3.4.Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 28 augustus 2014, omstreeks 12.33 uur, ontving de meldkamer van de politie Noord-Holland een melding dat iemand op de [adres] te Zuid-Scharwoude van de trap zou zijn gevallen.Het al ter plaatse zijnde ambulancepersoneel gaf door dat zij sporen hadden aangetroffen die niet overeen zouden komen met iemand die enkel van de trap was gevallen. Ter plaatse gearriveerd, werden de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] aangesproken door verdachte die een onsamenhangend verhaal vertelde. Zij zagen dat op de bril van verdachte rode spatten zaten en dat hij bloed op zijn handen en armen had. Zij hoorden hem zeggen dat zijn vader in de woning lag. Verbalisant [verbalisant 1] trof in de woning het slachtoffer aan, die deels in de woonkamer en deels in de hal lag. Het gezicht van het slachtoffer was opgezwollen, zijn rechteroog zat dicht en er was een bloeduitstorting zichtbaar. Naast het slachtoffer lag een stuk huid van vijf à tien centimeter. In de schaamstreek van het slachtoffer was een open wond zichtbaar. Verbalisant [verbalisant 2] heeft met verdachte gesproken die erg druk overkwam en een onsamenhangend verhaal vertelde over Joegoslavië, Bosnië en de duivel. De verbalisant hoorde verdachte onder meer zeggen dat hij de opdracht van God had gehad om zijn vader van de trap te duwen. Verder hoorde hij verdachte meerdere keren zeggen: “Ik heb hem boem”. Hierop is verdachte aangehouden.
Het slachtoffer is overgebracht naar het ziekenhuis, waar hij dezelfde dag omstreeks 17.45 uur is overleden. De volgende dag is het slachtoffer door twee getuigen geïdentificeerd als [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
De buurvrouw van verdachte en het slachtoffer, [getuige 1] , heeft verklaard dat verdachte op 28 augustus 2014 omstreeks 12.30 uur bij haar voor de deur stond. Hij vertelde een heel warrig verhaal over God, duivels, buitenlanders en andere aparte dingen. Zij hoorde verdachte zeggen “dat hij het verdiend had” en zij zag bloedspatjes op zijn bril. Ze moest van verdachte mee naar zijn huis. In de woning zag zij haar overbuurman, de vader van verdachte op de grond in de hal liggen. Zij zag bloed komen uit zijn mond en zijn oog. Vervolgens heeft zij 112 gebeld.
De ambulancebroeder die op 28 augustus 2014 ter plaatse was, [getuige 2] , heeft verklaard dat hij de zoon van het slachtoffer, verdachte, buiten de woning heeft aangetroffen. Hij hoorde verdachte onder anderen in de Engelse taal zeggen: “I cut his dick off”. Vervolgens is hij de woning binnengegaan en heeft het slachtoffer onder aan de trap aangetroffen. Het slachtoffer lag met zijn benen richting de trap en met zijn hoofd richting de deur van de woonkamer, op zijn rug. Zijn nek lag in een rare bocht en de rechterzijde van zijn gezicht vertoonde een forse hematoom. Het slachtoffer was niet aanspreekbaar.
Uit het Voorlopige Sectierapport van 31 augustus 2014 blijkt dat het slachtoffer meerdere breuken aan de rechterborstkas had.Ook waren er breuken van de rechter bijholte (hoofd) en een breuk van de bodem van de rechteroogkas. In het gezicht van het slachtoffer waren huidbeschadigingen en onderhuidse bloeduitstortingen waarneembaar. Verder waren verspreid over het lichaam diverse huidbeschadigingen en bloeduitstortingen te zien.
Tevens werd vastgesteld dat het slachtoffer een uitgebreide bloeduitstorting in de hersenen had, waardoor herseninklemming heeft plaatsgevonden. Aan de borstkas rechts was een uitgebreide bloeduitstorting met in relatie hiermee veel ribbreuken. De letsels aan het hoofd en de borstkas zijn ontstaan door inwerking van uitwendig botsend geweld zoals door stoten, slaan, vallen of schoppen kan ontstaan. Het letsel aan de balzak is ontstaan door scherprandig geweld zoals met een scherprandig voorwerp. Het overlijden van het slachtoffer wordt verklaard door hersenfunctiestoornissen ten gevolge van uitwendig mechanisch geweld op het hoofd.
De bevindingen van het voorlopig sectierapport worden in het pathologierapport van 22 januari 2015 bevestigd. Voorts wordt gerapporteerd dat het waarschijnlijker is om de aangetroffen letsels aan het hoofd aan te treffen indien er sprake is van stompen, slaan, schoppen, dan dat er sprake is van een val van een trap. Een combinatie van vallen en stompen, slaan, schoppen is mogelijk. Het is onwaarschijnlijk dat al de letsels in de mond, mondbodem, in de hals en nek zijn ontstaan als gevolg van een val.
Het was op 28 augustus 2014 niet mogelijk verdachte te verhoren. Hij maakte een zeer verwarde indruk en zijn verklaring was erg onsamenhangend. De geraadpleegde forensisch psychiater adviseerde verdachte te laten opnemen op de crisis afdeling van een penitentiair psychiatrisch centrum. Ook ten tijde van de inbewaringstelling was verhoor van verdachte niet mogelijk. Verdachte is op 26 februari 2015 opgenomen in het Pieter Baan Centrum en heeft daar tot 9 april 2015 verbleven. Op 24 maart 2015 bleek verdachte pas in staat te worden verhoord. Verdachte heeft onder meer als volgt verklaard:
“Ik slik pillen. Ik had die pillen die ochtend niet ingenomen. Er was een woordenwisseling tussen papa en mij. Ik had gedoucht en moest mij afdrogen en aankleden. Mijn vader was druk en wilde zich scheren. Hij vroeg aan mij: “ben je al klaar?” Dit gebeurde boven bij de douche. Ik was toen zo boos. Ik heb hem vanaf de trap geduwd. Toen lag hij op de vloer. Ik was toen zo boos, ik heb zijn broek los getrokken en heb aan zijn penis gescheurd met mijn handen. Hierdoor had ik bloedspetters op mijn bril. Ik heb hem ook op zijn oog geslagen. Ik heb hem een keer op zijn linkeroog geslagen.”
Op de terechtzitting van 9 juni 2015 heeft verdachte als volgt verklaard:
“Ik zei: “Pa, alsjeblieft ga aan de kant”. Ik werd boos en heb hem van de trap geduwd. Daarvoor zei hij toen ik onder de douche stond: “Hé jongetje, “dit en dat ….” Ik ben geen jongetje, ik ben volwassen. Hij was suikerpatiënt en hij schreeuwde tegen mij en dat vond ik vervelend. Ik heb mij eerst afgedroogd en aangekleed en toen op de gang heb ik hem geduwd. Ik duwde met mijn vingers.”
“Hij viel in één keer, niet via de muur of zo. Ik ging ook de trap af en daar lag hij. Hij maakte een zwaar ademend geluid. Toen hij op de grond lag heb ik zijn trainingsbroek gescheurd en zijn geslachtsdeel eruit getrokken en een vuist in zijn gezicht gegeven. Ik was boos. Ook nog toen hij op de grond lag. Toen ook getrokken. (Verdachte maakt scheurende beweging) Het bloed van zijn geslachtsdeel kwam op mijn bril.”
Op de terechtzitting van 7 september 2015 heeft verdachte verklaard dat hij nog steeds boos was op zijn vader nadat hij hem van de trap had geduwd en dat hij hem toen in zijn gezicht heeft geslagen.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan zware mishandeling van zijn vader, ten gevolge waarvan het slachtoffer is overleden.