Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
ten vervoerheeft aangeboden en/of doen of laten vervoeren met een luchtvaartuig, zonder een door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat verleende erkenning;
2.Voorvragen
adversarial trialgeschonden. De cumulatie van deze schendingen van voornoemd artikel 6 brengt mee dat het Openbaar Ministerie niet langer in de vervolging van verdachte kan worden ontvangen, aldus de raadsman.
adversarial trialis geschonden moet daarom eveneens worden verworpen, nu de rechtbank tot het oordeel komt dat verdachte niet in zijn belangen is geschaad door vernietiging van de stof alsmede dat er geen sprake is van een aan het Openbaar Ministerie toe te rekenen langdurige inactiviteit in de zin van een overschrijding van de redelijke termijn.
3.Bewijs
.Het belang dat deze regelgeving beschermt is de veiligheid van de luchtvaart, nu het niet in acht nemen van voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht zeer ernstige gevolgen kan hebben (Wijziging van de Wet luchtvaart [vervoer gevaarlijke stoffen en van dieren], Kamerstuk 26 902 nr.3, Memorie van Toelichting).
ten vervoerheeft aangeboden met een luchtvaartuig, zonder een door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat verleende erkenning;
4.Strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
TWEEHONDERD (200) URENtaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet (naar behoren) verrichten daarvan te vervangen door HONDERD (100) DAGEN hechtenis, met bevel dat een gedeelte groot
ZESTIG (60) UREN, bij het niet (naar behoren) verrichten daarvan te vervangen door DERTIG (30) DAGEN hechtenis,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op TWEE (2) JAREN bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;