Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
De Zwaluw Logistiek B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
“U heeft – in strijd met het relatie- en concurrentiebeding uit uw CAO – Retailexpress B.V. opgericht en neemt daarin deel als aandeelhouder met als doel om met De Zwaluw te concurreren. In het bijzonder zou u, aldus hetgeen u afgelopen maandag mededeelde, via Retailexpress B.V. voor een van de grootste klanten van De Zwaluw, namelijk Esbaco, gaan werken. Bovendien neemt de heer [y] (indirect) deel in Retailexpress B.V. terwijl hij zich heeft verbonden om niet met De Zwaluw te concurreren en geen contacten van De Zwaluw te benaderen.”Daarbij wordt [werknemer] aansprakelijk gesteld voor alle schade die De Zwaluw lijdt en zal lijden wegens concurrerende activiteiten van [werknemer] .
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 39). De kantonrechter heeft in het vandaag uitgesproken vonnis in eerdergenoemde kort gedingprocedure voorshands geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet terecht is gegeven, omdat daarvoor geen dringende reden aanwezig was. Hoewel een dringende reden niet zonder meer samenvalt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, valt bij gebreke aan een dringende reden en de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden niet in te zien dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Dat betekent dat de werkgever de transitievergoeding is verschuldigd en zal worden veroordeeld tot betaling van die vergoeding tot een bedrag van € 9.212,70 bruto.