In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.T. Willemsen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, vertegenwoordigd door J.C.W. Kiewiet. Eiseres had een verzoek ingediend om toelating tot een schuldhulpverleningstraject op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet onzorgvuldig was, aangezien de betrokken afdeling ook betrokken was bij de aanvraag voor een WWB-uitkering. De verweerder had zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat er sprake was van verwijtbare recidive, wat de toegang tot de schuldhulpverlening ontzegt. Eiseres had eerder gebruik gemaakt van de WSNP, maar dit traject was beëindigd door haar eigen toedoen, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van verwijtbare recidive. De rechtbank oordeelde dat de verweerder aan zijn verplichtingen uit het Beleidsplan had voldaan door eiseres de mogelijkheid te bieden om budgetbeheer aan te vragen. Uiteindelijk werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.