ECLI:NL:RBNHO:2015:4493

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 mei 2015
Publicatiedatum
2 juni 2015
Zaaknummer
C/15/226750 / JU RK 15-888
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van gesloten jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 mei 2015 uitspraak gedaan over het verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de officier van justitie, de moeder van [minderjarige], en een medewerker van Jeugd en Gezinsbeschermers aanwezig waren. De minderjarige verblijft op dat moment in een gesloten jeugdzorg instelling, Transferium, en ontvangt daar intensieve behandeling. De officier van justitie heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot aan zijn meerderjarigheid op 23 mei 2016, met het oog op het continueren van de noodzakelijke hulpverlening.

De moeder van [minderjarige] heeft haar instemming gegeven met het verzoek, en ook [minderjarige] zelf heeft aangegeven het eens te zijn met de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder door overbelasting niet in staat is om het gezag over [minderjarige] adequaat uit te oefenen. De betrokken jeugdbeschermer, mevrouw [medewerker J & G], heeft een goede verstandhouding met de moeder en is actief bezig met het vinden van een geschikte vervolgplek voor [minderjarige].

De kinderrechter heeft geoordeeld dat er voldaan is aan het wettelijke criterium van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek, en heeft besloten om [minderjarige] onder toezicht te stellen tot aan zijn meerderjarigheid. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd
Zittingsplaats: Alkmaar
zaakgegevens : C/15/226750 / JU RK 15-888
datum uitspraak: 26 mei 2015

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

OFFICIER VAN JUSTITIE,

betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], hierna te noemen: [minderjarige].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder], hierna te noemen: de moeder,

wonende te [woonplaats],

Het procesverloop

Tijdens de behandeling van de strafzaak van [minderjarige] op 26 mei 2015 heeft de officier van justitie mondeling verzocht om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot aan de datum van zijn meerderjarigheid, te weten 23 mei 2016.
Op 26 mei 2015 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
  • de minderjarige [minderjarige],
  • mr. M. Berbee, advocaat te Den Helder,
- de moeder,
- mevrouw [medewerker J & G], namens de Jeugd en Gezinsbeschermers,
- mr. A.A. de Back, officier van justitie.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[minderjarige] verblijft op de gesloten jeugdzorg instelling Transferium in Heerhugowaard.
Bij beschikking van 10 maart 2015 heeft de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp van [minderjarige] verlengd tot 20 augustus 2015.

Het verzoek

De officier van justitie heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verzocht tot aan de datum van meerderjarigheid, te weten 23 mei 2016.

Het standpunt van belanghebbenden

De officier van justitie acht het van belang dat de hulpverlening aan [minderjarige] gecontinueerd wordt.
Mevrouw [medewerker J & G] heeft ter zitting aangegeven dat zij bij [minderjarige] betrokken is in het vrijwillige kader. Nu de gemeente [plaats] deze zorg niet heeft ingekocht bij de Jeugd en Gezinsbeschermers, zal zij eruit moeten stappen. Gelet op de ernstige zorgen die er bestaan omtrent de ontwikkeling van [minderjarige] acht zij een ondertoezichtstelling aangewezen. Daarbij speelt een rol dat moeder onmachtig is, mede gelet op de problematiek van [minderjarige], om hem de juiste ondersteuning en begeleiding te bieden. Het is in het belang van [minderjarige] dat er adequate ondersteuning blijft die zoekt naar een vervolgplek voor [minderjarige] na beëindiging van zijn verblijf in Transferium.
De moeder heeft aangegeven het eens te zijn met het verzoek. Ze hoopt dat mevrouw [medewerker J & G] de gezinsvoogd kan worden aangezien ze de samenwerking met haar als prettig ervaart.
[minderjarige] heeft aangegeven het eens te zijn met het verzoek tot ondertoezichtstelling. Hij vindt het prettig als mevrouw [medewerker J & G] als jeugdbeschermer betrokken blijft.
Mr. Berbee heeft aangegeven dat een ondertoezichtstelling in het belang van [minderjarige] is, nu moeder onmachtig is om [minderjarige] de juiste ondersteuning en begeleiding te bieden. De beoordeling

De beoordeling

[minderjarige] is een zeventienjarige jongen die vanwege zijn complexe problematiek in het
kader van de gesloten jeugdhulp op Transferium verblijft, alwaar hij intensieve behandeling
krijgt. Gelet op de leeftijd van [minderjarige] is het van belang dat er gezocht wordt naar een
vervolginstelling. De moeder wil het beste voor haar zoon, maar lijkt door overbelasting niet
goed in staat het gezag over [minderjarige] uit te oefenen. Mevrouw [medewerker J & G] is als
jeugdbeschermer in het vrijwillig kader betrokken en heeft een goede verstandhouding met
moeder. Zij is druk bezig om een goede vervolgplek voor [minderjarige] te vinden. Het is in het
belang van [minderjarige] dat er een Jeugdbeschermer betrokken blijft die [minderjarige] kan begeleiden en
ondersteunen en een geschikte vervolgplek voor hem kan vinden.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De kinderrechter zal daarom [minderjarige] onder toezicht stellen tot aan zijn meerderjarigheid.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] onder toezicht van De Jeugd- & Gezinsbeschermers, met ingang van 26 mei 2015 tot aan de datum van zijn meerderjarigheid, te weten 23 mei 2016;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.C. Oosterbroek, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. I. Hermans als griffier en in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2015.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam