Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 31 augustus 2015 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats 1] , eiser
de korpschef van de politie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 augustus 2015 uitspraak gedaan in een disciplinaire procedure tegen een politieambtenaar, eiser, die door de korpschef was bestraft wegens plichtsverzuim. De korpschef had eiser een disciplinaire straf opgelegd van vermindering van het salarisnummer met één jaar, omdat eiser als chef van dienst twee agenten opdracht had gegeven om bijstand te verlenen aan een collega in een privésituatie, wat leidde tot een onrechtmatige uitzetting van bewoners uit een woning. De rechtbank oordeelde dat eiser inschattingsfouten had gemaakt die als ernstig plichtsverzuim moesten worden gekwalificeerd. Eiser had onvoldoende kritisch gekeken naar de rechtvaardiging voor de inzet van politie en had nagelaten om te verifiëren of de inzet vanuit zijn eigen wijkteam wel gepast was, gezien het feit dat het incident zich in een ander werkgebied afspeelde. De rechtbank concludeerde dat de korpschef terecht had geoordeeld dat het plichtsverzuim van eiser ernstig was en dat de opgelegde straf proportioneel was, ondanks dat deze niet ten uitvoer werd gelegd. Eiser had erkend dat de rechten van de huurders waren geschonden en dat het imago van de politie was geschaad, maar betwistte de strafwaardigheid van zijn handelen. De rechtbank verwierp zijn beroepsgronden en verklaarde het beroep ongegrond.