ECLI:NL:RBNHO:2015:4900

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 juni 2015
Publicatiedatum
16 juni 2015
Zaaknummer
15/871512-14
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en uitbuiting van een minderjarige in de prostitutie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 juni 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel. De verdachte had een minderjarig meisje, dat van huis was weggelopen, actief betrokken bij prostitutie. Gedurende een periode van twee en een halve week heeft de verdachte het slachtoffer financieel afhankelijk gehouden en geprofiteerd van haar inkomsten uit de prostitutie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de leeftijd van het slachtoffer, dat slechts 15 jaar oud was, en dat hij gebruik maakte van haar kwetsbare positie. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte verschillende handelingen heeft verricht die onder de definitie van mensenhandel vallen, waaronder het maken van erotische foto's, het plaatsen van advertenties en het onderhouden van contact met klanten. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien maanden. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer voor zowel materiële als immateriële schade. De rechtbank heeft de ernst van de zaak benadrukt, waarbij het misbruik van de kwetsbare positie van het slachtoffer centraal stond. De impact van de daden van de verdachte op het slachtoffer was aanzienlijk, wat ook blijkt uit de slachtofferverklaring die tijdens de zitting is voorgelezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/871512-14 (P)
Uitspraakdatum: 11 juni 2015
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 mei 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Amsterdam-Over Amstel, locatie Het Schouw te Amsterdam.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. E. Visser en van hetgeen verdachte en diens raadsman, mr. F.P.M. van Gerven, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 30 juni 2014 tot en met 28 juli 2014 te Alkmaar en/of te Amsterdam en/of te Den Helder en/of te utrecht en/of te Echt en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer], geboren [geboortedatum 2],
1) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] (art 273F lid 1 sub 2), en/of
2) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [slachtoffer] enige handeling(en) heeft ondernomen, waarvan hij verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (art 273F lid 1 sub 5), en/of
3) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer]
met of voor een derde tegen betaling (art 273F lid 1 sub 8),
welke "enige handeling(en)" (zoals genoemd onder 2)) heeft/hebben bestaan uit:
- het maken van erotische foto's van die [slachtoffer], althans foto's waarop die [slachtoffer] was gekleed in slechts weinig of weinig verhullende kleding,
- het aanmaken en/of plaatsen en/of van één of meer profiel(en) en/of advertentie(s) op één of meer website(s) (te weten www.sexjobs.nl en/of www.kinky.nl), waarin die [slachtoffer] als prostituee werd aangeboden, en/of waarin (voornoemde) foto's met [slachtoffer] in weinig of weinig verhullende kleding zijn opgenomen;
- het aanmaken en/of beheren van een e-mail adres (te weten [e-mailadres]) voor communicatie van en met (potentiële) (prostitutie)klant(en) van die [slachtoffer];
- het verstrekken van een werktelefoon aan die [slachtoffer];
- het per e-mail of sms contact onderhouden met (potentiële) (prostitutie)klant(en) van die [slachtoffer],
- het instrueren van die [slachtoffer] ten aanzien van hetgeen zij moest zeggen tegen (potentiële) (prostitutieklant(en),
- het geven van uitleg aan die [slachtoffer] over in de prostitutie/escort gebruikte terminologie, en/of
- het bepalen, danwel adviseren, welke tarieven die [slachtoffer] moest rekenenen voor haar prostitutiewerkzaamheden,
- het telefonisch te woord staan van een (prostitutie)klant van die [slachtoffer] die de gemaakte afspraken niet na wilde komen
- het (één of meermalen) (deels) begeleiden van die [slachtoffer] naar (potentiële) (prostitutie)klant(en).

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.2.
Partiële vrijspraak (medeplegen)
De rechtbank is van oordeel dat aan de stukken van het dossier alsmede aan het onderzoek ter terechtzitting niet het wettig en overtuigend bewijs is te ontlenen dat verdachte het ten laste gelegde feit tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft begaan. Verdachte dient in zoverre te worden vrijgesproken.
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Nadat [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]) eind juni 2014 van huis is weggelopen, zwerft ze een nacht door Zaandam en slaapt ze onder een balkon. Op 30 juni 2014 zoekt [slachtoffer] met haar mobiele telefoon op
social medianaar een slaapplaats voor de nacht. [2] Omstreeks 22:00 uur komt zij in contact met verdachte, die zich ‘[bijnaam]’ noemt. Verdachte haalt [slachtoffer] met de auto op. [3] In de auto zitten nog twee andere mannen, onder wie [medeverdachte 1] (hierna ook wel: [medeverdachte 1]). Verdachte heeft [slachtoffer] meegenomen naar de woning van een zekere ‘[bijnaam 2]’ in Amsterdam en haar al in de auto whisky te drinken gegeven. In de woning van ‘[bijnaam 2]’ wordt verder gedronken. [4] Daar heeft [slachtoffer] ook seks met verdachte. Ook komt ter sprake dat zij geld zou kunnen verdienen door seks te hebben met mannen. [slachtoffer] stemt daarmee in. [slachtoffer] heeft verdachte toen ook verteld dat zij 15 jaar oud was, nadat verdachte haar zei dat hij niet geloofde dat zij al 18 of 19 jaar oud was. [5] [slachtoffer] is blijkens de akte van geboorte geboren op [geboortedatum 2]. [6]
[slachtoffer] gaat vervolgens mee naar de woning van ‘[bijnaam 3]’ in de Marnixstraat in Amsterdam. De rest van de nacht van 30 juni op 1 juli 2014 verblijft [slachtoffer] in deze woning, samen met verdachte, ‘[bijnaam 3]’ en [medeverdachte 1]. [7] Aan het eind van de middag van 1 juli 2014 maakt verdachte erotische foto’s van [slachtoffer] met zijn iPad. [slachtoffer] draagt daarbij slechts een zwart wijd topje en een rode string. [8] Verdachte maakt vervolgens een advertentie op de website seksjobs.nl en plaatst bij de advertentie drie erotische foto’s. [9]
Uit gegevens van Microsoft blijkt dat op 1 juli 2014 om 02:27 uur het e-mailadres
[e-mailadres]is aangemaakt. [10] Uit informatie van Teasemedia, beheerder van de website seksjobs.nl, blijkt dat op 1 juli 2014 een advertentie is aangemaakt op de website seksjobs.nl met gebruikmaking van het e-mailadres
[e-mailadres]. Bij de advertentie worden drie foto’s geplaatst. Op 7 juli 2014 wordt deze advertentie verwijderd en wordt een tweede advertentie aangemaakt, wederom van drie foto’s voorzien. De tweede advertentie wordt tweemaal ‘omhoog geplaatst’, telkens na het versturen van een betaal sms-bericht. Deze betaal sms-berichten worden verstuurd met gebruikmaking van het telefoonnummer van verdachte. [11]
De reacties van potentiële klanten komen binnen op de iPad van verdachte. Verdachte legt [slachtoffer] uit hoe zij deze moet beantwoorden: zij moest lief doen en altijd drie x’jes in de reactie zetten. Hij legt haar ook uit wat zij moet zeggen als zij potentiële klanten aan de telefoon krijgt, wat bepaalde afkortingen in de reacties betekenen en wat het verschil is tussen escort en ontvangst. Verdachte adviseert haar hoeveel euro zij moet vragen aan een klant. Hij geeft [slachtoffer] een werktelefoon, waarop zij te bereiken is voor klanten en voor hem. [12]
Op 2 juli 2014 heeft [slachtoffer] een eerste klant in Amsterdam. Verdachte en een andere man, [persoon], brengen haar naar de klant; met hem heeft [slachtoffer] vervolgens seks. [13] De klant betaalt [slachtoffer] 100 euro, waarvan zij van verdachte ongeveer 20 of 30 euro mag houden. [14] Hierna gaat [slachtoffer] terug naar de woning van ‘[bijnaam 3]’ en blijft die nacht bij hem slapen. [15] In de middag van 3 juli 2014 belt verdachte [slachtoffer] op haar werktelefoon en haalt haar op. Verdachte, [persoon] en [slachtoffer] slapen de nacht van 3 op 4 juli 2014 bij een vriend in een begeleid wonen faciliteit. De volgende ochtend kijkt [persoon] in de telefoon van [slachtoffer] en ziet dat zij contact heeft gehad met haar moeder. Vervolgens pakt verdachte de telefoon van [slachtoffer] af. Zij krijgt hem niet meer terug. Verdachte brengt [slachtoffer] naar de woning van [getuige 1], elders in Amsterdam. [slachtoffer] krijgt daar een kamertje en een matras. [16] [getuige 1] krijgt van verdachte geld voor het verblijf van [slachtoffer]. Verdachte gaf hem een paar keer een bedrag van 20 euro. [17]
Op 5 juli 2014 heeft [slachtoffer] een seksafspraak in de buurt van Utrecht. De klant heeft met [slachtoffer] afgesproken 650 euro te betalen voor de gehele nacht. Tijdens het voorspel, waarbij de man [slachtoffer] vingert, krabt hij haar met zijn nagels open en begint [slachtoffer] te bloeden. [18] Op het sms-bericht dat [slachtoffer] naar verdachte stuurt om te vertellen wat er is gebeurd reageert verdachte met de mededeling dat zij nu extra geld moet vragen aan de klant. [slachtoffer] vraagt aan de man 150 euro, die zij ook krijgt. Als [slachtoffer] weer in Amsterdam arriveert, wordt zij door verdachte van het station afgehaald. [slachtoffer] en verdachte gaan naar een internetcafé waar verdachte zegt dat hij 600 euro wil hebben. [slachtoffer] geeft hem dat bedrag uiteindelijk ook. [19]
[slachtoffer] bezoekt ook een klant in Den Helder. Ze krijgt van deze klant 350 euro en verblijft een nacht bij hem. Als [slachtoffer] weer in de woning van [getuige 1] terugkeert, is verdachte daar ook. [slachtoffer] geeft hem ongeveer 325 euro. [20] Op 16 juli 2014 heeft een klant contact gezocht met [slachtoffer] via de website kinky.nl. Deze haalt [slachtoffer] op bij de woning van [getuige 1]. Ze rijden naar een parkeerplaats langs de rijksweg A4 en hebben daar seks. De man betaalt [slachtoffer] hiervoor 100 euro. Op 18 juli 2014 spreekt [slachtoffer] nogmaals af met dezelfde man; zij rijden weer naar deze parkeerplaats en hebben nogmaals seks. Tijdens beide ontmoetingen wordt [slachtoffer] vaak gebeld door een jongen die haar vraagt waar ze is en waar ze blijft. [slachtoffer] verzint dan smoesjes en vertelt aan deze man dat deze jongen haar geld afpakt. Ze vertelt hem ook dat ze wel bij hem weg wil maar geen plek heeft waar ze naar toe kan. [21]
Als [slachtoffer] op zeker moment zegt dat zij niet meer wil werken vraagt verdachte haar hoe ze anders geld kan verdienen en zegt haar dat ze dan ook niet meer bij [getuige 1] kan inwonen. [slachtoffer] is bang haar verblijfplaats kwijt te raken en naar huis terug te moeten. [22] Zij heeft zelf geen geld. [slachtoffer] gaat ervan uit dat wanneer zij naar huis zou teruggaan, zij geplaatst zal worden in een gesloten instelling. [23] Verdachte wist dat [slachtoffer] hiervoor vreesde. [24]
Op 18 juli 2014 heeft [slachtoffer] een seksafspraak met verbalisant [verbalisant], die zich voordoet als een klant. Omstreeks 22:20 uur wordt door verbalisant [verbalisant] gezien dat [slachtoffer] op het station Alkmaar opgevangen wordt door collega’s en overgebracht naar een dienstauto. [25]
3.4.
Bewijsoverweging
Door de raadsman van verdachte is vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat verdachte weliswaar wist dat [slachtoffer] minderjarig was en dat zij zou gaan werken in de prostitutie, maar dat verdachte daar geen opzet op had. Evenmin is sprake van een oogmerk tot uitbuiting van [slachtoffer] of heeft verdachte [slachtoffer] aangezet tot het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen tegen betaling. Het was [slachtoffer] die initiatieven heeft genomen en met verdachte een bijzondere relatie onderhield, meer was het niet.
De rechtbank deelt dit standpunt niet en overweegt in dat verband als volgt. Uit de tot het bewijs gebezigde - hierboven weergegeven - redengevende feiten en omstandigheden volgt reeds de weerlegging van de door de raadsman betrokken stellingen. Hieruit blijkt immers dat het handelen van verdachte vanaf het begin, reeds vanaf enkele uren na hun ontmoeting, gericht is geweest op het zich prostitueren door [slachtoffer]. Hij wist dat zij zich door wat hij deed beschikbaar zou stellen voor het verrichten van seksuele handelingen. Niet valt in te zien met welk ander doel verdachte anders de seksadvertenties zou aanmaken en plaatsen. Bij een minderjarig slachtoffer kan volgens jurisprudentie van de Hoge Raad de eventuele omstandigheid dat het slachtoffer heeft ingestemd met de prostitutiewerkzaamheden nimmer in de weg staan aan een bewezenverklaring.
Het oogmerk tot uitbuiting wordt eveneens door de hierboven aangehaalde bewijsmiddelen onderbouwd, nu verdachte de door [slachtoffer] gegenereerde opbrengsten van het sekswerk van meet af aan voor het grootste gedeelte van haar heeft afgenomen, zodat zij financieel van hem afhankelijk zou blijven.
3.5.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 30 juni 2014 tot en met 18 juli 2014 te Amsterdam,
een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer], geboren [geboortedatum 2],
1) heeft overgebracht, gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer] en
2) ten aanzien van die [slachtoffer] enige handelingen heeft ondernomen, waarvan hij verdachte wist dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen en
3) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer] met een derde tegen betaling,
welke "enige handelingen" (zoals genoemd onder 2) hebben bestaan uit:
- het maken van erotische foto's van die [slachtoffer],
- het aanmaken en plaatsen van advertenties op websites (te weten www.sexjobs.nl en www.kinky.nl), waarin die [slachtoffer] als prostituee werd aangeboden, en waarin (voornoemde) foto's met [slachtoffer] in weinig verhullende kleding zijn opgenomen;
- het aanmaken en/of beheren van een e-mail adres (te weten [e-mailadres]) voor communicatie van en met (potentiële) klanten van die [slachtoffer];
- het verstrekken van een werktelefoon aan die [slachtoffer];
- het per e-mail of sms contact onderhouden met (potentiële) klanten van die [slachtoffer],
- het instrueren van die [slachtoffer] ten aanzien van hetgeen zij moest zeggen tegen (potentiële) klanten,
- het geven van uitleg aan die [slachtoffer] over in de prostitutie/escort gebruikte terminologie, en
- het adviseren welke tarieven die [slachtoffer] moest rekenen voor haar prostitutiewerkzaamheden.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd, de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de straf

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van eenentwintig (21) maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft, nadat hij een van huis weggelopen minderjarig en kwetsbaar meisje ontmoette, actief bevorderd dat zij zich in de prostitutie begaf en haar daar twee en een halve week in gehouden. Verdachte heeft het slachtoffer financieel afhankelijk van hem gehouden en van haar geprofiteerd door het grootste gedeelte van de inkomsten uit de prostitutie op te eisen. Verdachte wist nog voordat hij de seksadvertenties plaatste dat het slachtoffer slechts 15 jaar oud was. Zij zag geen alternatief, nu zij vreesde voor gedwongen uithuisplaatsing in een gesloten instelling, en van die vrees was verdachte op de hoogte.
Het handelen van verdachte is een zeer ernstig feit, waarbij misbruik is gemaakt van de afhankelijke positie van het slachtoffer. Verdachte heeft het slachtoffer ook in emotioneel opzicht afhankelijk van hem gemaakt door haar de aandacht waarnaar zij zo hunkerde, te geven. Verdachte heeft de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ernstige schade toegebracht en haar in haar persoonlijke vrijheid ernstig beperkt. Het handelen van verdachte kan worden beschouwd als een volstrekte minachting en volledig gebrek aan respect voor het minderjarige en kwetsbare slachtoffer.
De impact die het gebeurde op het slachtoffer heeft gehad blijkt onder meer uit haar schriftelijke slachtofferverklaring, die namens haar ter terechtzitting van 28 mei 2015 is voorgelezen. In deze verklaring is te lezen dat zij voelde dat zij geen kant op kon en in een situatie belandde waarin zij dingen heeft gedaan die zij niet wilde. Later kwam daar ook het gevoel van schaamte bij. Door hetgeen is gebeurd is zij haar zelfvertrouwen kwijt geraakt en angstig geworden. Ook het vertrouwen van haar familie in haar is beschadigd, hetgeen haar zwaar valt.
Op dergelijk handelen als door verdachte begaan past slechts een langdurige gevangenisstraf zoals door de officier van justitie ook is geëist. De rechtbank zal enigszins van deze eis afwijken nu zij in de bewezenverklaring uitgaat van een kortere periode dan de officier van justitie kennelijk deed, waar hij het over een periode van bijna een maand had.
De rechtbank heeft voorts geconstateerd dat verdachte – blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie – in het verleden veelvuldig is veroordeeld voor strafbare feiten, maar dat dit andersoortige strafbare feiten betreffen dan waarvoor hij nu wordt veroordeeld. Een reden voor verdere matiging van de op te leggen straf kan daarin evenwel niet worden gevonden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.

7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 8.660,58 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden. De gestelde materiële schade bestaat uit gederfde inkomsten, abonnementskosten van een mobiele telefoon, en kosten betrekking hebbende op haar uithuisplaatsing. .
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 1.440 rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. De rechtbank overweegt daartoe dat onvoldoende duidelijk is geworden dat de kosten die te maken hebben met de uithuisplaatsing, een maatregel waarvoor [slachtoffer] immers al eerder vreesde, niet het directe, rechtstreekse gevolg zijn van het bewezenverklaarde. Voorts worden de gevorderde abonnementskosten – gelet ook op de toelichting van de vordering ter terechtzitting – door de rechtbank geïnterpreteerd als een vergoeding voor de verloren gegane telefoon. Die schadepost schat de rechtbank, conform het voorstel van de officier van justitie, op € 350.
Tevens komt de rechtbank vergoeding van de gestelde immateriële schade tot een bedrag van € 3.000 billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op nihil.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes bewezen verklaarde handelen (kort gezegd: mensenhandel) aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36f en 273f van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
ZESTIEN (16) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 4.440, bestaande uit € 1.440 voor de materiële en
€ 3.000 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 4.440-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
vierenvijftig (54) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.M. Verpalen, voorzitter,
mr. R.A. Otter en mr. I.A.M. Tel , rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries en mr. D.C. Wagter, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van donderdag 11 juni 2015.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 44-midden/onder).
3.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 45-boven).
4.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 28 mei 2015.
5.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 45, 46-boven).
6.Een schriftelijk stuk, te weten een akte van geboorte d.d. [geboortedatum 2] (aanvullend dossier, dossierpagina 6).
7.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 46-onder).
8.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 46-onder).
9.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 47-boven).
10.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 augustus 2014 (dossierpagina 200).
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2014 (dossierpagina 202).
12.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 47-boven/midden, 48)
13.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 47-midden, 48).
14.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 30 januari 2015 (dossierpagina 94-midden).
15.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 48-boven).
16.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 48-boven, 49-midden).
17.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 11 december 2014 (dossierpagina 251).
18.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [getuige 2] d.d. 8 oktober 2014 (dossierpagina’s 174, 176-178).
19.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 49-boven/midden).
20.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 49-midden, 50).
21.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [getuige 3] d.d. 17 september 2014 (dossierpagina’s 166, 169-172).
22.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 5 augustus 2014 (dossierpagina 50).
23.Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] d.d. 12 augustus 2014 (dossierpagina 56).
24.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 28 mei 2015.
25.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 augustus 2014 (dossierpagina 33 en 34).