Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 augustus 2015 in de zaak tussen
[X] , wonende te [Z] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Rotterdam, verweerder.
Procesverloop
[C] .
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil over de vraag of er sprake is van een schenking bij de aankoop van een appartement door eiser van zijn vader. Eiser, die het appartement al huurde, kocht het voor een prijs die lager was dan de marktwaarde. De inspecteur van de Belastingdienst had een aanslag in het recht van schenking opgelegd, die eiser aanvecht. De rechtbank oordeelt dat er wel degelijk sprake is van een schenking, omdat de koopsom lager is dan de waarde in vrije staat van het onroerend goed. De rechtbank overweegt dat de vader van eiser, door de verkoop aan zijn zoon, verarmd is en de zoon verrijkt, wat voldoet aan de voorwaarden voor een schenking volgens de Successiewet. De rechtbank wijst erop dat de taxatiewaarden en de omstandigheden rondom de verkoop wijzen op de intentie om te bevoordelen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de aanslag van de Belastingdienst.