ECLI:NL:RBNHO:2015:5122
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne in Nederland via luchthaven Schiphol
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 juni 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 14 februari 2015 op Schiphol werd aangehouden. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van een hoeveelheid cocaïne in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in de vervolging. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verdachte, afkomstig uit Suriname en verblijvend in België, op Schiphol een meerkleurige reistas bij zich had waarin luiers en kledingstukken waren aangetroffen die cocaïne bevatten. De douanespeurhond had verhoogde interesse getoond in de tas, wat leidde tot verder onderzoek. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde, ondanks haar verweer dat zij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs. De rechtbank verwierp de wisselende verklaringen van de verdachte als ongeloofwaardig en concludeerde dat zij wist dat zij cocaïne vervoerde. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar zwangerschap en het feit dat zij moeder is van een tweeling.