Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte, ter terechtzitting van 20 augustus 2015 afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [werknemer] namens [slachtoffer 1] B.V. d.d. 25 september 2014 (dossierpagina’s 151-157);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 september 2014 (dossierpagina’s 209-210);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van doorzoeking van de woning aan de [adres] d.d. 16 september 2014 (dossierpagina’s 78-85);
- de bekennende verklaring van verdachte, ter terechtzitting van 20 augustus 2015 afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van verdachte d.d. 28 juli 2014 (dossierpagina’s 158-167).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
HONDERDVIJFTIG (150) URENtaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet (naar behoren) verrichten daarvan te vervangen door
VIJFENZEVENTIG (75) DAGENhechtenis;
ÉÉN (1) MAAND, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op TWEE (2) JAREN bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.