Gate Gourmet is wereldwijd de grootste aanbieder van vliegtuigmaaltijden.
[verweerder], 42 jaar oud, is op 1 april 2012 bij Gate Gourmet in dienst getreden. Gate Gourmet heeft [verweerder] tewerkgesteld in haar vestigingen te Amsterdam, Brussel en Geneve. Per 1 maart 2014 is [verweerder] wederom tewerkgesteld te Amsterdam.
De functie van [verweerder] is Manager Operations en zijn salaris bedraagt € 6.800,00 bruto per maand exclusief vakantiegeld (en overige emolumenten).
[verweerder] maakt deel uit van het Operational Managementteam en legt verantwoording af aan [naam leidinggevende], General Manager Benelux.
Als eindverantwoordelijk manager fungeert [verweerder] driemaal per jaar op feestdagen en in de weekenden als "Manager on Duty (MOD)" om problemen in het logistieke proces te signaleren en bij te dragen aan een oplossing.
[verweerder] heeft op de jaarlijks in te vullen healthdeclarationformulieren van 4 april 2012 en 3 maart 2014 "neen" aangekruist bij de vraag of hij heeft geleden aan een chronische of terugkerende staphylococcus aureus infectie.
In juli 2014 heeft [verweerder] tijdens het eerste evaluatiegesprek met [naam leidinggevende] zich beklaagd dat hij te Amsterdam geen bevoegdheden heeft en geen erkenning of ondersteuning ondervindt.
In oktober 2014 is [verweerder] uitgevallen met een staphylococcus aureus infectie.
Na het evaluatiegesprek van 8 december 2014 heeft [verweerder] als volgt aan [naam leidinggevende] ge-e-maild:
"[…] Will you, and when, put me in the position where I can make effective use of my knowledge, experience and leadership? I was transfer to AMS as an Operation Manager, but never placed by you in that role, function, responsibilities and objectives. If for any objective and concrete reasons, you are unable not to confirm me as AMS Ops Manager, then I ask you to release me from my duties here in AMS, so that another unit can benefit from my support. […]"
Op verwijzing van de huisarts van [verweerder] is [verweerder] op 1 december 2014 aangemeld bij 'NPI specialist in persoonlijkheidsproblematiek'. In de verwijsbrief heeft de huisarts geschreven:
"[…] Heden verwijs ik de heer [verweerder] voor behandeling naar de specialistische GGZ, ie het NPI. Indicatie: (vermoeden van een) DSM stoornis. […]"
[verweerder] staat sinds februari 2015 onder behandeling van een psychiater, die hem antidepressiva heeft voorgeschreven.
Gate Gourmet heeft [verweerder] op 15 maart 2015 het rooster verstrekt waarop staat op welke dagen [verweerder] als Manager on Duty aanwezig moet zijn.
Op 23 maart 2015 heeft [verweerder] een e-mailbericht gestuurd aan [naam general manager], general manager te Zwitserland, met het verzoek om een gesprek over de huidige en toekomstige positie van [verweerder] bij Gate Gourmet.
Op 22 april 2015 vindt het gesprek met [naam general manager] plaats waar [verweerder] bij e-mailbericht van 23 maart 2015 om heeft gevraagd. [naam leidinggevende] is daar eveneens bij aanwezig.
Tijdens een managementvergadering van 23 april 2015 heeft [naam leidinggevende] aan [verweerder] gevraagd de vergadering te verlaten, nadat deze herhaaldelijk had geweigerd een vraag van [naam leidinggevende] te beantwoorden. Aanwezige collega's hebben schriftelijk verklaard dat [verweerder] zich daarbij op een agressieve, onacceptabele wijze heeft geuit.
Diezelfde dag heeft [verweerder] een e-mailbericht gestuurd aan [naam general manager], waarin staat dat samenwerking tussen hem en [naam leidinggevende] niet mogelijk is.
Behandelend GZ-psycholoog [naam psycholoog] heeft [verweerder] bij brief van 23 april 2015 geadviseerd zich ziek te melden.
[verweerder] was voor 27 april 2015 ingedeeld als "manager on duty". Hij is die dag zonder afzegging niet verschenen.
Op 27 april 2015 om 21.16 uur stuurt [verweerder] een e-mail aan [naam leidinggevende] waarin hij onder andere het volgende bericht: “Dear [voornaam], I had never imagined when relocating tot AMS, that my efforts and results both would be proven useless and frustrating. And surely not depicted, a year later, as a powerless Manager. (…) Of course, I recognize my occasional passionate outburst. And it is true that, I do find challenging not to react to constant hesitant answers on operational status, of vague process reports abaout on- going implementations, or plain excuses instead of possible root causes for shortcomings.”
Gate Gourmet heeft op 6 mei 2015 [verweerder] voorgesteld zijn arbeidsovereenkomst van met wederzijds goedvinden te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, met de aankondiging dat Gate Gourmet een ontbindingsverzoek zal indienen bij afwijzing van dat voorstel.
De bedrijfsarts van Gate Gourmet heeft op 11 mei 2015 als volgt gerapporteerd:
"[…] Er is hier geen sprake van een medisch probleem waar een medische behandeling kan leiden tot een oplossing. Werknemer wordt daarom nu dan ook op medische gronden volledig geschikt bevonden voor arbeid. [...]"
Op 12 mei 2015 heeft de bedrijfsarts twee andersluidende rapportages afgegeven, in die zin dat de rapportage die aan Gate Gourmet werd afgegeven verschilde van die aan [verweerder]. Dit heeft [verweerder] aanleiding gegeven een klacht in te dienen over de bedrijfsarts. In beide rapportages staat:
"[…] Heden heb ik met behandelaar van werknemer overlegd waardoor erop medisch valk [kantonrechter: vlak in rapportage Gate Gourmet] nieuwe inzichten zijn verkregen. Hierdoor kan werknemer op medisch gronden niet volledig arbeidsgeschikt bevonden voor arbeid. […]"
[verweerder] heeft het UWV verzocht om een second opinion.
Een bespreking van 15 mei 2015 over beëindiging van de arbeidsovereenkomst van [verweerder] te beëindigen met wederzijds goedvinden heeft niet tot overeenstemming geleid.
Behandelend psycholoog [naam psycholoog] heeft op 17 juni 2015 een schriftelijke verklaring afgegeven, met het verloop van de behandeling van [verweerder] en zijn behandelgeschiedenis. Hieruit blijkt dat de behandeling van [verweerder] is aangevangen op 16 november 2012. Van 9 januari 2013 tot 11 april 2013 is [verweerder] behandeld voor gediagnostiseerde psychische problematiek, welke behandeling is afgebroken na tewerkstelling van [verweerder] te Geneve. Op 1 december 2014 is [verweerder] opnieuw aangemeld naar aanleiding van recidiverende ernstige psychische klachten.