Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
GEMEENTE HOORN,
1.de commanditaire vennootschap DE BANGERT C.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 oktober 2014
- de akte overlegging producties van de gemeente
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- het tussenvonnis van 31 december 2014
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het proces-verbaal van comparitie van 17 april 2015 met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie en in reconventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
- in artikel 9.3.1 van de Raamovereenkomst 2004 staat letterlijk dat OMH slechts hoeft bij te dragen in de sloop- en saneringskosten voor de grond waarop een bouwclaim van OMH rust;
- artikel 1 van de Raamovereenkomst 2004 definieert het begrip “
- artikel 8.1 van de Raamovereenkomst 2004 bepaalt:
- artikel 1 van de Raamovereenkomst 2004 definieert “Voorziening” als: “
Bouwclaim” aansluiting moet worden gezocht bij de bewoordingen van de door partijen op 11 oktober 2002 overeengekomen “
Uitgangspunten voor raamovereenkomst tussen de gemeente Hoorn en de Ontwikkelingsmaatschappij Hoorn bv inzake Bangert en Oosterpolder”, maar dat ligt taalkundig bezien gelet op het voorgaande niet voor de hand. Dat dit stuk met uitgangspunten als bijlage deel uitmaakt van de Raamovereenkomst 2004, maakt dat niet anders.
Uitgangspunten voor raamovereenkomst tussen de gemeente Hoorn en de Ontwikkelingsmaatschappij Hoorn bv inzake Bangert en Oosterpolder”, waarin bij het begrip “bouwclaim” geen onderscheid wordt gemaakt tussen de grond die OMH zal ontwikkelen en de grond die door de gemeente ontwikkeld zou worden. Bovendien wijst ze er op dat partijen op 8 maart 2004, derhalve voorafgaand aan de totstandkoming van de Raamovereenkomst 2004, expliciet hebben afgesproken dat OMH zou bijdragen in de sloop- en saneringskosten van alle gronden. Tenslotte wijst de gemeente erop dat OMH na de totstandkoming van de Raamovereenkomst 2004 jarenlang heeft bijgedragen aan de sloop- en saneringskosten voor zowel de gronden waarop OMH een bouwclaim had als voor de grond waarop de gemeente voorzieningen zou realiseren (kortweg Fase 3 en de Strip) en er dus zelf ook van uit ging dat ze daartoe krachtens de Raamovereenkomst verplicht was. De rechtbank zal daar nu op ingaan.
packagedeal, dat de
packageuiteindelijk niet op deze wijze tot stand is gekomen en dat partijen uiteindelijk uit commerciële motieven andere afspraken hebben gemaakt, maar OMH heeft dat verder niet met steekhoudende argumenten onderbouwd. Dat de Raamovereenkomst 2004 het resultaat is van onderhandelingen over een veelheid van onderwerpen, is aannemelijk. Echter, buiten kijf staat dat partijen als onderdeel van de package op 8 maart 2004 hebben afgesproken dat OMH ook zou bijdragen in de sloop- en saneringskosten voor de door de gemeente te ontwikkelen grond. Slechts in algemene bewoordingen heeft OMH aangevoerd dat het op 8 maart 2004 overeengekomen principe van kostendeling is gewijzigd en dat om die reden in de Raamovereenkomst 2004 een andere kostenverdeling is opgenomen. Echter, op geen enkele wijze heeft OMH inzichtelijk gemaakt (a) wanneer die wijziging tussen partijen is besproken en wat de gedachte daarachter is/was, (b) op welke wijze dat invloed heeft gehad op de
packagedan wel (c) op welke wijze de uiteindelijk overeengekomen
packageinvloed heeft gehad op de op 8 maart 2004 gemaakte afspraak over het delen van de sloop- en saneringskosten. Het door OMH ter comparitie genoemde punt van de
package, te wetende de hoogte van het Deficit (het verschil tussen de aankoopprijs van de door OMH aangekochte gronden en de (door)verkoopprijs hiervan aan de gemeente, vermeerderd met rente en kosten) is onvoldoende specifiek. In dit licht bezien kent de rechtbank verder geen gewicht toe aan het feit dat ook een concept van de Raamovereenkomst uit april 2004 bewoordingen bevat die in lijn zijn met het standpunt van OMH. Immers, gesteld noch gebleken is dat partijen hebben beoogd op dit punt af te wijken van de afspraak van 8 maart 2004.
904,00(2 punten × tarief € 452,00)