Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiseres 1] ,
[eiseres 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 november 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 9 maart 2015
- de akte van VVE
- de antwoordakte van [eiseressen] .
2.De feiten
D. de in artikel 3 sub a bedoelde kosten voor zover deze betrekking hebben op de (installaties voor) centrale verwarming en de warmtevoorziening geheel voor rekening komen van de eigenaars van de appartementsrechten met de indices 1 tot en met 88. In verband hiermee wordt de verhouding waarin de eigenaars van de appartementsrechten met de indices 1 tot en met 88 moeten bijdragen in deze kosten zodanig gewijzigd dat de noemer van de breukdelen bedoeld in lid 1 wordt: achtduizendvijhonderdvijfenveertig (8545).
3.Het geschil
te verklaren voor recht dat het de VVE niet toegestaan is bij doorberekening van de stookkosten aan de eigenaren van de appartementsrechten met toepassing van reductiefactoren en dat iedere eigenaar van een appartement in het appartementengebouw van de VVE niet meer aan stookkosten dient bij te dragen, dan het werkelijk gemeten verbruik in het zijn/haar appartement;
de VVE te veroordelen de stookkosten over de periode van 2010 tot en met 2013 conform het werkelijk gemeten verbruik te (laten) herberekenen en er voor zorg te dragen dat deze kosten alsnog conform de herberekening onder de leden wordt verdeeld;
de VVE te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder € 131,00 aan nasalaris ingeval van niet-betekening van het vonnis en € 199,00 ingeval van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente indien niet binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis voldoening daarvan heeft plaatsgevonden.
4.De beoordeling
zullen worden verdeeld overeenkomstig een verdeling die is gebaseerd op de registratie van het verbruik door verbruiksmeters.De rechtbank is met de VVE van oordeel dat een verdeling
gebaseerdop het geregistreerde verbruik niet hetzelfde is als een verdeling
conformhet geregistreerde verbruik, zoals [eiseressen] betoogt. Dat uit de bewoordingen van artikel 2 lid 3 sub D en E van het splitsingsreglement volgt dat van een verdeling conform het werkelijke verbruik niet mag worden afgeweken, is naar het oordeel van de rechtbank dan ook onjuist.
gebaseerdop het geregistreerde verbruik, de (toekomstige) eigenaren van de appartementsrechten er vanuit moeten kunnen gaan dat het door de verbruiksmeters geregistreerde verbruik leidend zal zijn en bij de verdeling van de stookkosten niet substantieel van het geregistreerde gebruik zal worden afgeweken. Uit de door de VVE in het geding gebrachte overzichten blijkt dat de toepassing van de reductiefactoren voor [eiseressen] leidt tot een verschil van circa € 10,00 tot € 30,00 op jaarbasis, hetgeen omgerekend neerkomt op een afwijking (in het voordeel van [eiseres 1] en in het nadeel van [eiseres 2] ) van circa 5% van de kosten op basis van het geregistreerde verbruik. Van een substantiële afwijking is daarmee naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.
verdeling die is gebaseerd op de registratie van het verbruik door verbruiksmeters. De vorderingen van [eiseressen] zullen daarom worden afgewezen.
1.356,00(3,0 punten × tarief € 452,00)