Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
2 maart 2015, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder wegens een strafbaar feit is veroordeeld;
C. de Groot, als reclasseringswerkster verbonden aan Reclassering Nederland.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 890,--ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
- 1. gitaareffectenapparaat (merk Roland GP100) ad € 125,--
- 2. instrumentenkabel ad € 15,--
- 3. immateriële schade ad € 750,--
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
TWEE (2) DAGEN.
HONDERD (100) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door
VIJFTIG (50)dagen hechtenis.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 340,--, bestaande uit € 140,-- voor de materiële en
€ 200,-- voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 januari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 340,--,vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 januari 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
zes dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.