Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker
de burgemeester van de gemeente Alkmaar, verweerder
de stichting [naam 1], te Alkmaar.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 mei 2015 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een eigenaar van een graf op de Algemene Begraafplaats, heeft bezwaar gemaakt tegen de evenementenvergunning die op 8 mei 2015 door de burgemeester van de gemeente Alkmaar is verleend aan de Stichting voor het organiseren van het Theaterfestival [naam 2] van 22 tot en met 25 mei 2015. Verzoeker verzocht de burgemeester om ervoor te zorgen dat de geplande dansvoorstellingen op de begraafplaats niet doorgingen, en heeft tevens bezwaar gemaakt tegen de evenementenvergunning. De burgemeester heeft echter geen aanleiding gezien om in te gaan op het verzoek van verzoeker.
Tijdens de zitting op 22 mei 2015 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van verzoeker en de vertegenwoordigers van de gemeente en de Stichting gehoord. Verzoeker stelde dat een dansvoorstelling niet thuishoort op een begraafplaats en dat de evenementenvergunning niet verleend had mogen worden. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat verzoeker als belanghebbende bezwaar kon maken tegen de vergunning en dat deze afdoende bekend was gemaakt.
De voorzieningenrechter heeft zich vervolgens gericht op de vraag of de dansvoorstelling passend is op de begraafplaats. Na het horen van de betrokken partijen en het afwegen van de argumenten, concludeerde de voorzieningenrechter dat de dansvoorstelling, die over dood en rouw gaat, niet in strijd is met de sfeer en de bedoeling van de begraafplaats. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er zijn geen redenen gevonden voor een proceskostenveroordeling, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.