Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Inleiding
4.Bewijs
5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sanctie
[rapporteur 2] als reclasseringswerkster verbonden aan Reclassering Nederland;
- het psychiatrische Pro Justitia rapport, gedateerd 8 september 2014, opgesteld door
- het psychologische Pro Justitia rapport, gedateerd 29 augustus 2014, opgesteld door
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
[aangever]heeft de gemachtigde van de benadeelde partij mr. M.M.P.M. Lousberg, advocaat te Amsterdam, een vordering tot schadevergoeding van € 26.669,66 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
€ 2.519,66, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 juni 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaren.
[aangever]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.519,66 (tweeduizend vijfhonderdennegentien euro en zesenzestig cent), bestaande uit € 519,66 voor de materiële en € 2.000,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 juni 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [aangever] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
35 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
3 maart 2015.