ECLI:NL:RBNHO:2015:4096
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fiscale bijtelling van auto van de zaak en de gevolgen voor SV-loon en uitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 22 mei 2015, staat de vraag centraal of de fiscale bijtelling van een auto van de zaak invloed heeft op de berekening van het SV-loon van een werknemer en de daaruit voortvloeiende uitkering. Eiser, een B.V., heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), waarin werd medegedeeld dat er gedurende een bepaalde periode te veel voorschot was betaald aan de werknemer van eiser. De werknemer ontving sinds 7 januari 2014 een loongerelateerde WGA-uitkering, waarbij het dagloon was vastgesteld op € 141,90. De fiscale bijtelling van de auto van de zaak werd per 1 januari 2013 aangemerkt als loon voor de berekening van de premie werknemersverzekeringen, wat leidde tot een verhoging van het SV-loon van de werknemer.
Eiser betoogde dat de werknemer financieel benadeeld werd door deze wijziging, omdat de bijtelling voor de berekening van het SV-loon werd meegenomen, terwijl dit niet was gebeurd voor de berekening van het dagloon. Eiser stelde dat er overgangsrecht zou moeten zijn om deze ongelijkheid te verhelpen. De rechtbank oordeelde echter dat de invoering van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) per 1 januari 2013 geen overgangsrecht kent en dat de wetgever bevoegd is om bestaande regelgeving te wijzigen. De rechtbank concludeerde dat de werknemer door de wetswijziging slechter af is, maar dat dit niet betekent dat de wet niet correct is toegepast.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat de berekening van het teveel betaalde voorschot niet werd betwist en er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de wetgever om bij wetswijzigingen rekening te houden met de gevolgen voor de betrokkenen, maar bevestigt ook de rechterlijke beperking in het toetsen van de wet aan beginselen van behoorlijk bestuur.