AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Mensensmokkel via schijnhuwelijk en valsheid in geschrift
Op 29 april 2015 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel door middel van een schijnhuwelijk. De verdachte, geboren in 1958, werd beschuldigd van het vergemakkelijken van het verblijf van een Sri Lankaanse vrouw in Nederland. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met medeverdachten een schijnrelatie was aangegaan om de vrouw toegang tot Nederland te verschaffen, terwijl hij wist dat deze toegang wederrechtelijk was. De rechtbank verwierp het beroep van de verdediging om het bewijs van het verhoor van de vrouw uit te sluiten, maar sloot het verhoor van de verdachte uit omdat hem geen cautie was verleend. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het medeplegen van mensensmokkel en valsheid in geschrift, omdat hij valse verklaringen had afgelegd in documenten die bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst waren ingediend. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een proeftijd van twee jaar, met een werkstraf van honderd uren.
Voetnoten
1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Een geschrift, te weten een aangifte d.d. 15 mei 2013 opgemaakt door [verbalisant] namens de Immigratie- en Naturalisatiedienst, pagina 31.
3.Een geschrift, te weten een ‘Vragenlijst voor verblijf bij partner’ met bijlage d.d. 14 september 2012, productie 11.
4.Een geschrift, te weten een aangifte d.d. 15 mei 2013 opgemaakt door [verbalisant] namens de Immigratie- en Naturalisatiedienst, pagina 31.
5.Een geschrift, te weten een relatieverklaring d.d. 19 december 2012, productie 12.
6.Een geschrift, te weten een aangifte d.d. 15 mei 2013 opgemaakt door [verbalisant] namens de Immigratie- en Naturalisatiedienst, pagina 31.
7.Een geschrift, te weten een onderzoeksverzoek handhaving, verzonden d.d. 19 maart 2013, pagina’s 8 en 9.
8.Proces-verbaal bevindingen verbalisanten [verbalisanten] d.d. 26 maart 2013, pagina’s 10 en 11.
9.Proces-verbaal verhoor getuige, inhoudende de op 2 april 2013 door [betrokkene] afgelegde verklaring, pagina’s 17 tot en met 19.
10.Proces-verbaal verhoor verdachte, inhoudende de op 16 juli 2013 door [verdachte] afgelegde verklaring, pagina’s 34 tot en met 36.
11.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 1] door de rechter-commissaris d.d. 18 december 2014, los proces-verbaal.
12.Proces-verbaal verhoor getuige [medeverdachte 2] door de rechter-commissaris d.d. 18 december 2014, los proces-verbaal.