ja naar Rotterdam om dat ding toch te annuleren toch.”[verdachte] vraagt aan [medeverdachte 1] of ze al een nieuwe dag weten. [medeverdachte 1] zegt van niet. [verdachte] zegt:
“oke want euh ik had zitten kijken, misschien kan je een tipje geven maar op zondag (…) Dat kan… volgens mij zaterdag weg daar.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja dat ligt eraan wanneer hun klaar staan daar.”[verdachte] zegt:
“Ja en euh ik heb euh hoe heet het geannuleerd in ieder geval.” [183]
“Die ene heeft zojuist ook gebeld die moet iets weten hè.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja, dat zal hij dadelijk weten maar ik weet wel zal zaterdag op zondag zijn dat weet ik.”[medeverdachte 3] zegt dat hij het zeker moet weten. [184] Om 17:03 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] en zegt:
“Ik krijg euhm vandaag door precies euh..een dag en wanneer maar eeuh.. het is zaterdag dat weten we al. (…) Hun zijn nu bij hem.”[medeverdachte 3] vraagt:
“Dan moet ik op zaterdags daar?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja… Tot zaterdag gaat ie weg zaterdag.” [185] ‘s Avonds belt [medeverdachte 1] om 20:09 uur naar [verdachte] en zegt dat [verdachte] vanavond naar Rotterdam moet. [186] Om 22:03 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] . [verdachte] is in Rotterdam en vraagt aan [medeverdachte 1] of hij ‘hun’ kan bellen dat hij er is. [medeverdachte 1] zegt dat ze naar beneden komen. [187] Om 22:22 uur wordt [verdachte] gebeld door [afhaler 3] [medeverdachte 1] (hierna: [afhaler 3] ) die aan hem vraagt waar hij is. [verdachte] zegt dat hij nog in Rotterdam is en nu terug komt. [afhaler 3] vraagt:
“Heb je wat achtergehouden voor ons?”[verdachte] antwoordt:
“Twee ruggen. Natuurlijk heb ik niets achtergehouden kut! Ja, maar ik moest niet eens geld brengen kut. (…) Papieren! Ja, maar geen waarde papieren!”[afhaler 3] vraagt:
“Groen, of geel of paars?”[verdachte] zegt:
“Paarse. Een hele enveloppe vol.” [188]
“ja, hij moet in ieder geval blijven tot eeuh.. zaterdag.”[medeverdachte 3] zegt dat dat goed is en vraagt:
“Gaan ze wel naar hem toe vandaag of niet?”[medeverdachte 1] zegt dat ze naar hem toe gaan. [medeverdachte 3] zegt dat hij gaat doorgeven dat de man daar moet blijven, maar dat er wel iemand naar hem toe moet want de man weet niet wat hij moet doen. [189] Om 13:37 uur belt [medeverdachte 3] om te zeggen dat hij er is. [medeverdachte 1] komt eraan. [190] Op dat moment straalt de telefoon van [medeverdachte 3] de zendmast aan de [straatnaam] te Heeswijk-Dinther aan welke op 1.500 meter van het adres [adres 1] te Heeswijk-Dinther is gelegen, zijnde het adres van [medeverdachte 1] . [191] Om 13:40 uur wordt door het observatieteam van de KMar waargenomen dat [medeverdachte 3] zijn Toyota Aygo, met kenteken [kenteken 3] , parkeert bij de centrale in- en uitgang van Camping ‘ [naam chaletpark] ’ waarna [medeverdachte 1] zijn Mercedes, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , de parkeerplaats oprijdt en [medeverdachte 3] als bijrijder instapt. Zij rijden weg en komen omstreeks 14:40 uur weer terug, waarna [medeverdachte 3] in zijn eigen auto wegrijdt. [192] Om 16:33 uur neemt [medeverdachte 3] contact met [medeverdachte 1] op en zegt dat hij zojuist bij ‘opa’ is geweest. Hij had zojuist gebeld en hij heeft een ander hotel geregeld. [medeverdachte 3] zegt dat hij straks de naam aan [medeverdachte 1] doorzendt. [193] [medeverdachte 3] heeft verklaard dat ‘Opa’ is genaamd [betrokkene 4] en dat hij in Gelk, in België woont. [194] [koerier 5] heeft verklaard dat [betrokkene 4] zijn broer is. [195] Om 16:58 uur ontvangt [medeverdachte 1] een sms-bericht van [medeverdachte 3] :
“Hotel flambouxan avenu italia proxeino a plaza bavara 095520372” [196] Hotel Bavaro Punta Cana Hotel Flamboyan is gevestigd op de Calle Italia te Punta Cana op de Dominicaanse Republiek. Het telefoonnummer is 8095520372. [197] Om 17:44 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] die zegt dat hij hem een berichtje heeft verzonden:
“Dat is zijn nieuwe adres en de telefoonnummer heb ik er ook bijgezet van daar van die hotel.” [198] Kort daarop om 18:36 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] en zegt:
“Die chauffeur die praat Engels.”Op de achtergrond zegt [medeverdachte 1] tegen iemand:
“Hij zegt dat hij Engels spreekt. Wat wil je dat ik tegen hem zeg.”De ander antwoordt:
“Dat hij zelf met de vliegmaatschappij moet bellen en moet zeggen dat hij niet heeft kunnen reizen want het te lang onderweg is geweest, want de auto is stuk gegaan onderweg. (…) Hij moet naar de vliegmaatschappij bellen en zeggen dat hij niet op tijd daar kan zijn want de auto is onderweg stuk gegaan. (…) Hij moet zelf naar de vliegmaatschappij in Punta Cana bellen en zeggen dat hij niet gaat reizen. Dat zij hun vlucht moeten annuleren. Begrijp je?”[medeverdachte 1] begrijpt het niet. [199] Om 18:39 uur zegt [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 3] :
“Er moet nu direct gebeld worden naar hem toe dat hij naar de maatschappij toe belt dat ie zijn eigen verslapen heeft of dat hij het niet kan redden weet je niet (…) Of ziek is dat ie niet terug kan dat ie het uitstelt naar over een paar dagen (…) weet je waarom dat is? Dat zal ik je vertellen kijk als hun nu daar naar toe gaan want je kunt dat ding wat hij heeft, dat papiertje wat hij heeft, kan hij gewoon verzetten voor een paar dagen maar dat is niet goed want dan gaan die maatschappijen door bellen dus hij moet net doen alsof hij zijn eigen bijvoorbeeld verslapen heeft of ziek is ja maar wel afzeggen anders gaan ze rare… (…) Anders gaan ze naderhand melden (…) Dat is hier ook gebeurd met [afhaler 3] .”[medeverdachte 3] zegt dat hij erheen gaat en het gaat vertellen. [200] Om 18:52 uur belt [medeverdachte 3] met [medeverdachte 1] en vraagt of ‘hij’ gelijk weer moet reserveren als hij afmeldt. [medeverdachte 1] zegt dat hun dat gaan doen. [201]
“ik heb dus gekeken, maar voor zaterdag eh…er is nog maar 1 buskaartje he..”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Nee, nee, nee.. twee.”[medeverdachte 3] reageert:
“Ik heb juist gekeken nou. (…) 1 voor zaterdag en voor zondag 3.”[medeverdachte 1] zegt:
“Ja, ja.. maar…is.. oke.. is verplaatst wat gij zegt.. voor zondag.” [202]
“Goedemiddag met [verdachte] . Ik heb een vraagje, ik had eh, voor aanstaande zondag, om eh, een vlucht van Amsterdam naar Brussel (…) Om 10 voor 7 ’s ochtends weg (…) Euh, hoeveel stoelen zijn er nog?”De medewerker antwoordt:
“Aanstaande zondag de 23e februari, Amsterdam Brussel. En de vlucht van 9 uur 20 zegt u hè? Met aankomst 10 10.”[verdachte] antwoordt:
“Nee 6 uur 50, 6 uur 50.”De medewerker antwoordt:
“Er zijn nog 9 stoelen meneer (…) In economy.”[verdachte] vraagt:
“Ok en met een retourtje, maakt niet uit op welke dag terug wordt toch geen gebruik van gemaakt? Wat is eh de kosten van?”De medewerker zegt dat de kosten 214,55 euro bedragen. [verdachte] antwoordt:
“Ja ok. Euh is het een mogelijkheid he, dat jij een paar uurtjes voor mij de, die eff reserveert? Dat ik ze zometeen kom betalen? (…) Twee, twee nodig.”[verdachte] geeft aan dat hij de namen die op het paspoort staan nog niet precies weet. [203] Om 13:37 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 4] en zegt:
“Maar eh, ik heb effe jou volledige naam nodig zoals die op je paspoort staan en ook van eh [medeverdachte 5] .”[medeverdachte 4] zegt:
“ja, ja, van [medeverdachte 5] weet ik nog niet.”[verdachte] zegt dat hij dat snel nodig heeft en vraagt [betrokkene 3] te bellen. [medeverdachte 4] geeft zijn eigen naam en geboortedatum door. [verdachte] zegt dat hij [betrokkene 3] gaat bellen. [204] Direct daarna belt [verdachte] naar [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3] ) en zegt:
“Hee, euh, euh, voor deze zondag, wat is de, euh [medeverdachte 5] , euh, z’n volledige naam zoals het op het paspoort staat? En de geboortedatum.”[betrokkene 3] gaat kijken of zij het paspoort heeft en geeft door: [medeverdachte 5] geboren op [geboortedatum medeverdachte 5] . [205] Kort daarop belt [verdachte] weer naar KLM. Hij geeft met betrekking tot de eerder door hem gemaakte reservering de namen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] [-] door en laat zijn eigen mobiele telefoonnummer bij de reservering noteren. [verdachte] zegt dat hij zo in Amsterdam contant bij de balie wil betalen en ontvangt de boekingscode ZV2AOW en het bedrag € 428,-. [206]
“Was het nou zaterdag of zondag wordt het toch zondag.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja zondag ja.”[medeverdachte 3] vraagt:
“Zondag daar en dus die maandag zo.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Nee nee nee zaterdag daar zondag.”[medeverdachte 3] zegt er is nog maar één ‘buskaartje’ anders wordt het een dag later. [207] Om 16:00 uur belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] en zegt dat het iedere minuut gebeurt, dus dat [verdachte] het vast moet houden. [verdachte] zegt dat hij dat probeert, maar dat ze hem om vier uur weer in de lucht gooien. [medeverdachte 1] stelt voor om vier uur erheen te lopen en zegt:
“Ja, als het dan niet is dan bel ik acuut op. Dan kapt het gewoon af.” [208] Vervolgens is op de beveiligingscamera’s van de Camera Toezicht Ruimte (CTR) te Schiphol te zien dat [verdachte] om 16:42 uur komt aanlopen op de begane grond (aankomsthallen) vanuit de richting Schiphol Plaza en om 16:44 uur arriveert bij de reserverings- en ticketbalie van de KLM ter hoogte van vertrekhal 2. Om 16:47 uur wordt hij geholpen door een grondstewardess en geeft hij haar papieren, vermoedelijk geld, waarna hij om 16:50 uur papieren, vermoedelijk tickets ontvangt. [209] Met betrekking tot de boekingscode (PNR) ZV2AOW blijkt dat er op 20 februari 2014 twee retourtickets zijn gekocht voor vlucht KL1721 op 23 februari 2014 van Amsterdam naar Brussel voor de passagiers [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] waarbij het telefoonnummer van [verdachte] is opgegeven. [210] Vervolgens belt [verdachte] om 16:55 uur naar [medeverdachte 1] en geeft hij door dat hij ze heeft en ze nou gaat afgooien. [211] Om 17:54 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 4] en zegt:
“Ik heb wat voor je snap je dat.”[medeverdachte 4] heeft tijd en [verdachte] vraagt waar [medeverdachte 5] is. [medeverdachte 5] is in Rotterdam. [verdachte] regelt het met [medeverdachte 4] . [212] Om 18:15 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] . [medeverdachte 1] is op dat moment in Rotterdam en vraagt:
“Kun jij even naar opa bellen dat hij die telefoon op vat want ik ben hem allemaal aan het bellen maar hij pakt de telefoon niet op.[medeverdachte 3] zegt dat hij naar hem toe rijdt. [213] Drie minuten later belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] . [medeverdachte 1] is nog steeds in Rotterdam en zegt:
“Ik heb hem aan de lijn maar dat is een halve idioot volgens mij die wil over Frankfurt terug komen.”[medeverdachte 3] reageert:
“Nee man godverdomme ik ga bellen. Hoe bedoel je nou.”[medeverdachte 1] zegt:
“Ja hij moet over Jamaica (…) Maar hij zegt tegen mij over Frankfurt.” [214] Om 18:23 uur zegt [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 3] :
“Jawel jawel ik heb hem aan de lijn nu, ik heb hem nu aan de lijn.” [215] Uit de historische verkeersgegevens van het Dominicaanse nummer 1-8494030750 blijkt dat op 20 februari 2014 om 18:15 uur en 18:25 uur gesprekken worden gevoerd met het Nederlandse nummer [-8453] . Het Nederlandse nummer straalt op die momenten een zendmast in Rotterdam aan. [216] [koerier 5] heeft verklaard dat het Dominicaanse nummer van hem is. [217] Om 18:29 uur is [medeverdachte 1] nog steeds in Rotterdam en belt hij met [medeverdachte 3] . Op de achtergrond is wederom een Spaans sprekende man met een Dominicaans accent te horen. [medeverdachte 1] zegt:
“Ik heb hem aan de lijn gehad maar hij praat Belgs ik kan hem niet verstaan. (…) Want hij moet boeken via de computer (…) Ja er is er eentje bij maar hij had al gezegd oke via Frankfurt. (…) Ja ik zeg je moet van JET AIR FLY en en..”[medeverdachte 3] zegt dat hij over 10 minuten bij opa is. [medeverdachte 1] zegt dat hij naar een computer moet gaan, want ‘hij’ heeft een mastercard bij zich en dan boekt hij via de computer. Op de achtergrond vraagt de Spaans sprekende man:
“Kan hij niet naar het vliegveld gaan? Waar is hij nu op dit moment? Op welke plaats? In Punta Cana?”[medeverdachte 1] zegt dat de man in Punta Cana is. De Spaans sprekende man zegt dat hij een taxi moet pakken en naar het vliegveld moet gaan. [218] Twee minuten na dat gesprek bellen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] weer en zegt [medeverdachte 1] dat de man naar het vliegveld moet gaan. [medeverdachte 3] vraagt:
“Ik laat hem bellen hier maar luister maar als vol is voor zaterdag moet hij dan zondag doen.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Nee dat gaat niet meer alles is geregeld dat gaat niet meer, zondag.” [219]
“Ik sta hier bij hem. Hij weet ook dat er maar één plaats is.”[medeverdachte 1] zegt:
“Zeg maar tegen opa als die het niet goed doet dan maak ik hem blank. Haahaa.” [223] Daarna neemt [medeverdachte 1] om 20:02 uur contact op met [verdachte] en vraagt:
“Hey kun jij een reis boeken voor mij nu meteen.”[verdachte] zegt dat hij in de auto zit en er met twintig minuten is. [224] Vervolgens belt [verdachte] om 20:23 uur naar [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) en zegt tegen hem dat hij hem dringend nodig heeft en vraagt of hij daar internet heeft. [225] Om 20:25 uur belt [medeverdachte 2] naar [verdachte] en zegt dat zijn zijdeur open is. Zijn telefoon straalt een zendmast in Culemborg aan. [226] Om 20:40 uur belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] en zegt dat ze er niet uitkomen. [medeverdachte 1] vraagt:
“Heb jij iemand die dat kan boeken?”[verdachte] zegt:
“Ja daar ben ik nu en die ga ik nou proberen (…) Die heeft er meer verstand van als ik snap je.”[medeverdachte 1] zegt dat iemand moet boeken en dat het geen probleem is dat [medeverdachte 1] betaalt, want er is er nog maar eentje en anders is het weer voor niks. [medeverdachte 1] zegt:
“Ja en kan hij het niet dan betaal je hem. Geen probleem krijgt die nog extra ook als die het doet maar het moet nou anders zijn we te laat.”[verdachte] zegt dat het goed komt. [medeverdachte 1] zegt:
“Ja maar je moet die dingen weten van mij of niet, want het moet op hem naam geboekt worden.”[verdachte] zegt dat hij die bij zich heeft. [227] Om 20:46 uur meldt [verdachte] dat ze bezig zijn en dat er zat tickets zijn. Ze kijken naar Jet Air Fly. [medeverdachte 1] zegt dat 630 de vlucht is en:
“Je moet gewoon boeken op hem naam he.”[verdachte] zegt dat hij dat weet en het goed komt. [228] Vervolgens belt [verdachte] om 20:54 uur met de KLM en zegt dat hij een vliegticket probeert te boeken voor een vriend van hem die op dat moment op de Dominicaanse Republiek zit en die terug moet komen maar geen geld meer heeft. [verdachte] zegt dat het de vlucht is die daar zaterdag weg gaat en zondag aankomt op Zaventem. Voorts zegt [verdachte] dat hij zaterdag wil vertrekken vanaf Punta Cana met de Jetairfly 602 rechtstreeks naar Zaventem. De KLM medewerker zegt dat hij alleen tickets kan verkopen met een tussenlanding op Parijs. [229] [verdachte] belt vervolgens om 21:00 uur naar [medeverdachte 1] en zegt:
“Nou die kenne het mij niet verkopen omdat het een andere maatschappij is.”[verdachte] zegt dat hij het dan contant gaat doen zoals vandaag. [medeverdachte 1] zegt:
“Godnonderju dus dan moet je naar Brussel rijden omdat te gaan betalen.”Er zijn nog maar 8 stoelen. [verdachte] zegt dat hij gaat reserveren. [230] Vervolgens wordt [medeverdachte 1] om 21:11 uur gebeld door [verdachte] die zegt dat hij heeft gereserveerd. [medeverdachte 1] vraagt hoe laat hij moet betalen. [verdachte] zegt:
“Tussen morgenochtend 7 en morgenavond 7.” [231] Om 21:46 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] zegt dat hij morgen dat papier moet brengen. Ze treffen elkaar morgen om een uur of elf bij Goudreinet. [medeverdachte 3] vraagt:
“euh wacht even hey we hebben hem toch papieren meegegeven euh geld geld gegeven of niet.”[medeverdachte 1] zegt van wel. [232] Om 23:17 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] en vraagt om het e-mailadres. [medeverdachte 1] geeft [koerier 5] [emailadres] door, zoals het in zijn paspoort staat. [233] Om 23:33 belt [medeverdachte 1] weer naar [verdachte] en vraagt of hij kan bellen naar nummer 001849403075. [234] Het Dominicaanse nummer 001849403075 is in gebruik bij [koerier 5] . [235] Daarop belt [verdachte] om 23:39 uur en 23:43 uur naar [koerier 5] . [236] Kort voor middernacht op 20 februari 2014 om 23:49 uur belt [verdachte] nogmaals naar [koerier 5] . [koerier 5] vertrouwt hen. [verdachte] zegt:
“Ja maar ik heb sowieso voor je ehm gereserveerd en ehm ik kan als het echt moet kan ik morgen zelf nog gewoon in Brussel gaan betalen. (…) Dus je komt sowieso terug.” [237] Om 23:52 uur bellen [verdachte] en [medeverdachte 1] en zegt [medeverdachte 1] :
“En hij moet maar 1 ticket, want anders verliezen we weer alles.” [238] Om 23:54 uur belt [verdachte] naar [koerier 5] die zijn creditcardnummer doorgeeft. [239]
“Het is stom dat je naar Brussel bent gegaan he, je kunt gewoon vlak over de grens naar euh een reisbureau gaan.”[verdachte] zegt dat dit had gekund, maar:
“nou lopen we hier al toch.” [244]
“Is dat dan totaal?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Nee, dat is 20000 duizend dat is 20, maar.. ik moet 20 afgeven daarom.”[medeverdachte 3] vraagt of dat wel klopt. [medeverdachte 1] zegt:
“Dat is 15000 dollar dan hebben we.. nee twee. Maar.”[medeverdachte 3] reageert:
“Maar eentje kost tien duizend?”[medeverdachte 1] antwoordt:
“is vijftien duizend dollar, is elf duizend en een beetje. Eén.”[medeverdachte 3] zegt dat het wel veel voor één is. [medeverdachte 1] zegt dat het vroeger zeven duizend dollar was:
“Ja zeven en een half duizend dollar en nu is die vijftien duizend dollar.. volgens hun.”Later zegt [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 3] :
“Alsjeblieft neem wat voor mij mee, er staat er staat een persoon te wachten. Geef dat af voor mijn en je krijgt van mijn een gratis vakantie.”Voorts zegt [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 1] :
“Maandag gooien we die dingen weg (…) Want uh ik heb wel op mijn telefoon laten bellen.”[medeverdachte 1] reageert:
“O ja ja, maandag? Zondagmorgen. (…) Zo het kanaal in.”[medeverdachte 1] zegt dat hij dinsdag gaat vliegen en pas na de carnaval terug is. Dan zegt hij tegen [medeverdachte 3] :
“Als ik dan daar ben en ik heb goede afspraken gemaakt. Dan kun jij 1 van de 2 wie je hebt daar naartoe sturen. Dan kun je hem daar naartoe sturen. Dan vang ik hem persoonlijk op (..) Dan zorg ik er persoonlijk voor dat hij in een goed resort komt.” [246]
“016506194” [249] waarna [medeverdachte 1] aangeeft:
“Dat nummer moet je aan opa doorgeven, dat je dat even doorbelt. Op dat nummer moet je de tic… ehh… dinges ophalen.” [250] Daarna wordt [medeverdachte 1] om 14:55 uur gebeld door [afhaler 3] die zegt dat hij op de afslag daar is. Vervolgens komt [verdachte] aan de lijn en vraagt aan [medeverdachte 1] of hij hun wil bellen want ze zijn er en rijden op de afslag Rotterdam. [251] [medeverdachte 1] stuurt om 14:57 uur een ping bericht naar [betrokkene 6] :
“Mijn zoon is beneden.” [252] Door de KMar wordt vervolgens gezien dat de Mercedes van [afhaler 3] om 15:16 uur geparkeerd staat ter hoogte van de centrale in- en uitgang van de Teldersweg 1 t/m 79 te Rotterdam. [afhaler 3] en [verdachte] ontmoeten om 15:26 uur een man met een licht getint uiterlijk. [253]
“Hoe zit het nou moet hij daar blijven wachten nog op een andere of..”[verdachte] gaat dat vragen en is nog in Rotterdam. [medeverdachte 1] zegt [verdachte] te bellen:
“en anders dat ze die chauffeur iets laten weten dat ie moet gaan.” [258] Om 14:27 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door [medeverdachte 3] die meldt:
“He hij heeft een taxi genomen he. Anders haalt hij dat niet. Want… (…) hij moet dat ding afhalen en dat is maar op bepaalde uren open. (…) Dan komen ze daar wel bij hem he?” [259] Om 14:33 uur bellen [verdachte] en [medeverdachte 1] en zegt [verdachte] dat hij nog bij hun in Rotterdam is. Ze hebben tegen [verdachte] gezegd dat het erom gaat dat het gewoon te duur is en dat ze kijken waar vandaan het wel kan. [medeverdachte 1] zegt tegen [verdachte] het papier in zijn zak te houden. [verdachte] geeft door:
“het kan zijn van waar hij eigenlijk euh euh heen gaat zeg maar (..) Waar die tussenin zit waar die even moet wachten (..) Dat daar vandaan misschien iets lukt. (…) Als die oude man terug komt dan gaat ie toch via iets. (..) Waar die mensen bij laait zeg maar. (..) Nou daar vandaan dat gaan ze proberen. (..) Hij is de prijs daar aan het vragen.”[medeverdachte 1] zegt tegen [verdachte] dat ‘hun’ die chauffeur moeten bellen, want ze kunnen het niet maken een mens zomaar te laten zitten. [verdachte] zegt dat die man nog € 4.000,- op zijn creditcard rood kon staan en zelf ook iets kan betalen. [verdachte] beaamt dat ze hem moeten bellen dat het niet doorgaat. [260] Om 15:57 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] en zegt dat de man wilde gaan inchecken maar geen ticket heeft. Ze gaan straks naar hem toe, zodat hij kan inchecken. [medeverdachte 1] zegt dat de man gewoon naar de balie kan gaan. [261] Om 14:59 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 1] . [verdachte] is in Rotterdam. [medeverdachte 1] zegt:
“Ja en anders moet ie maar over Ned terug gaan.”[verdachte] antwoordt:
“Ja maar ja euh slechte oplossing.” [262] Op 22 februari 2014 om 15:08 uur is [verdachte] nog in Rotterdam en zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij overleg heeft gevoerd en dat zij hem daar wel kunnen houden in één van hun huizen. [medeverdachte 1] zegt dat hij daar dan maar moet wachten en vraagt aan [verdachte] of zij nog wat willen doen. [verdachte] zegt dat zij nog aan het zoeken zijn. [263] Om 15:09 uur belt [verdachte] naar [koerier 5] die al op de luchthaven is. [koerier 5] zegt dat die mensen niet op komen dagen en dat hij over 15 minuten moet inchecken. [verdachte] zegt dat hij niet hoeft in te checken. [koerier 5] zegt dat hij binnen 15 minuten binnen moet zijn. Hij staat er al drie kwartier, maar hij heeft geen ticket terwijl dat al is betaald. [verdachte] zegt tegen [koerier 5] dat ze het nu aan het regelen zijn en dat hij zo wordt opgehaald en dat [koerier 5] niet moet vertrekken. [koerier 5] zegt:
“Ja ja binnen een kwartier vertrek ik he met of zonder!”Daarop zegt [verdachte] :
“Oke maar dat is niet mogelijk snap je. Kijk we zijn het nu aan het regelen. Maar jij wordt gewoon dadelijk door hun opgehaald en dan ga je met hun mee. Op de airport. (…) Jij wordt zo opgehaald door hun, jij blijft nog even bij hun.” [264] Daarop belt [verdachte] om 15:09 uur naar [koerier 5] en zegt:
“Maar uuh jij gaat met een andere vlucht mee.”[koerier 5] zegt dat zijn koffer al weg is, want die moest naar binnen. [verdachte] vraagt of hij zijn koffer nog terug kan halen. [koerier 5] zegt:
“Dan moet iemand mijn dinges.. ik heb een ticket daar natuurlijk, mijn adres staat erop maar mijn koffer is al onderweg naar Brussel.”[verdachte] zegt dat het maar om een paar dagen gaat. [koerier 5] zegt dat hij zonder geld zit en zelfs geen geld heeft voor een taxi. [verdachte] antwoordt:
“Nee, nee nee maar dat hoeft ook niet want je wordt dadelijk door hun opgehaald en dan ga je met hun mee.” [265] Vervolgens belt [medeverdachte 1] om 15:26 uur naar [verdachte] die doorgeeft dat [koerier 5] daar blijft. Ze sturen hem zo geld, zodat hij één nacht in een hotel kan slapen en dan wordt hij de volgende dag uit het hotel opgehaald. [266]
“En nou volgende week.”[verdachte] zegt dat dat allemaal nog niet zeker is en dat hij nog steeds in Rotterdam is. [269] Vervolgens hebben [medeverdachte 1] en [verdachte] om 15:52 uur weer contact. [medeverdachte 1] zegt dat hij ervoor moet zorgen dat ze [koerier 5] in een resort stoppen en niet in een ‘hotelleke’, want het is een nette man die netjes behandeld moet worden:
“En maak dat maar duidelijk, hij moet in een resort komen als je iemand moet laten wachten moet je goed zijn voor die mensen, die mensen leveren ons geld op (…) Enne nou helemaal het is nou al twee keer euh waar het nou euh verschoven ja.” [270] Vervolgens neemt [koerier 5] om 18:34 uur contact op met [verdachte] . [koerier 5] meldt dat hij nog steeds op de luchthaven aan het wachten is en er nog niemand is gekomen om hem op te halen. [verdachte] zegt dat ze hem geld gaan sturen voor één nacht in een hotel. [koerier 5] zegt tegen [verdachte] dat ze op de luchthaven niet blij met hem waren, want het hele vliegtuig moest leeg worden gehaald voor zijn koffer. [271] Om 19:44 uur meldt [koerier 5] aan [verdachte] dat hij een hotel genaamd
“Barceloo”met een accent op de O te Punta Cana heeft gevonden. Het is niet goedkoop, want het kost 319 dollar per nacht. [272] Vervolgens neemt [verdachte] op 22 februari 2014 om 20:11 uur contact op met [medeverdachte 4] en zegt:
“O, he luister dan, morgen hoef je niet weg te gaan. Wordt een paar dagen later”. Volgens [verdachte] wordt het of maandagochtend of een ander weekend. [medeverdachte 4] vraagt aan [verdachte] of [medeverdachte 5] het al weet waarop [verdachte] zegt dat ze niet opnemen. [273] Drie minuten later neemt [medeverdachte 4] contact op met [verdachte] en zegt dat hij [medeverdachte 5] heeft gesproken. [medeverdachte 4] vraagt of het zeker is dat morgen niet doorgaat, zodat niet opeens blijkt dat [verdachte] staat te wachten. [verdachte] geeft aan dat het niet door gaat en dat hij zelf contact opneemt als hij een nieuwe dag weet. [274] Om 20:15 uur belt [verdachte] naar [betrokkene 3] die haar vader al heeft gesproken. Hij geeft aan dat er nieuwe tickets geregeld moeten worden, maar:
“ik wil sowieso dat [medeverdachte 5] meegaat. (…) Ik vraag eerst.. kijk als ik [medeverdachte 5] vrij kan krijgen.. oke.. anders wordt het gewoon het weekend.”[verdachte] gaat 100% proberen te regelen dat [medeverdachte 5] meegaat. [275] Diezelfde avond om 20:34 uur wordt [verdachte] weer opgebeld door [koerier 5] die meldt dat hij in hotel Barceloo zit en geeft het adres Bavara/Bavaro Punta Cana Igaly door. [276] Hotel Barceló Punta Cana is gevestigd aan de Playa Bávaro te Punta Cana op de Dominicaanse Republiek. [277]
“Wat is er aan de hand met de chauffeur?”De man zegt:
“Ze zeggen tegen mij dat de chauffeur niet daar is.”[medeverdachte 1] geeft aan dat de man nog in Punta Cana is, maar naar een ander hotel is gegaan. De Spaans sprekende man zegt:
“Die [betrokkene 7] gaat hem bellen.”[medeverdachte 1] zegt:
“Hij heeft tot gisteren zitten wachten. Je mensen hadden gezegd dat ze geld naar hem zouden sturen. Niemand heeft naar hem gebeld, ook geen geld en vanochtend was niemand gekomen. En nu belt zijn broer naar mij. (…) Bel hem en bel mij daarna, als hij niet opneemt, bel ik naar zijn broer. Hij is een heel oude man. Hij is 74 jaar oud. En ik wil hem niet kwijt, want hij is een fantastische man voor ons. Hij verdient het geld voor ons.” [282] Om 17:32 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] en zegt [medeverdachte 3] dat hij door gaat geven dat hij zijn telefoon moet oppakken. [283] Om 18:15 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] en zegt dat ze persoonlijk onderweg naar ‘hem’ zijn en geld bij zich hebben. [284] Om 19:23 uur belt [koerier 5] naar [verdachte] en geeft aan dat hij zojuist iemand heeft gesproken die niet langskomt, maar gaat betalen via Western Union Express. Het hotel kost 390 dollar. [koerier 5] zegt dat diegene tegen hem zei dat hij morgen wordt opgehaald om naar de luchthaven te gaan en vraagt aan [verdachte] of dit klopt. [verdachte] zegt dat hij daar niet over de telefoon over kan praten. [285] Om 22:41 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] en deelt hem mede dat ze die jongen op straat hebben gezet. Er is helemaal niemand bij hem langs geweest, hij heeft helemaal niets meer en kan geen kant op. Opa heeft geld proberen over te maken vanuit Luik, maar dat gaat niet:
“Ja die man heeft helemaal niks meer die staat daar die kan helemaal geen kant uit. Dus dat gaat zo ie zo niet meer door he snap je?” [286] Vervolgens belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] :
“Die euh chauffeur die is op straat, die is uit het hotel geknikkerd en er is helemaal niks geregeld er is niemand geweest.”[verdachte] zegt dat [koerier 5] tegen hem zei dat hij geen tegoed meer op zijn creditcard heeft en 400 dollar moest betalen voor de hotel overnachting. [287]
“ [betrokkene 7] zegt dat u hem wat geld moet sturen aan de chauffeur zodat hij kan gaan eten. En dat hij moet wachten, vandaag wordt hij opgehaald. Zeker.”Om 15:13 uur ontvangt [medeverdachte 1] twee pingberichten van [betrokkene 6] :
“Vriend die chauffeur wil dat hem 500 dollar wordt gestuurd. Stuur hem dat geld want de vriend van mij zoek een plek voor hem om te slapen daar.” [290] Om 15:53 uur belt [koerier 5] naar [verdachte] . [koerier 5] vraagt of hij het hotel moet bijboeken voor een nacht. Zijn broer heeft hem geld overgemaakt. [verdachte] zegt dat het niet hoeft. [291] Ondertussen stuurt [medeverdachte 1] om 15:57 uur naar [betrokkene 6] :
“Wanneer kom je vriend, want de chauffeur belde en hij heeft niemand gezien tot nu toe.”[betrokkene 6] antwoordt:
“De chauffeur en mij vriend praten door de telefoon met elkaar (..) De chauffeur zegt dat hij geld wil hebben. 500 dollar. U stuurt hem het geld. Dat mij vriend gaat zoeken waar hij gaat wonen.” [292] Om 16:00 uur bellen [verdachte] en [medeverdachte 1] met elkaar waarbij [medeverdachte 1] zegt dat er een puinhoop van wordt gemaakt. [293] Om 16:03 uur ontvangt [medeverdachte 1] een pingbericht van [betrokkene 6] die hem vraagt:
“Heeft u vandaag met de chauffeur gesproken.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Ja mijn mensen.” [294] Om 16:05 uur belt [medeverdachte 1] naar de Spaans sprekende man met een Dominicaans accent. De man zegt dat [betrokkene 7] met de chauffeur heeft gebeld. De man geeft [betrokkene 7] aan de telefoon die zegt:
“Luister mijn broer heeft met hem gesproken en hij wil dat zij hem 500 dollar komen brengen. Begrijpt u? Mijn broer gaat nu naar de hoofdstad om met de mensen te praten en hem gaan ophalen van het hotel en hem meenemen naar een huis zoals wij met elkaar hadden afgesproken. Hij moet niet denken dat hem alles gegeven kan worden waar hij naar vraagt. Begrijpt u?”[medeverdachte 1] vraagt wat er nu met de chauffeur gaat gebeuren. [betrokkene 7] zegt:
“Goed, luister! De dag dat ik met die jongen heb gesproken had ik begrepen dat het beste was om alles terug te draaien (…) maar [betrokkene 7] zei tegen mij van niet dat….” [295] Later om 18:15 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] en geeft hem door dat hij er is. [medeverdachte 1] geeft aan dat hij eraan komt. [296] Om 19:31 uur spreekt [koerier 5] een voicemailbericht in bij [verdachte] . Hij heeft een taxi genomen naar Hotel Flamboyant op enkele kilometers van Punta Cana. [297]
“Uh ik heb eerst heb ik een lang gesprek gehad met dinges hier met die vriend van mij. (...) En ook raad gevraagd. Hij zegt het beste wat je kan doen is zorgen dat die man naar huis komt want er is teveel gewisseld iedere keer.”[medeverdachte 1] zegt dat hij ervoor zal zorgen dat die jongen zo vlug mogelijk terugkomt. [299] Om 19:49 uur belt [verdachte] naar het Dominicaanse nummer. [medeverdachte 1] zegt:
“Want je moet kijken voor een terugvlucht voor die vent (…) Zo vlug mogelijk (…) Ja dat moet geregeld worden. Dus misschien dat je naar Brussel moet.”[verdachte] zegt dat hij het morgenochtend gelijk kan doen. [300]
“Je moet voor mij als het ken naar Brussel toerijden, kijken of je die vent een ticket kan boeken (…) of reserveren (…) wanneer dr plaats is, of in ieder geval zo snel mogelijk..uhh, waarover, overstappen, maakt in ieder geval niets uit, als die man maar zo snel mogelijk weg is hier.” [301] Vervolgens belt [medeverdachte 1] om 12:42 uur naar [afhaler 3] en zegt:
“Er moeten misschien tickets geboekt worden. (…) En dan zeg ik jou wel hoe je dat geld uuh “komt” [302] Daarna belt [medeverdachte 1] om 14:31 uur naar [verdachte] . Een los ticket terug met Aeroflot € 533,- kost. Dat is voor overmorgen, zaterdag, naar Parijs, Amsterdam of Brussel. [303] Om 15:34 uur belt [medeverdachte 1] naar [afhaler 3] en zegt:
“Uh luister laat hun maar boeken nu en dan kan jij naar Richelle toe gaan. Ja? Jij hebt de sleutel bij van uh je weet wel van dat ding he? (…) En haal er 600 af. (…) Doet gij maar boeken hier. Ja hij mag niets weten en niets zien, he.” [304] Vervolgens belt [afhaler 3] naar [verdachte] en zegt dat ie die van morgen moet hebben. [verdachte] zegt dat die van morgen € 1.000,- is. [afhaler 3] zegt dan maar die naar Düsseldorf. [305] Om 15:39 uur belt [afhaler 3] met [medeverdachte 1] die zegt dat het die van morgen moet zijn en dat Düsseldorf goed is. [306] Vervolgens belt [medeverdachte 1] om 15:42 uur naar [medeverdachte 3] en zegt tegen hem dat de eerste mogelijkheid morgen is, maar dan komt ie op Düsseldorf aan. [medeverdachte 3] zegt dat hij naar opa gaat bellen, dan haalt die hem maar op. [307] Op 27 februari 2014 om 15:43 uur belt [verdachte] naar [betrokkene 2] en vraagt:
“Ken u die eh foto weetjewel met die gegevens eh kun je daar een fotootje van maken en effe naar mij toe appen? (…) Ok want dan heb ik z’n gegevens want ik moet even een ticketje voor die beste man boeken.”[betrokkene 2] laat weten dat zij dat kan doen. [308] Direct daarop belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] en zegt tegen hem dat hij die van Düsseldorf kan boeken. [verdachte] zegt dat hij dan een foto van de boeking zal maken en zal doorsturen. Hij geeft aan dat hij het paspoort van de man bij zich heeft. [medeverdachte 1] zegt dat het probleem nu dan is opgelost. [309] Om 15:46 uur ontvangt [verdachte] vervolgens van [betrokkene 2] een foto op zijn telefoon van de personaliabladzijde van het paspoort van [koerier 5] . [310] Om 18:36 belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 3] en geeft hem door dat hij om kwart voor zes landt in Düsseldorf. [medeverdachte 3] zegt dat hij dat door zal geven zodat die andere hem kan oppikken. [medeverdachte 1] zegt dat hij straks even gaat kijken welke maatschappij en dat hij dat allemaal even voor [medeverdachte 3] gaat opschrijven. [311] Om 18:44 uur belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] en geeft [verdachte] aan dat hij het reserveringsnummer
“U6…nog iets”naar [medeverdachte 1] gepingd. [312] Daarop belt [medeverdachte 1] om 18:46 uur naar [medeverdachte 3] en geeft aan hem door:
“AIR BERLIN AB7447 ”[medeverdachte 1] geeft aan
“28, 2 om 17 uur”vertrek en
“1, 3 om 6 uur 45”landt hij in Düsseldorf. [313]
“Hij zegt dan hoeft hij niet al die tijd te wachten, dan kan hij een andere keer weer eens he?”[medeverdachte 1] zegt dat dat kan. [medeverdachte 1] zegt dat hij hoopt dat [koerier 5] nu een beetje geholpen is en dat hij hem elke dag belt. [medeverdachte 3] zegt daarop:
“Opa was aan het zeiken (ntv) dat krijgt hij wel terug. W je wel wat hij heeft uitgegeven enzo. Ik zeg uh krijgt ie wel terug.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Dat heb ik hem zelf al verteld dat komt allemaal goed joh.” [314] Vlucht AB7447 van Air Berlin is op 28 februari 2014 om 17:21 uur vanuit Punta Cana (Dominicaanse Republiek) vertrokken. [315]
“he trouwens dat ene hadden ze d’r uitgehaald he? Weet je wel die ene hadden ze eruit gehaald he die al terug is (…) die stond in de rij hij moest meekomen.”[medeverdachte 1] zegt dat ze het dan goed hebben gedaan. [medeverdachte 3] is het daar mee eens. [318] Om 18:56 uur belt [medeverdachte 1] naar [verdachte] . [medeverdachte 1] zegt dat alles hier klaar is en ze iemand daar moeten hebben. [medeverdachte 1] vraagt:
“Enne geef hem ook even die jongen euh dat nummer door van die euh euh Oosterijk (fon).”[verdachte] zegt dat hij dat nummer ook heeft. [319]
“0018092”door. [medeverdachte 1] vraagt of ze het nummer niet kunnen pingen. Op de achtergrond is te horen dat [afhaler 3] aan [verdachte] doorgeeft dat hij zijn ping mee heeft. [320] Vervolgens worden er tussen 01:10 uur en 04:29 uur diverse pingberichten verstuurd tussen de telefoon van [afhaler 3] met het pinnummer [pinnummer 2] en de telefoon van [medeverdachte 1] met het pinnummer [pinnummer 3] . Daarbij maakt [verdachte] gebruik van de telefoon van [afhaler 3] . Tussen 01:10 uur en 01:17 uur stuurt [verdachte] :
“18092215354”,
“Hij heet Peter”en
“Nederlandse man.”Tussen 04:27 uur en 04:29 uur stuurt [verdachte] :
“Robert”,
“18097150044”en
“Andre – Boca Cica.” [321] Om 14:48 uur wordt [verdachte] door [medeverdachte 1] gebeld vanuit de Dominicaanse Republiek. [medeverdachte 1] zegt dat hij daar nog volop bezig is. [verdachte] vraagt hem of het er goed uit ziet. [medeverdachte 1] zegt dat die andere al was opgehouden:
“Maar goed euh die andere was wel aangehouden he (…) Dus maar goed dat we dat op die manier gedaan hebben.”[verdachte] vraagt:
“Ja oke en heb je die Oostenrijker al gesproken.”[medeverdachte 1] antwoordt:
“Die ga ik nou bellen want ik ben in dezelfde plaats ja die ga ik dus nou bellen (…).”Later in het gesprek drukt [medeverdachte 1] [verdachte] op het hart:
“Goed jongen zeg tegen je oom ook he (…) Niks door dat ding heen maar zeg dat die klaar staat.”[verdachte] zegt dat hij erheen gaat. [322] Later die avond om 20:47 uur wordt [verdachte] door [medeverdachte 1] gebeld en vraagt hij:
“O heb je die mensen nog gesproken daaro? (…) Had jij die mensen daar nog gesproken waar ik dat ding van door zou zet?”[medeverdachte 1] zegt dat de telefoons af staan en vraagt om een adres. [verdachte] zegt dat hij die daarbij had gestuurd:
“Nee, en zijn naam en in Boca Chica.”[medeverdachte 1] zegt dat Boca Chica een dorp is en vraagt naar een straat. Voorts zegt hij:
“Hij was eeuh.. Oostenrijker he want ik kan daar wel eens rond vragen in een Duits tentje.”[verdachte] bevestigt:
“Jaa.. Hij is Oostenrijker ja, en en wil je weten hoe hij van zijn achternaam heet? (…) Ja, even kijken ik heb het hier bij de hand euhm, hij heet [koerier 3] (fon) [koerier 3] .”[medeverdachte 1] zegt dat het morgen moet gebeuren als het goed is. [verdachte] geeft daarop aan dat hij bij zijn oom is geweest en die staat klaar. [323]
“Ja hij, hij staat klaar hier, ja? (…) Ja en dan moeten we, dan moeten we papier eh, hier brengen. Ken het allemaal moeilijk uitleggen zo.”[verdachte] zegt later dat hij mensen heeft gevonden die mee kunnen doen en die van te voren willen betalen, maar daar hebben ze niets aan, want die willen hun eigen. [medeverdachte 1] zegt dan moeten ze minimaal 5, dan is het de moeite waard. [verdachte] zegt daarop dat hij jongens heeft die zeker 3 mee kunnen doen, maar ze moeten eerst maar eens via Skype praten. [324] In de avond van 5 maart 2014 om 19:29 uur neemt [medeverdachte 3] weer telefonisch contact op met [medeverdachte 1] . [medeverdachte 3] zegt dat hij bij die opa is geweest en dat hij daar morgen iets van hoort. Tevens zegt [medeverdachte 3] :
“Voor wanneer moet ie even kijken of die.. snap je maar hij begon te zeiken over zijn broer ja die krijgt nog geld van euh ik zei ja moet ie even wachten heb ik hem gezegd snap je want dat heb ik ook niet want die heb 2600 uitgegeven.”De telefoon van [medeverdachte 3] straalt een zendmast in Maastricht aan. [325]
“En ik heb een groot probleem met de chauffeur. Ik heb hotel en alle kosten hier betaald en hij is naar huis gestuurd.”[medeverdachte 1] zegt dat ze het dinsdag zullen bespreken als hij thuis is. N2 zegt dat hij die ‘ [betrokkene 6] ’ aan de lijn geeft. [medeverdachte 1] vraagt aan N1 of hij met [betrokkene 7] spreekt. N1 zegt dat hij ‘ [betrokkene 6] ’ is en Hector heet. Daarop zegt [medeverdachte 1] tegen hem:
“Okey. Kijk wie geef mij geld. Want ik ben hier gekomen voor mijn chauffeur, en ik heb hier veel moeten betalen voor de chauffeur, en ander het ticket en veel dingen.”N2 zegt tegen [medeverdachte 1] dat zijn vriend dat zou regelen. [326]
‘boleta’s’(de rechtbank begrijpt: bolletjes) met cocaïne bij zich had [337] , zodat de rechtbank zijn verklaring dat hij op 2 januari 2014 cocaïne heeft vervoerd in zoverre betrouwbaar acht en tot het bewijs bezigt. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen onder het kopje ‘cocaïne’ stoelt de bewezenverklaring van het ten laste gelegde bestanddeel cocaïne niet uitsluitend en niet in beslissende mate de op de getuigenverklaring van [koerier 3] zodat er vanwege het niet kunnen uitoefenen van het ondervragingsrecht evenmin reden is om zijn verklaring van het bewijs uit te sluiten.
OPS/NSIS, tegenwoordig
Grenscontrole (de rechtbank begrijpt: Grensapplicatie
). [340] Ook kon hij
BPS,
Basis Politie Systeem [341] (de rechtbank begrijpt: Bedrijfsprocessensysteem [342] )en
BLS,
Bevragen Landelijke Systemen raadplegen. Zijn gebruikersnaam voor BPS was ‘
[loggingcode medeverdachte 2]’. [343] De vertrouwelijke informatie was ten behoeve van de taak die hij verrichtte. Dat was voor [medeverdachte 2] de grensbewakingstaak en als hij bezig was met politiewerkzaamheden was dat voor de politietaak. [344]
Ik moet even kijken of ik van de week, of volgende week ff bij je langskom om over die .. ntv..te praten”. [verdachte] antwoordt: “
Ja. nee dat is helemaal goed jongen”. [bevraagde persoon 6] zegt kort hierna: “
Dat wil ik dan gauw, rap, rap een keer gaan doen”. [verdachte] antwoordt: “
Ja, uuh dat kan jongen”. [bevraagde persoon 6] zegt: “
Ja dat is goed. Heb ge mij, wil je mij ft een keertje ft door laten lichten. Of heb ge dat al gedaan?”. [verdachte] reageert met: “
Heb ik al gedaan.” [bevraagde persoon 6] vraagt hierop: “
Oké en dat was goed?” [verdachte] zegt: “
ja man geen probleem.” [367]
Nou ja ik heb euh die euh euh euh weer laten kijken gisteravond natuurlijk en dat is nog steeds onveranderd schoon.” [372]
Die die die quad kwam maken” (…) Ja die zou papieren gebracht hebben afgelopen vrijdag.” Waarop [verdachte] zegt: “
rij ik zo heen”. [medeverdachte 1] zegt hierop: “
Ja want die hebben we nodig”
(…) Die hebben we nodig dat had ie ook beloofd (…).” [382]
Euh heb je die papieren”, waarop [verdachte] antwoordt: “
Nog niet.” [medeverdachte 1] vraagt: “
hoezo.” [verdachte] antwoordt: “
Omdat hij niet op zijn account kan printen moet ie op iemand anders dus dan moet ie alleen zijn.” [medeverdachte 1] vraagt: “
wanneer.” [verdachte] antwoordt: “
dit weekend.” [medeverdachte 1] zegt vervolgens: “
euh moet het dringend hebben (…).” [383]
Ik weet het wel maar het is nog niet geprint”. [medeverdachte 1] antwoordt: “
Oh print dat alsjeblieft zo snel mogelijk”
(…) Of dat ie het het zo snel mogelijk print”. [medeverdachte 1] zegt: “
ja ja ja”. [medeverdachte 1] zegt: “
dan hoor ik het straks wel van jou want ik moet nu even weg”
(…) Ja is dat wat ik dacht of niet”. [verdachte] antwoordt: “
ja”. [medeverdachte 1] zegt: “
met B”. [verdachte] antwoordt: “
Euh nou gewoon hier uit dit land zeg maar meer staat er eigenlijk niet over in” (…) Ja hier vandaan”. [388]
Hee dat papier, wat zei die?”
(…)“
Heeft ie morgen?”. [verdachte] antwoordt: “
Ja hij gaat eh, foto’s maken met zijn telefoon. Van het beeldscherm”
(…)“
ja want uitprinten dat is gewoon moeilijk omdat het geregistreerd staat, snapte?”
(…)“
Maar dat is voor ons om het even”. [medeverdachte 1] zegt op enig moment: “
Ja maar hoe eh, van alles moeten we hebben he”. [verdachte] zegt: “
ja dat weet ik”
(…)“
Maar dan kan die toch overal foto’s van maken?”. [391]
Hee had je die jongen nog gesproken?” (…) “
onze jongen, Amsterdam”. [verdachte] zegt: “
euh, ja ja ja zeker, zeker. Eh daar moet ik langs, die heeft nachtdienst”. [medeverdachte 1] vraagt: “
heb die de”. [verdachte] zegt: “
Ja die heeft ie volgens mij ja” (…) “
Ja, want ik heb ook eh, iets anders maar eh, die heeft ie ook gekeken en hij heeft, eh, foto’s he”. [medeverdachte 1] antwoordt hierop: “
Ja die moeten we hebben he”. [verdachte] reageert met: “
Ja dat weet ik die dan, gaan op mijn telefoon en dan maak ik er een mailtje van”. [392]
“Omdat hij niet op zijn account kan printen moet ie op iemand anders dus dan moet ie alleen zijn”.
“Hij gaat foto’s maken met zijn telefoon, van het beeldscherm, ja want uitprinten dat is gewoon moeilijk omdat het geregistreerd staat”.
zaaksdossier B01). Daarnaast blijkt daaruit dat [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [verdachte] zich, tezamen en in vereniging met anderen, hebben schuldig gemaakt aan de invoer van een hoeveelheid cocaïne in Nederland op 2 januari 2014 (
zaaksdossier B03). Voorts blijkt dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 3] , zich, telkens tezamen en in vereniging met anderen, hebben schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen gericht op de invoer van cocaïne in Nederland in de periode van 28 december 2013 tot en met 3 februari 2014 (
zaaksdossier B05) en in de periode van 7 februari 2014 tot en met 13 maart 2014 (
zaaksdossier B02). Ten slotte blijkt dat [verdachte] zich, tezamen en in vereniging met [medeverdachte 2] heeft schuldig gemaakt aan schending van ambtsgeheim (
zaaksdossier B04).
Nou ja ik heb die weer laten kijken gisteravond natuurlijk en dat is nog steeds onveranderd schoon”. [408]
bij hem is geweest” en dat “
als het een European is dan is het goed als het geen Europeaan is dan krijgt ie vragen wat ie hier komt doen waar die blijft dat soort dingen toch”. [409] Door [medeverdachte 1] is later naar andere partijen gecommuniceerd dat hij alleen met een Europese koerier wil werken. [410]
Ja dat doe ik toch ook. Wat kan ik er aan doen? Ik doe alles wat je zegt”. [413] De rechtbank concludeert uit het voorgaande dat [verdachte] in de hiërarchie van de organisatie onder [medeverdachte 1] stond.
zie zaaksdossier B03). [416] Uit afgetapte telefoongesprekken, OVC-gesprekken en observaties blijkt dat er regelmatig bijna dagelijks overleg is tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . Beiden houden elkaar op de hoogte van de ontwikkelingen met betrekking tot de vermoedelijke drugskoeriers. [417] De rechtbank concludeert hieruit dat [medeverdachte 3] de rol had van tussenpersoon en aanbrenger van koeriers die naar de Dominicaanse Republiek konden vliegen om verdovende middelen naar Nederland te vervoeren. Hij fungeerde hierbij als tussenpersoon tussen [medeverdachte 1] enerzijds en een NN-man die 'opa' genoemd wordt anderzijds (dit betreft vermoedelijk [betrokkene 4] ). [418]
gekeken heeft, voor zaterdag”, maar dat er “
nog maar 1 buskaartje is”. Hiermee wordt bedoeld dat er nog maar één vliegticket beschikbaar is voor de vlucht die de drugskoerier zou moeten nemen. [420]
Maar ik ga niet te veel door de telefoon jongen. Daar moeten we mee ophouden. Dat wordt te veel. We kunnen niet allemaal door de telefoon afwerken” (…) “
Maar dat gaat allemaal niet over de telefoon jongen. Daar moeten we mee ophouden. Acuut. Volgende keer bij een sms, breek ik die telefoon doormidden. Dat gaat niet meer”. (…) “
Dat is te gevaarlijk”. [verdachte] antwoordt: “
Ik weet het”. [421]
ja ja, maar beter geen namen zeggen”. Op 6 januari 2014 voeren [medeverdachte 1] en [betrokkene 5] om 22:54 uur een telefoongesprek. [medeverdachte 1] zegt op enig moment: “
zeg je weet waar ik dit allemaal voor doe, maar daar kunnen we niet met elkaar over praten over de telefoon”. [422] In een gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] op 22 februari 2014 om 15:27 uur is te horen dat [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 3] zegt:
“(…) Ik weet waar het aan ligt, maar eh dat kan ik niet zeggen door de telefoon”. [423] Op 14 maart 2014 om 14:46 uur zegt [medeverdachte 1] tegen [verdachte] :
“(…) Maar beter dat we straks praten, niet nu”
(…)“
Ja het komt steeds meer eh, ik kan niet (stottert), kunnen niet door de telefoon”. [424]
: “Dat SIM-kaartje hadden ze die dag gekregen van [verdachte] of [medeverdachte 1] . (…) Dat moesten ze in België gebruiken. Deze SIM-kaarten konden dan daarna weggegooid worden. Dit moest zodat de connectie niet zichtbaar zou zijn. Dit werd door [medeverdachte 1] verteld”. [431]
Maandag gooien we die dingen weg” (…) “
Want ik heb wel op mijn telefoon laten bellen”. [medeverdachte 1] zegt: “
We gooien die dingen maandag weg. Maar weg, helemaal weg he” (…) “
Zo het kanaal in”. [432]
Maar het is niet veel. Een rooitje of zeven”. [medeverdachte 1] antwoordt hierop: “
Ah ja, dat moet wel gaan”. [434]
even kut was”. Hij zegt: “
Als ik op een dag meer als een miljoen verlies dan weet jij het wel niet” (…) “Nou dat kostte het me en voorlopig zitten er ook zeven man vast zeg maar” (…) “Nee luister die maandag is verkeerd gegaan daar op die luchthaven bij jou zeg maar” (…) [435] “maar ik ben daar zeven man kwijt geraakt en ruim een miljoen euro” (…) “Ja dat kan ik wel overbruggen maar dat was precies wat ik verdiend had”. [436] Zoals beschreven in zaaksdossier B01 verwijst [verdachte] in dit gesprek vermoedelijk naar het drugstransport op 14 oktober 2013, waarbij zeven personen zijn aangehouden. Op 14 oktober 2013 is een hoeveelheid van bijna 30 kilogram cocaïne in beslag genomen, waarvan de verkoopwaarde rond de 'miljoen euro' ligt, de verkoopprijs van één kilogram cocaïne varieert namelijk tussen € 30.000,- en € 34.000,-. [437] Ook als dit grootspraak van [verdachte] is, zoals hij ter zitting verklaarde, past dit nog in de rol die hij binnen de organisatie had en de wetenschap over een en ander.
precies de datums” krijgt en dat er “
deze weekend al iemand komt”. [439] [medeverdachte 1] zegt daarnaast:
“(…) maar het gaat echt, gaat echt loos nou he het gaat echt aan de gang nou he”. [verdachte] zegt hierop: “
ja ja dat moet ook toch”, waarop [medeverdachte 1] antwoordt: “
Nee maar drie vier keer in de week kome en niet alleen daar op andere plaatsen ook doen we gewoon mee dus we krijgen heel veel, in een heel korte tijd komt heel veel binnen”. [verdachte] antwoordt: “
moet ook”. [medeverdachte 1] antwoordt: “
Ja snapt ge en dan…goed binnen een paar weken zitten we er weer helemaal bovenop”. [440]
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sanctie
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
ZEVEN (7) JAREN;