ECLI:NL:RBNHO:2015:6071

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 juli 2015
Publicatiedatum
16 juli 2015
Zaaknummer
4154480 \ AO VERZ 15-145
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens psychische problematiek en gedragingen van de werknemer

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerder] door zijn werkgever, Gate Gourmet Holding Netherlands B.V. Het verzoek is ingediend naar aanleiding van gedragingen van [verweerder] die voorafgingen aan zijn ziekmelding. Gate Gourmet stelt dat de arbeidsrelatie ernstig is verstoord door het gedrag van [verweerder], waaronder het niet verschijnen op werk en het schreeuwen tegen collega's. [verweerder] heeft zich op 27 april 2015 ziek gemeld, waarna de bedrijfsarts oordeelde dat hij arbeidsongeschikt was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verwijten van Gate Gourmet voornamelijk betrekking hebben op het laatste half jaar en dat deze gedragingen voortkomen uit de psychische problematiek van [verweerder]. De kantonrechter oordeelt dat er geen gewichtige redenen zijn om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, en wijst het verzoek van Gate Gourmet af. De beslissing houdt rekening met de reflexwerking van het opzegverbod bij ziekte, en de kantonrechter concludeert dat de gedragingen van [verweerder] in verband staan met zijn psychische aandoening. De kosten worden door beide partijen gedragen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 4154480 \ AO VERZ 15-145
datum uitspraak: 14 juli 2015

BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST

inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Gate Gourmet Holding Netherlands B.V.
te Schiphol
verzoekster
hierna te noemen Gate Gourmet
gemachtigde mr. R.J.C. Bindels
tegen

[verweerder]

te [woonplaats]
verweerder
hierna te noemen [verweerder]
gemachtigde mr. A.J. Butter

De procedure

Op 26 mei 2015 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van Gate Gourmet. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 29 juni 2015. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigde van Gate Gourmet heeft pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.

De feiten

Gate Gourmet is wereldwijd de grootste aanbieder van vliegtuigmaaltijden.
[verweerder], 42 jaar oud, is op 1 april 2012 bij Gate Gourmet in dienst getreden. Gate Gourmet heeft [verweerder] tewerkgesteld in haar vestigingen te Amsterdam, Brussel en Geneve. Per 1 maart 2014 is [verweerder] wederom tewerkgesteld te Amsterdam.
De functie van [verweerder] is Manager Operations en zijn salaris bedraagt € 6.800,00 bruto per maand exclusief vakantiegeld (en overige emolumenten).
[verweerder] maakt deel uit van het Operational Managementteam en legt verantwoording af aan [naam leidinggevende], General Manager Benelux.
Als eindverantwoordelijk manager fungeert [verweerder] driemaal per jaar op feestdagen en in de weekenden als "Manager on Duty (MOD)" om problemen in het logistieke proces te signaleren en bij te dragen aan een oplossing.
[verweerder] heeft op de jaarlijks in te vullen healthdeclarationformulieren van 4 april 2012 en 3 maart 2014 "neen" aangekruist bij de vraag of hij heeft geleden aan een chronische of terugkerende staphylococcus aureus infectie.
In juli 2014 heeft [verweerder] tijdens het eerste evaluatiegesprek met [naam leidinggevende] zich beklaagd dat hij te Amsterdam geen bevoegdheden heeft en geen erkenning of ondersteuning ondervindt.
In oktober 2014 is [verweerder] uitgevallen met een staphylococcus aureus infectie.
Na het evaluatiegesprek van 8 december 2014 heeft [verweerder] als volgt aan [naam leidinggevende] ge-e-maild:
"[…] Will you, and when, put me in the position where I can make effective use of my knowledge, experience and leadership? I was transfer to AMS as an Operation Manager, but never placed by you in that role, function, responsibilities and objectives. If for any objective and concrete reasons, you are unable not to confirm me as AMS Ops Manager, then I ask you to release me from my duties here in AMS, so that another unit can benefit from my support. […]"
Op verwijzing van de huisarts van [verweerder] is [verweerder] op 1 december 2014 aangemeld bij 'NPI specialist in persoonlijkheidsproblematiek'. In de verwijsbrief heeft de huisarts geschreven:
"[…] Heden verwijs ik de heer [verweerder] voor behandeling naar de specialistische GGZ, ie het NPI. Indicatie: (vermoeden van een) DSM stoornis. […]"
[verweerder] staat sinds februari 2015 onder behandeling van een psychiater, die hem antidepressiva heeft voorgeschreven.
Gate Gourmet heeft [verweerder] op 15 maart 2015 het rooster verstrekt waarop staat op welke dagen [verweerder] als Manager on Duty aanwezig moet zijn.
Op 23 maart 2015 heeft [verweerder] een e-mailbericht gestuurd aan [naam general manager], general manager te Zwitserland, met het verzoek om een gesprek over de huidige en toekomstige positie van [verweerder] bij Gate Gourmet.
Op 22 april 2015 vindt het gesprek met [naam general manager] plaats waar [verweerder] bij e-mailbericht van 23 maart 2015 om heeft gevraagd. [naam leidinggevende] is daar eveneens bij aanwezig.
Tijdens een managementvergadering van 23 april 2015 heeft [naam leidinggevende] aan [verweerder] gevraagd de vergadering te verlaten, nadat deze herhaaldelijk had geweigerd een vraag van [naam leidinggevende] te beantwoorden. Aanwezige collega's hebben schriftelijk verklaard dat [verweerder] zich daarbij op een agressieve, onacceptabele wijze heeft geuit.
Diezelfde dag heeft [verweerder] een e-mailbericht gestuurd aan [naam general manager], waarin staat dat samenwerking tussen hem en [naam leidinggevende] niet mogelijk is.
Behandelend GZ-psycholoog [naam psycholoog] heeft [verweerder] bij brief van 23 april 2015 geadviseerd zich ziek te melden.
[verweerder] was voor 27 april 2015 ingedeeld als "manager on duty". Hij is die dag zonder afzegging niet verschenen.
Op 27 april 2015 om 21.16 uur stuurt [verweerder] een e-mail aan [naam leidinggevende] waarin hij onder andere het volgende bericht: “Dear [voornaam], I had never imagined when relocating tot AMS, that my efforts and results both would be proven useless and frustrating. And surely not depicted, a year later, as a powerless Manager. (…) Of course, I recognize my occasional passionate outburst. And it is true that, I do find challenging not to react to constant hesitant answers on operational status, of vague process reports abaout on- going implementations, or plain excuses instead of possible root causes for shortcomings.”
Gate Gourmet heeft op 6 mei 2015 [verweerder] voorgesteld zijn arbeidsovereenkomst van met wederzijds goedvinden te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, met de aankondiging dat Gate Gourmet een ontbindingsverzoek zal indienen bij afwijzing van dat voorstel.
De bedrijfsarts van Gate Gourmet heeft op 11 mei 2015 als volgt gerapporteerd:
"[…] Er is hier geen sprake van een medisch probleem waar een medische behandeling kan leiden tot een oplossing. Werknemer wordt daarom nu dan ook op medische gronden volledig geschikt bevonden voor arbeid. [...]"
Op 12 mei 2015 heeft de bedrijfsarts twee andersluidende rapportages afgegeven, in die zin dat de rapportage die aan Gate Gourmet werd afgegeven verschilde van die aan [verweerder]. Dit heeft [verweerder] aanleiding gegeven een klacht in te dienen over de bedrijfsarts. In beide rapportages staat:
"[…] Heden heb ik met behandelaar van werknemer overlegd waardoor erop medisch valk [kantonrechter: vlak in rapportage Gate Gourmet] nieuwe inzichten zijn verkregen. Hierdoor kan werknemer op medisch gronden niet volledig arbeidsgeschikt bevonden voor arbeid. […]"
[verweerder] heeft het UWV verzocht om een second opinion.
Een bespreking van 15 mei 2015 over beëindiging van de arbeidsovereenkomst van [verweerder] te beëindigen met wederzijds goedvinden heeft niet tot overeenstemming geleid.
Behandelend psycholoog [naam psycholoog] heeft op 17 juni 2015 een schriftelijke verklaring afgegeven, met het verloop van de behandeling van [verweerder] en zijn behandelgeschiedenis. Hieruit blijkt dat de behandeling van [verweerder] is aangevangen op 16 november 2012. Van 9 januari 2013 tot 11 april 2013 is [verweerder] behandeld voor gediagnostiseerde psychische problematiek, welke behandeling is afgebroken na tewerkstelling van [verweerder] te Geneve. Op 1 december 2014 is [verweerder] opnieuw aangemeld naar aanleiding van recidiverende ernstige psychische klachten.

Het verzoek

Gate Gourmet verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in de omstandigheden. De reflexwerking van het opzegverbod bij ziekte staat daaraan niet in de weg aangezien het verzoek geen verband houdt met de depressieve klachten en angstgevoelens waar [verweerder] onder gebukt gaat, doch is gegrond op feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan vóór de ziekmelding van 27 april 2015. Gate Gourmet stelt –samengevat – dat de arbeidsrelatie met [verweerder] ernstig is verstoord. Ondanks de voorbeeldfunctie die [verweerder] als manager heeft, heeft hij sinds hij weer in Amsterdam is komen werken gemiddeld vijfenhalf uur per dag gewerkt. Daar komt bij dat collega's hebben geklaagd over de vele rookpauzes die [verweerder] houdt. [verweerder] verwaarloost meer verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. Zo is hij op 27 april 2015 en 9 mei 2015 zonder enig bericht niet gekomen terwijl hij als Manager on Duty moest fungeren. Voorts schreeuwt [verweerder] tegen directe collega's, andere werknemers van Gate Gourmet, en zelfs tegen de general manager. Deze passionate outbursts, zoals [verweerder] zijn uitbarstingen omschrijft, zijn in strijd met de gedragscode van Gate Gourmet, dat correcte omgangsvormen voorschrijft. [verweerder] heeft de gedragscode bijvoorbeeld geschonden tijdens de managementvergadering van 23 april 2015 door zich jegens [naam leidinggevende] intimiderend, provocerend te gedragen, hem te schofferen en tegen hem te schreeuwen dat hij veel te soft is. [verweerder] heeft bijgedragen aan het groeiend wantrouwen van Gate Gourmet omdat is gebleken dat hij heeft verzuimd melding te maken van zijn staphylococcus aureusinfectie. Uit het e-mailbericht van [verweerder] van 23 maart 2015 aan de general manager blijkt dat ook [verweerder] geen enkel vertrouwen heeft in een vruchtbare voortzetting bij Gate Gourmet, wat ook blijkt uit de negatieve houding van [verweerder] en de wijze waarop hij zich de laatste maanden over Gate Gourmet heeft uitgelaten.

Het verweer

[verweerder] concludeert tot afwijzing van het verzoek. [verweerder] beroept zich op de reflexwerking van het opzegverbod bij ziekte. [verweerder] heeft psychische problemen die gevolgen hebben voor de wijze waarop hij zijn werkzaamheden verrichtte. Hoewel [verweerder] [naam leidinggevende] in december 2014 en februari 2015 heeft geïnformeerd over zijn aanmelding, psychische begeleiding en gebruik van antidepressiva, heeft Gate Gourmet nagelaten maatregelen te nemen. De passionate outbursts heeft [naam leidinggevende] aanvankelijk geduid als uiting van passie voor het werk, en gedurende de loopbaan van [verweerder] zijn die nimmer een belemmering geweest. [verweerder] weerspreekt dat hij gemiddeld vijfenhalf uur per dag heeft gewerkt. De uitdraai van de kloktijden die Gate Gourmet heeft overgelegd, klopt niet. [verweerder] maakt minder uren met een reden. Hij is in september 2012 als voetganger aangereden, en als gevolg daarvan bezoekt [verweerder] nog steeds twee keer per week om 16:00 uur een fysiotherapeut, en bezoekt hij één keer per twee weken een sportmasseur. Daarnaast heeft hij wekelijks een afspraak bij zijn psycholoog. Voorts voert [verweerder] aan dat de vraag of hij een staphylococcus aureusinfectie heeft voor een manager operations niet relevant is. Weliswaar is [verweerder] besmet geweest, na een operatie te hebben ondergaan is hij genezen en bacterievrij verklaard.

De beoordeling

[verweerder] heeft zich op 27 april 2015 ziek gemeld, waarna de bedrijfsarts op 12 mei 2015 op medische gronden heeft geoordeeld dat [verweerder] arbeidsongeschikt is. Het feit dat de bedrijfsarts aan partijen verschillende rapporten heeft uitgebracht, kan aan deze vaststelling niet afdoen aangezien dit oordeel in beide rapporten is opgenomen. Hieruit volgt dat in beginsel sprake is van een opzegverbod.
Uit de verklaring van de psycholoog van [verweerder] blijkt dat bij [verweerder] in 2012/2013 psychische problematiek is gediagnosticeerd, waarvoor hij tot 11 april 2013 is behandeld. Voorts blijkt uit die verklaring dat [verweerder] op 1 december 2014 opnieuw is aangemeld met recidiverende ernstige psychische klachten, waarvoor hij sindsdien wordt behandeld. Waar de verwijten die Gate Gourmet [verweerder] maakt zich voornamelijk toespitsen op het laatste half jaar, acht de kantonrechter aannemelijk dat het thans verweten gedrag van [verweerder] voortkomt uit zijn psychische aandoening. De kantonrechter verwerpt daarom de stelling van Gate Gourmet dat deze verwijten geen, althans onvoldoende verband houden met de ziekte van [verweerder] om aan het opzegverbod bij ziekte geen werking toe te kennen.
Dat geldt evenmin voor het invullen van "neen" op de healthdeclarationformulieren van 4 april 2012 en 3 maart 2014. De kantonrechter stelt voorop dat op grond van de Wet op de medische keuringen het aan een ander dan een keurend arts niet is toegestaan vragen te stellen noch anderszins inlichtingen in te winnen over de gezondheidstoestand van een werknemer of over diens ziekteverzuim in het verleden. Uit de healthdeclararionformulieren die Gate Gourmet in het geding heeft gebracht blijkt niet dat aan deze voorwaarde is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat aan het mogelijk verkeerd invullen van deze formulieren in deze procedure onvoldoende belang toekomt.
De conclusie is dat er geen gewichtige redenen bestaan om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, zodat het verzoek wordt afgewezen.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking, omdat dat niet tot een andere beslissing leidt.
Vanwege de aard van deze procedure draagt iedere partij de eigen kosten.

De beslissing

De kantonrechter:
 wijst het verzoek af;
 bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt
Deze beschikking is gegeven door mr. H.A.M. Röell-Mulder en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.