ECLI:NL:RBNHO:2015:6003
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.C. Smits
- D. Gruijters
- G.D.M. Hoedemaker
- Rechtspraak.nl
Bewezenverklaring medeplegen invoer van cocaïne te Schiphol
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 juni 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer van cocaïne in Nederland. De verdachte, geboren in Suriname en thans gedetineerd in het Huis van Bewaring Schiphol, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van een hoeveelheid cocaïne op 22 maart 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting een bekennende verklaring afgelegd, wat heeft bijgedragen aan de bewijsvoering. De rechtbank heeft verschillende proces-verbalen en een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut in haar overwegingen meegenomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van het bewezenverklaarde feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingevoerde hoeveelheid cocaïne van 3,5 kilogram schadelijk is voor de gezondheid van personen en dat de verspreiding van cocaïne gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.