Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.InleidingOp grond van diverse CIE meldingen over de illegale handel in drank en sigaretten werd er door de FIOD een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) binnen welk onderzoek diverse telecommunicatiemiddelen zijn afgetapt en vele tapgesprekken zijn opgenomen. De informatie uit dit onderzoek van de FIOD, de diverse tapgesprekken en het feit dat [medeverdachte 2] eerder ter zake van Opiumwet delicten is veroordeeld hebben uiteindelijk geleid tot een verdenking van drugssmokkel via de luchthaven Schiphol.
4.Bewijs
OPS/NSIS, tegenwoordig
Grenscontrole (de rechtbank begrijpt: Grensapplicatie
). [3] Ook kon hij
BPS,
Basis Politie Systeem [4] (de rechtbank begrijpt: Bedrijfsprocessensysteem [5] )en
BLS,
Bevragen Landelijke Systemen raadplegen. Zijn gebruikersnaam voor BPS was ‘
[loggingcode verdachte]’. De vertrouwelijke informatie was ten behoeve van de taak die hij verrichtte. Dat was voor verdachte de grensbewakingstaak en als hij bezig was met politiewerkzaamheden was dat voor de politietaak. [6]
Ik moet even kijken of ik van de week, of volgende week ff bij je langskom om over die .. ntv..te praten”. [medeverdachte 1] antwoordt: “
Ja. nee dat is helemaal goed jongen”. [bevraagde persoon 6] zegt kort hierna: “
Dat wil ik dan gauw, rap, rap een keer gaan doen”. [medeverdachte 1] antwoordt: “
Ja, uuh dat kan jongen”. [bevraagde persoon 6] zegt: “
Ja dat is goed. Heb ge mij, wil je mij ft een keertje ft door laten lichten. Of heb ge dat al gedaan?”. [medeverdachte 1] reageert met: “
Heb ik al gedaan” . [bevraagde persoon 6] vraagt hierop: “
Oké en dat was goed?”. [medeverdachte 1] zegt: “
ja man geen probleem”. [31]
. [33] Verdachte kan zich herinneren dat [medeverdachte 1] aan hem gevraagd heeft [bevraagde persoon 6] te bevragen. [34] Verdachte heeft gezien dat er met [bevraagde persoon 6] niets aan de hand was, hij dacht dat er niets over hem in de systemen stond. Hij heeft de informatie aan [medeverdachte 1] teruggekoppeld. [35]
Die die die quad kwam maken” (…) Ja die zou papieren gebracht hebben afgelopen vrijdag”. Waarop [medeverdachte 1] zegt: “
rij ik zo heen”. [medeverdachte 2] zegt hierop: “
Ja want die hebben we nodig”
(…) Die hebben we nodig dat had ie ook beloofd (…)”. [46]
Euh heb je die papieren”, waarop [medeverdachte 1] antwoordt: “
Nog niet”. [medeverdachte 2] vraagt: “
hoezo”. [medeverdachte 1] antwoordt: “
Omdat hij niet op zijn account kan printen moet ie op iemand anders dus dan moet ie alleen zijn”. [medeverdachte 2] vraagt: “
wanneer”. [medeverdachte 1] antwoordt: “
dit weekend”. [medeverdachte 2] zegt vervolgens: “
euh moet het dringend hebben (…)”. [47]
Ik weet het wel maar het is nog niet geprint”. [medeverdachte 2] antwoordt: “
Oh print dat alsjeblieft zo snel mogelijk”
(…) Of dat ie het het zo snel mogelijk print”. [medeverdachte 1] antwoordt: “
ja ja ja”. [52]
Hee dat papier, wat zei die?”
(…)“
Heeft ie morgen?”. [medeverdachte 1] antwoordt: “
Ja hij gaat eh, foto’s maken met zijn telefoon. Van het beeldscherm”
(…)“
ja want uitprinten dat is gewoon moeilijk omdat het geregistreerd staat, snapte?”
(…)“
Maar dat is voor ons om het even”. [medeverdachte 2] zegt op enig moment: “
Ja maar hoe eh, van alles moeten we hebben he”. [medeverdachte 1] zegt: “
ja dat weet ik”
(…)“
Maar dan kan die toch overal foto’s van maken?”. [55]
Hee had je die jongen nog gesproken?” (…) “
onze jongen, Amsterdam”. [medeverdachte 1] zegt: “
euh, ja ja ja zeker, zeker. Eh daar moet ik langs, die heeft nachtdienst”. [medeverdachte 2] vraagt: “
heb die de”. [medeverdachte 1] zegt: “
Ja die heeft ie volgens mij ja” (…) “
Ja, want ik heb ook eh, iets anders maar eh, die heeft ie ook gekeken en hij heeft, eh, foto’s he”. [medeverdachte 2] antwoordt hierop: “
Ja die moeten we hebben he”. [medeverdachte 1] reageert met: “
Ja dat weet ik die dan, gaan op mijn telefoon en dan maak ik er een mailtje van”. [56]
5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sancties
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
ZES (6) MAANDEN, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op
TWEE (2) JARENbepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
TWEEHONDERDVEERTIG (240) URENtaakstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door
HONDERDTWINTIG (120) DAGENhechtenis;