Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Inleiding
4.Bewijs
‘zonder meer’in zijn rapport van 15 januari 2015 niet betekenen dat het niet anders kan dan dat er causaal verband bestaat tussen het geweld en het overlijden van het slachtoffer, maar dat hij met het begrip zonder meer bedoelde ‘
ook zonder bijkomende feiten kan dit verklaren dat’.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 mei 2015 afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor door de politie
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verhoor van getuige [getuige 1 feit 1] d.d. 5 maart 2014 (dossierpagina’s 202 tot en met 205);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisanten] d.d. 5 maart 2014 (dossierpagina’s 49 en 50);
- een schriftelijk bescheid, te weten een geneeskundige verklaring van 7 maart 2014 opgemaakt door forensisch arts [forensisch arts 1] (Forensisch dossier pagina's 143-144);
- een schriftelijk bescheid, te weten een geschrift van 18 maart 2014 van aios neuroloog [neuroloog] van het Medisch Centrum Alkmaar (Forensisch dossier pagina's 148-149);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] d.d. 9 april 2014 (dossierpagina’s 180 en 181).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 mei 2014 afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor door de politie
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 mei 2015 afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor door de politie
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 mei 2015 afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor door de politie
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 mei 2015 afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor door de politie
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 mei 2015 afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor door de politie
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 mei 2015 afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor door de politie
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 mei 2015 afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor door de politie
wijlen [slachtoffer feit 9] d.d. 14 maart 2014 (dossierpagina’s 812 tot en met 814).
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
Ook hierbij was voorts veelal sprake van slachtoffers van oudere leeftijd. Inbraken en pogingen daartoe veroorzaken niet alleen materiële schade bij de gedupeerden, maar maken bovendien een ernstige inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer, hetgeen maatschappelijke onrust en gevoelens van angst en onveiligheid teweeg brengt. Verdachte en zijn medeverdachte hebben bij hun handelen geen enkel respect getoond voor andermans eigendom en hebben uitsluitend oog gehad voor hun eigen belangen, hetgeen de rechtbank hen aanrekent.
GZ-psycholoog.
8.Beslag
9.Vordering benadeelde partijen [slachtoffer] en [dochter slachtoffer 1]
€ 6.275,67 aan materiële schade. De vordering is op 6 mei 2015 ondertekend door
mr. Diesfeldt voornoemd, waarbij zij haar handtekening heeft geplaatst naast de tekst ‘handtekening benadeelde’ van betreffende Dit omdat zoals zij ter zitting heeft toegelicht, mevrouw [dochter slachtoffer 1], blijkens de aan dit voegingsformulier gehechte verklaring van executele, bevoegd is de nalatenschap van haar moeder te beheren en daarover te beschikken.
als gevolg van het strafbare feitis overleden. Wanneer het slachtoffer later, door een andere oorzaak, is overleden kan de nabestaande zich niet voegen als benadeelde voor de door hem of haar onder algemene titel verkregen vordering. Volgens de Hoge Raad is in een dergelijk geval geen sprake van rechtstreekse schade in de zin van artikel 51f, eerste lid, Sv. Gelet hierop dient de benadeelde partij niet ontvankelijk in dit deel van de vordering te worden verklaard.
10.Vordering benadeelde partij [slachtoffer feit 3]
11.Vordering benadeelde partij [slachtoffer feit 7]
12.Vordering tot tenuitvoerlegging
13.Toepasselijke wettelijke voorschriften
14.Beslissing
zeven [7] jaren.
€ 300, -, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer feit 3], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
zes [6] dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
twee [2] maanden, opgelegd bij vonnis van de politierechter te Alkmaar d.d. 1 november 2013.