ECLI:NL:RBNHO:2015:6001
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Gruijters
- E.C. Smits
- G.D.M. Hoedemaker
- Rechtspraak.nl
Bewezenverklaring invoer van cocaïne te Schiphol
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 juni 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 12 maart 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting een bekennende verklaring afgelegd, en de rechtbank heeft de bewijsvoering gebaseerd op deze verklaring en verschillende proces-verbaal documenten, waaronder een rapport van het Douane Laboratorium.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde feit, opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, strafbaar is. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vierentwintig maanden geëist, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank heeft besloten om een gevangenisstraf van twintig maanden op te leggen, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en een meldplicht bij de reclassering.
De rechtbank heeft ook een taakstraf van tweehonderd veertig uren opgelegd, die bij niet of niet behoorlijk verrichten kan worden omgezet in hechtenis. De beslissing is genomen na afweging van de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de reclassering. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte zich moet houden aan de voorwaarden die zijn gesteld om recidive te voorkomen.