ECLI:NL:RBNHO:2015:4216
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kraefft
- G. Guinau
- L. Beijen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake openbaarmaking van gegevens op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad. Eiser had op 2 april 2014 een verzoek ingediend om openbaarmaking van gegevens op basis van de Wet openbaarheid van bestuur, maar dit verzoek werd door verweerder afgewezen. Na een bezwaarprocedure, waarin het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard, heeft eiser op 17 juni 2014 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Op 4 juli 2014 heeft verweerder echter alsnog de gevraagde gegevens verstrekt aan eiser.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen actueel en reëel belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien de gevraagde gegevens inmiddels zijn verstrekt. Eiser stelde dat zijn procesbelang lag in de vaststelling van verbeurde dwangsommen, omdat verweerder de beslistermijn zou hebben overschreden. De rechtbank oordeelde echter dat er ten tijde van de ingebrekestelling geen sprake was van een overschrijding van de beslistermijn, aangezien verweerder al op 2 april 2014 had beslist op het verzoek van eiser. De wens van eiser om een principiële uitspraak te verkrijgen over de handelwijze van verweerder werd niet als procesbelang erkend.
Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.