ECLI:NL:RBNHO:2015:3803

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 mei 2015
Publicatiedatum
7 mei 2015
Zaaknummer
15/710164-12
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omkoping van een ambtenaar en valsheid in geschrift in de gemeente Haarlemmermeer

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 mei 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het omkopen van een ambtenaar en het opmaken van valse facturen. De verdachte heeft in de periode van 1 november 2009 tot en met 17 december 2009 aan een ambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer, [medeverdachte 1], giften gedaan met het doel deze ambtenaar te bewegen om in strijd met zijn plicht iets te doen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het initiatief heeft genomen om contact te leggen met de ambtenaar, wat een sterke aanwijzing vormt voor zijn rol in de omkoping. Daarnaast heeft de verdachte valse facturen opgemaakt en anderen de gelegenheid gegeven om hiervan te profiteren, wat het vertrouwen in de juistheid van deze documenten heeft geschaad.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het doen van giften aan de ambtenaar en het medeplegen van valsheid in geschrift. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar en een werkstraf van 240 uur. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 240 uur, die kan worden omgezet in hechtenis indien de verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt.

De uitspraak benadrukt de ernst van ambtelijke corruptie en de impact daarvan op het vertrouwen in het openbaar bestuur. De rechtbank heeft ook de lange duur van de procedure in overweging genomen, wat heeft geleid tot een milder oordeel over de strafmaat. De verdachte heeft erkend dat zijn handelen onjuist was, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat hij niet volledig openheid van zaken heeft gegeven. De zaak toont aan hoe belangrijk het is dat ambtenaren integer handelen en dat er geen persoonlijke voorkeursposities worden gecreëerd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/710164-12 (P)
Uitspraakdatum:1 mei 2015
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 7 april 2015, 13 april 2015, 14 april 2015, 16 april 2015 en 17 april 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J.G. Hendriks en van wat verdachte en zijn raadsvrouwen, mr. N.W.A. Dekens en mr. E.G.C. Groenendaal, advocaten te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
[Zaaksdossier 09: 3 giften aan een ambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer in
november/december 2009]
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2009 tot en met 17 december 2009 te Hoofddorp,gemeente Haarlemmermeer, en/of te Driebergen-Rijsenburg, gemeente Utrechtse Heuvelrug, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan een ambtenaar (clustermanager Beheer & Onderhoud van de gemeente Haarlemmermeer), [medeverdachte 1],
één of meer gift(en) en/of één of meer belofte(n) heeft gedaan (al dan niet door middel van de door hem, verdachte, bestuurde en/of onder zijn directie staande vennootschap [BV 1]), te weten:
- ( pagina AV2:864) een giraal geldbedrag van 23.841,65 euro (overgemaakt op de bankrekening van [BV 2] op 09 november 2009; corresponderende factuur: 2009/LS0309 op dossierpag.ZD 09:686, onderwerp: 1e fase Beeldkwaliteitplannen en gemeentelijke onderhoudstrategieën in Zuid-Holland) en/of
- ( pagina AV2:866) een giraal geldbedrag van 28.675,43 euro (overgemaakt op de bankrekening van [BV 2] op 02 december 2009; corresponderende factuur: 2009/LS0311 op dossierpag. ZD 09:687, onderwerp: Meerjaren structuurplannen en vraag gestuurd beheer en onderhoud) en/of
- ( pagina AV2:867) een giraal geldbedrag van 53.864,16 euro (overgemaakt op de bankrekening van [BV 2] op 17 december 2009; corresponderende factuur: 2009/LS0313 op dossierpag.ZD 09:688, onderwerp: Voorschot inhuur werkvoorbereiding contractering Noord- en Zuid-Holland)
tengevolge van of naar aanleiding van hetgeen door genoemde ambtenaar al dan niet in strijd met zijn plicht in zijn bediening als clustermanager Beheer & Onderhoud van de gemeente Haarlemmermeer is gedaan of nagelaten (lid 1 sub 2),
en/of
teneinde genoemde ambtenaar te bewegen om al dan niet in strijd met zijn plicht in zijn bediening als clustermanager Beheer & Onderhoud van de gemeente Haarlemmermeer iets te doen of na te laten (lid 1 sub 1),
te weten:
- het verstrekken van een of meer (werk-, advies- en/of uitvoerings)opdrachten (waaronder in ieder geval de opdracht Uitvoering Verhardingsmaatregelenpakket 2008-2010; pagina ZD 09:140) aan De Waterwolf Dienstverlening Buitenruimte B.V., in de wetenschap dat De Waterwolf Dienstverlening Buitenruimte B.V. deze opdracht(en), althans een deel of delen daarvan, zou gunnen en/of verstrekken aan [BV 1]
en/of
- het bewerkstelligen dat en/of arrangeren dat en/of stimuleren dat en/of uitoefenen van invloed opdat de (de directeur van) De Waterwolf Dienstverlening Buitenruimte B.V. (op andere dan zakelijke gronden en/of bij voorkeursbehandeling) werk-, advies- en/of uitvoeringsopdracht(en) aan [BV 1] zou gunnen en/of verstrekken;
2.
[Zaaksdossiers 09: valse facturen van [BV 1] aan De Waterwolf in
november/december 2009]
hij in of omstreeks de periode van 01 november 2009 tot en met 17 december 2009, te Driebergen-Rijsenburg, gemeente Utrechtse Heuvelrug, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander en/of anderen, althans alleen, één of meer factu(u)r(en), te weten:
- ( pagina ZD 09:319) een factuur van [BV 1], d.d. 04 november 2009, genummerd: 20090676, ten bedrage van 45.220,-- euro, en/of
- ( pagina ZD 09:321) een factuur van [BV 1], d.d. 06 november 2009, genummerd: 20090685, ten bedrage van 29.350,-- euro, en/of
- ( pagina ZD 09:312) een factuur van [BV 1], d.d. 09 november 2009, genummerd: 20090692, ten bedrage van 35.000,-- en/of
- ( pagina ZD 09:325) een factuur van [BV 1], d.d. 13 november 2009, genummerd: 20090705, ten bedrage van 14.930,-- euro, en/of
- ( pagina ZD 09:293) een factuur van [BV 1], d.d. 01 december 2009, genummerd: 20090755, ten bedrage van 121.000,-- euro, en/of
- ( pagina ZD 09:294) een factuur van [BV 1], d.d. 17 december 2009, genummerd: 20090842, ten bedrage van 93.000,-- euro,
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt of vervalst, althans valselijk heeft doen opmaken of heeft doen vervalsen, zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
bestaande de valsheid/valsheden van:
- de factuur genummerd: 20090676, ten bedrage van 45.220,-- euro, (pagina ZD 09:319) hierin dat op die factuur valselijk en/of in strijd met de werkelijkheid is vermeld en/of aangegeven dat het gefactureerde bedrag zou toezien op (verricht) "advies- en veldwerk" met betrekking tot het Project "Drainageproblematiek Getsewoud" en/of
- de factuur genummerd: 20090685, ten bedrage van 29.350,-- euro, (pagina ZD 09:321) hierin dat op die factuur valselijk en/of in strijd met de werkelijkheid is vermeld en/of aangegeven dat het gefactureerde bedrag (volledig) zou toezien op (verricht) werk "vlgs. mondelinge opdracht" en "Extra werk" met betrekking tot het Project "kruispunt Molenaarslaan/Bennebroekerweg" te Hoofddorp en/of
- de factuur genummerd 20090692, ten bedrage van 35.000,-- euro, (pagina ZD 09:312) hierin dat op die factuur valselijk en/of in strijd met de werkelijkheid is vermeld en/of aangegeven dat het gefactureerde bedrag (volledig) zou toezien op (verricht) werk "vlgs. mondelinge opdracht" met betrekking tot het Project "Banden/bermen verlagen incl. leverantie" aan de Operaweg te Hoofddorp en/of
- de factuur genummerd 20090705, ten bedrage van 14.930,-- euro, (pagina ZD 09:325) hierin dat op die factuur valselijk en/of in strijd met de werkelijkheid is vermeld en/of aangegeven dat het gefactureerde bedrag (volledig) zou toezien op (verricht) "groenwerk" met betrekking tot het Project "Begraafplaats Taxushof" te Nieuw-Vennep en/of
- de factuur genummerd 20090755, ten bedrage van 121.000,-- euro, (pagina ZD 09:293) hierin dat op die factuur valselijk en/of in strijd met de werkelijkheid is vermeld en/of aangegeven dat het gefactureerde bedrag (volledig) zou toezien op (reeds in 2009 uitgevoerde) werkzaamheden met betrekking tot "Inventarisatie, actualisering, advies en voorbereiding verhardingsmaatregelen 2008 t/m 2010 in de Gemeente Haarlemmermeer, conform mondelinge opdracht augustus 2009" en/of
- de factuur genummerd 20090842, ten bedrage van 93.000,-- euro, (pagina ZD 09:294) hierin dat op die factuur valselijk en/of in strijd met de werkelijkheid is vermeld en/of aangegeven dat het gefactureerde bedrag (volledig) zou toezien op (reeds) "geleverde materialen" met betrekking tot het Project "Verhardingsmaatregelen 2008-2010".

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten 1 en 2.
3.2.
Redengevende feiten en omstandigheden met betrekking tot feit 1 [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Ten aanzien van het doen van giften.
[medeverdachte 1] is op 1 december 2006 als ambtenaar in dienst getreden bij de gemeente Haarlemmermeer met een voltijds dienstverband van 36 uur per week, in de functie van clustermanager Beheer & Onderhoud. Hij verrichtte daarnaast nevenwerkzaamheden via [BV 2] (hierna: [BV 2]), waarin hij via [BV 3] als DGA volledige zeggenschap heeft. Daarnaast verrichtte hij nevenwerkzaamheden via zijn eenmansbedrijf [eenmansbedrijf 1] (hierna: [eenmansbedrijf 1]). [2]
[BV 4], waarvan [verdachte] DGA is, is bestuurder van [BV 1] (hierna: [BV 1]). [3]
[verdachte] heeft aan [medeverdachte 2], directeur van De Waterwolf Dienstverlening Buitenruimte B.V. (hierna: De Waterwolf) gevraagd hoe hij [medeverdachte 1], van wie hij slechts wist dat hij bij de gemeente Haarlemmermeer werkte, kon benaderen. [verdachte] en [medeverdachte 2] hebben toen een gezamenlijke lunch georganiseerd, waarbij [medeverdachte 1] ook werd uitgenodigd. Deze lunch vond plaats op 11 juni 2009 [4] . Hierna heeft [verdachte] drie mondelinge opdrachten gegeven aan [BV 2]. Niets is afgesproken over de termijn van levering van de tegenprestatie en niets is afgesproken over de prijs die [medeverdachte 1] bij [verdachte] in rekening mocht brengen [5] .
[verdachte] heeft op 9 november 2009 € 23.841,65 overgemaakt op de bankrekening van
[BV 2] [6] overeenkomstig de factuur 2009/LS0309 met als onderwerp: “1e fase Beeldkwaliteitplannen en gemeentelijke onderhoudsstrategieën in Zuid-Holland” [7] .
[verdachte] heeft hiervoor als tegenprestatie een door [medeverdachte 1] opgestelde nota ontvangen ´Beheer Kwaliteit in de Openbare Ruimte´. [8] Dit rapport bestaat uit passages van het bij de gemeente Haarlemmermeer eerder op verzoek van [medeverdachte 1] door [BV 5] uitgebrachte rapport “Integraal beheerkwaliteitsplan” [9] .
[verdachte] heeft op 2 december 2009 € 28.675,43 overgemaakt op de bankrekening van [BV 2] [10] overeenkomstig de factuur 2009/LS0311 met als onderwerp “Meerjaren structuurplannen en vraag gestuurd beheer en onderhoud” [11] . [medeverdachte 1] verklaart dat hij hiervoor geen fysiek product heeft aangeleverd. [12]
[verdachte] heeft op 17 december 2009 € 53.864,16 overgemaakt op rekening van [BV 2] [13] overeenkomstig de factuur 2009/LS0313 d.d. 7 december 2009 met als onderwerp; “Voorschot inhuur werkvoorbereiding contractering Noord en Zuid-Holland” [14] . Hiervoor zijn geen werkzaamheden verricht [15] . Op 9 december 2009 geeft [medeverdachte 1] de opdracht “ Uitvoering Verhardingsmaatregelen 2008-2010” aan de Waterwolf [16] . Op 16 december 2009 krijgt [BV 1] van de Waterwolf opdracht voor genoemde verhardingsmaatregelen voor een bedrag van € 533.200. [17]
De facturen van [BV 2] zijn in de administratie van [verdachte] als ‘overige kosten’ geboekt op het project 9259, zijnde het project “Verhardingsmaatregelen 2008-2010” [18] .
Ten aanzien van het al dan niet in strijd met de plicht in zijn bediening iets hebben gedaan
Bij een omvangrijk project via de gemeente Haarlemmermeer diende gebruik te worden gemaakt van de onderaannemer [BV 1]. Dit is volgens [getuige 1] gebaseerd op een tussen [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] mondeling gemaakte afspraak. [19]
Alle projecten in het kader van het onderhoud aan de openbare ruimte moesten worden weggezet bij De Waterwolf, hoewel alle projectleiders, ook [getuige 2], destijds manager van de afdeling OV&R bij de gemeente Haarlemmermeer, zelf, faliekant tegen waren, omdat zij vonden dat met gemeenschapsgeld zo efficiënt mogelijk moest worden omgegaan. [20]
Op 9 december 2009 stuurde [medeverdachte 1] een e-mail aan [medeverdachte 2] met onder meer als inhoud: ”Hierbij geef ik jou opdracht conform bovenstaande omschrijving, op basis van de lijst met werkzaamheden, met een inspectiedatum van begin 2008 voor een totaalbedrag van € 878.000,00”. [21]
De waarde van de omzet die [BV 1] bij De Waterwolf realiseerde in 2006, 2007 en 2008 bedroeg respectievelijk € 43.128, € 95.639 en € 992. [22] In 2009 heeft [verdachte] via zijn onderneming [BV 1] bij De Waterwolf facturen ingeleverd ten bedrage van totaal ongeveer
€ 495.000 [23] . De eerste factuur was gedateerd 12 juni 2009. [24] Hiernaast kreeg [BV 1] van de Waterwolf op 16 december 2009 de opdracht van € 533.200. [25]
3.3
Bewijsoverweging met betrekking tot feit 1
Ten aanzien van het doen van giften
Blijkens de eerste door [medeverdachte 1] ingezonden factuur heeft hij met betrekking tot de eerste opdracht werkzaamheden verricht in juli en augustus 2009. [medeverdachte 1] heeft hiervoor een rapport van 15 bladzijden geleverd. Dit rapport is samengesteld uit passages die afkomstig zijn van een kort daarvoor door [BV 5] aan de gemeente afgeleverd 31 pagina’s tellend rapport genaamd: “Integraal beheerkwaliteitplan”. De rechtbank stelt vast dat de tekst van het rapport van [medeverdachte 1] nagenoeg geheel afkomstig is van het door [BV 5] opgestelde rapport en overigens inclusief de foto’s een gelijke lay-out kent. [medeverdachte 1] heeft [BV 1] een prijs in rekening gebracht van € 23.841,65 die gebaseerd is op 206 uren aan werkzaamheden. Bij de doorzoeking bij [BV 1] is het rapport van [medeverdachte 1] niet aangetroffen. Met betrekking tot de vraag aan [verdachte] wat de aanleiding was voor de opdracht en waarvoor het rapport gebruikt is, is geen concreet antwoord gekomen. De rechtbank concludeert uit al het voorgaande dat hier materieel sprake is van een gift en dat het rapport dat [medeverdachte 1] heeft opgesteld uitsluitend de functie had om de werkelijkheid te verhullen. Gelet op de aanvang van de werkzaamheden, juli 2009, en dat [verdachte] voor die datum [medeverdachte 1] niet eerder ontmoet had, kan het niet anders dan dat die opdrachten rechtstreeks zijn voortgevloeid uit afspraken die zijn gemaakt tijdens de gezamenlijke lunch op 11 juni 2009.
De betaling van € 28.675,43 van [BV 1] op rekening van [BV 2] is gebaseerd op een mondelinge opdracht zonder afspraken over prijs en datum levering van de tegenprestatie. [medeverdachte 1] heeft hiervoor geen fysiek product afgeleverd en omschrijft, net als [verdachte], zijn tegenprestatie als het geven van adviezen. De rechtbank acht het onaannemelijk dat [medeverdachte 1], zoals hij heeft verklaard 183 uren bezig is geweest met onderzoek en advisering ten behoeve van [BV 1] terwijl dat geen enkel bewijs van inspanning van de zijde van [medeverdachte 1] of enig ander resultaat heeft opgeleverd en de rechtbank ziet de betaling dan ook als een gift.
Op 17 december 2009 wordt op de rekening van [BV 2] € 53.864,43 bijgeschreven van de rekening van [BV 1] ter betaling van de factuur van 7 december 2009 met omschrijving “Voorschot inhuur werkvoorbereiding contractering Noord en Zuid-Holland”. Volgens [verdachte] is hier niks van terecht gekomen en heeft hij dit bedrag ten onrechte betaald. [verdachte] verklaarde ter terechtzitting dat [BV 2] personeel aan [BV 1] ter beschikking zou stellen dat [BV 1] nodig had om de opdracht van De Waterwolf met betrekking tot de uitvoering van het verhardingsmaatregelenpakket uit te voeren. De opdracht daartoe is echter pas op 16 december 2009 aan [BV 1] verstrekt. Het is onbegrijpelijk dat [verdachte] € 53.864,43 betaalt aan [BV 2] voor de inhuur van personeel via [BV 2] voor werkzaamheden waarvoor [verdachte] nog geen opdracht heeft ontvangen. In het licht van alle voornoemde omstandigheden komt de rechtbank tot de conclusie dat ook hier materieel sprake is van een gift en dient hetgeen door [verdachte] en [medeverdachte 1] wordt verklaard eveneens ter verhulling van de werkelijke aard van de betaling.
Ten aanzien van het al dan niet in strijd met de plicht in zijn bediening iets hebben gedaan
Blijkens het onderzoek van Ernst & Young heeft [BV 1] in 2009 totaal € 495.000 aan facturen verzonden aan De Waterwolf, waarvan voor ongeveer € 340.000 in de laatste twee maanden. Daarnaast is [BV 1] op 16 december 2009 door De Waterwolf een opdracht gegund ter grootte van € 533.200. Gelet op de verklaringen van [getuige 2] en [getuige 1] wist De Waterwolf dat de opdrachten van de gemeente Haarlemmermeer met betrekking tot de openbare ruimte bij haar terecht zouden komen. [BV 1] wist op haar beurt dat De Waterwolf de werkzaamheden naar haar zou doorzetten. De giften van [BV 1] aan [BV 2] hebben naar het oordeel van de rechtbank geen ander doel gehad dan te bewerkstelligen dat [BV 1] de opdrachten, die de gemeente Haarlemmermeer aan De Waterwolf verstrekte, geheel of gedeeltelijk mocht uitvoeren. Aldus heeft [medeverdachte 1] in strijd met zijn plicht als ambtenaar gehandeld, welke plicht onder meer inhoudt dat de ambtenaar integer handelt, neutraal te werk gaat en aan anderen geen persoonlijke voorkeurspositie toekent en nog minder, dat hij zich laat betalen om aan een ander een opdracht te gunnen of te laten gunnen.
3.4.
Redengevende feiten en omstandigheden met betrekking tot feit 2
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Nu verdachte het ten laste gelegde ten aanzien van de facturen genoemd onder 2, tweede, derde en vierde liggende streepjes heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak daarvan is bepleit, is er sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting
  • de aangifte namens de gemeente Haarlemmermeer door P.J. Buijtels, gemeentesecretaris
- een factuur van [BV 1] d.d. 6 november 2009, genummerd: 20090685, ten bedrage van € 29.350 [27]
- een factuur van [BV 1] d.d. 9 november 2009, genummerd: 20090692, ten bedrage van € 35.000 [28]
- een factuur van [BV 1] d.d. 13 november 2009, genummerd 20090705, ten bedrage van €14.930 [29]
Met betrekking tot het eerste liggende streepje, de factuur van [BV 1] d.d. 4 november 2009, genummerd: 20090676, ten bedrage van € 45.220 met omschrijving “termijn 1 advies en veldwerk” met betrekking tot het project “Drainageproblematiek Getsewoud” [30] verklaarde [verdachte] bij de rechter-commissaris dat er geen werkzaamheden zijn verricht, maar dat hij wel werkzaamheden zou gaan verrichten. De omschrijving heeft hij zo opgekregen van De Waterwolf, aldus [verdachte]. [31] [getuige 3] (hoofd bedrijfsbureau) verklaart bij de rechter-commissaris dat voor zover hij weet [BV 1] daar niets (aan) gedaan heeft [32] . [verdachte] [33] , alsook [medeverdachte 2] [34] , wist dat de omschrijving van de factuur onjuist was, in de zin dat de genoemde werkzaamheden niet door [BV 1] waren uitgevoerd. [getuige 4] verklaart dat de omschrijving “termijn 1 advies- en veldwerk” erop duidt dat er werk geleverd is en dat het niet om een voorschot gaat [35] . De facturen zijn niet betaald omdat er geen bon en geen mandagenregister bij de facturen zat [36] . De opmerkingen “geen werkzaamheden verricht" en “geen mandagenregister” op de factuur van 4 november 2009 stonden er nog niet op toen de factuur afgehandeld werd [37] .
Met betrekking tot het vijfde liggende streepje, de factuur van [BV 1] d.d. 1 december 2009, genummerd 20090755, ten bedrage van € 121.000 met omschrijving “Inventarisatie, actualisering, advies en voorbereiding verhardingsmaatregelen 2008 t/m 2010 in de Gemeente Haarlemmermeer, conform mondelinge opdracht augustus 2009” [38] bevestigde [verdachte] ter terechtzitting zijn verklaring die hij bij de rechter-commissaris heeft afgelegd. De factuur bevat onder meer de beschrijving “uitgevoerd vlgs. mondelinge opdracht”. [verdachte] verklaarde bij de rechter-commissaris dat hij een inventarisatie heeft gemaakt, een rapport met foto’s, maar niet voor het hele bedrag, maar voor de helft en dat er in termijnen betaald zou worden. [39]
Met betrekking tot het zesde liggende streepje, de factuur van [BV 1] d.d. 17 december 2009, genummerd: 20090842, ten bedrage van € 93.000 met omschrijving “geleverde materialen ”ten behoeve van het project “Verhardingsmaatregelen 2008-2010” [40] heeft [verdachte] verklaard dat de omschrijving “geleverde materialen” niet juist is, maar dat hij wel een overeenkomst had en De Waterwolf op dat moment de rekening wilde hebben. De Waterwolf heeft volgens [verdachte] aan hem opgegeven dat er op de factuur diende te komen staan “termijn 1, geleverde materialen”. [41]
3.5.
Bewijsoverweging met betrekking tot het eerste, vijfde en zesde liggende streepje
Hoewel de verdediging betwist dat laatstgenoemde drie facturen vals zijn, kan uit de inhoud van de verklaringen van [verdachte] en het pleidooi niet anders dan geconcludeerd worden dat die facturen niet, dan wel niet geheel, overeenkomstig de werkelijkheid zijn, omdat de opgegeven werkzaamheden niet dan wel niet volledig zijn verricht, terwijl de factuur doet voorkomen dat dit wel het geval is. Dat maakt de facturen wel degelijk vals.
De verdediging heeft er op gewezen dat [verdachte] van [medeverdachte 2] te horen kreeg wat op de factuur moest komen staan, maar dat maakt de conclusie niet anders. Voorts bracht de verdediging naar voren dat [medeverdachte 2] ter vermijding van betaling van vennootschapsbelasting – De Waterwolf leek af te stevenen op winst – een voorziening in 2009 wilde treffen om de heffing minder te doen zijn, en hij dacht dat voortijdige facturering daarvoor een geschikt middel kon zijn. Afgezien van de vraag of de gedachte van [medeverdachte 2] juist is, ziet de rechtbank daarin geen grond om te concluderen dat het valse karakter van de facturen daaraan om die reden komt te ontvallen. Verder heeft de verdediging er op gewezen dat achter de facturering een verrekening schuil ging tussen [BV 1] en De Waterwolf. Hoewel de verklaringen van [verdachte] en [medeverdachte 2] een grote gelijkenis tonen, maar ook gedeeltelijk niet gelijkluidend zijn, erkent [verdachte] dat daarvan niets op papier staat. Wat daar van zij, deze omstandigheid ontdoet de facturen niet van hun vals karakter.
3.6.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
[Zaaksdossier 09: 3 giften aan een ambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer in
november/december 2009]
hij in de periode van 1 november 2009 tot en met 17 december 2009 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of te Driebergen-Rijsenburg, gemeente Utrechtse Heuvelrug,
aan een ambtenaar, clustermanager Beheer & Onderhoud van de gemeente Haarlemmermeer [medeverdachte 1],
giften heeft gedaan (al dan niet door middel van de door hem, verdachte, onder zijn directie staande vennootschap [BV 1]), te weten:
- een giraal geldbedrag van 23.841,65 euro (overgemaakt op de bankrekening van [BV 2] op 9 november 2009; corresponderende factuur: 2009/LS0309, onderwerp: 1e fase Beeldkwaliteitplannen en gemeentelijke onderhoudstrategieën in Zuid-Holland) en
- een giraal geldbedrag van 28.675,43 euro (overgemaakt op de bankrekening van [BV 2] op 2 december 2009; corresponderende factuur: 2009/LS0311, onderwerp: Meerjaren structuurplannen en vraag gestuurd beheer en onderhoud) en
- een giraal geldbedrag van 53.864,16 euro (overgemaakt op de bankrekening van [BV 2] op 17 december 2009; corresponderende factuur: 2009/LS0313, onderwerp: Voorschot inhuur werkvoorbereiding contractering Noord- en Zuid-Holland)
ten gevolge van of naar aanleiding van hetgeen door genoemde ambtenaar in strijd met zijn plicht in zijn bediening als clustermanager Beheer & Onderhoud van de gemeente Haarlemmermeer is gedaan,
en/of
teneinde genoemde ambtenaar te bewegen om in strijd met zijn plicht in zijn bediening als clustermanager Beheer & Onderhoud van de gemeente Haarlemmermeer iets te doen,
te weten:
- het verstrekken van uitvoeringsopdrachten (waaronder in ieder geval de opdracht Uitvoering Verhardingsmaatregelenpakket 2008-2010) aan De Waterwolf Dienstverlening Buitenruimte B.V., in de wetenschap dat De Waterwolf Dienstverlening Buitenruimte B.V. deze opdrachten, althans een deel of delen daarvan, zou verstrekken aan [BV 1]
en
- het bewerkstelligen dat De Waterwolf Dienstverlening Buitenruimte B.V. op andere dan zakelijke gronden en/of bij voorkeursbehandeling uitvoeringsopdrachten aan [BV 1] zou verstrekken.
2.
[Zaaksdossiers 09: valse facturen van [BV 1] aan De Waterwolf in november/december 2009]
hij in de periode van 1 november 2009 tot en met 17 december 2009, te Driebergen-Rijsenburg, gemeente Utrechtse Heuvelrug, tezamen en in vereniging met een ander, facturen, te weten:
- een factuur van [BV 1], d.d. 4 november 2009, genummerd: 20090676, ten bedrage van 45.220,-- euro, en
- een factuur van [BV 1], d.d. 6 november 2009, genummerd: 20090685, ten bedrage van 29.350,-- euro, en
- een factuur van [BV 1], d.d. 9 november 2009, genummerd: 20090692, ten bedrage van 35.000,-- en
- een factuur van [BV 1], d.d. 13 november 2009, genummerd: 20090705, ten bedrage van 14.930,-- euro, en
- een factuur van [BV 1], d.d. 1 december 2009, genummerd: 20090755, ten bedrage van 121.000,-- euro, en
- een factuur van [BV 1], d.d. 17 december 2009, genummerd: 20090842, ten bedrage van 93.000,-- euro,
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt, zulks telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,
bestaande de valsheid van:
- de factuur genummerd: 20090676, ten bedrage van 45.220,-- euro, hierin dat op die factuur valselijk en in strijd met de werkelijkheid is vermeld dat het gefactureerde bedrag zou toezien op verricht "advies- en veldwerk" met betrekking tot het Project "Drainageproblematiek Getsewoud" en
- de factuur genummerd: 20090685, ten bedrage van 29.350,-- euro, hierin dat op die factuur valselijk en in strijd met de werkelijkheid is vermeld dat het gefactureerde bedrag volledig zou toezien op verricht werk "vlgs. mondelinge opdracht" en "Extra werk" met betrekking tot het Project "kruispunt Molenaarslaan/Bennebroekerweg" te Hoofddorp en
- de factuur genummerd 20090692, ten bedrage van 35.000,-- euro, hierin dat op die factuur valselijk en in strijd met de werkelijkheid is vermeld dat het gefactureerde bedrag volledig zou toezien op verricht werk "vlgs. mondelinge opdracht" met betrekking tot het Project "Banden/bermen verlagen incl. leverantie" aan de Operaweg te Hoofddorp en
- de factuur genummerd 20090705, ten bedrage van 14.930,-- euro, hierin dat op die factuur valselijk en in strijd met de werkelijkheid is vermeld dat het gefactureerde bedrag volledig zou toezien op verricht "groenwerk" met betrekking tot het Project "Begraafplaats Taxushof" te Nieuw-Vennep en
- de factuur genummerd 20090755, ten bedrage van 121.000,-- euro, hierin dat op die factuur valselijk en in strijd met de werkelijkheid is vermeld dat het gefactureerde bedrag volledig zou toezien op reeds in 2009 uitgevoerde werkzaamheden met betrekking tot "Inventarisatie, actualisering, advies en voorbereiding verhardingsmaatregelen 2008 t/m 2010 in de Gemeente Haarlemmermeer, conform mondelinge opdracht augustus 2009" en
- de factuur genummerd 20090842, ten bedrage van 93.000,-- euro, hierin dat op die factuur valselijk en in strijd met de werkelijkheid is vermeld dat het gefactureerde bedrag volledig zou toezien op reeds "geleverde materialen" met betrekking tot het Project "Verhardingsmaatregelen 2008-2010".
Hetgeen aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de ten laste gelegde feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1: een ambtenaar een gift doen met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, iets te doen en/of een ambtenaar een gift doen naar aanleiding van hetgeen deze in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, heeft gedaan, meermalen gepleegd;
Feit 2: het medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sancties

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar met een proeftijd van 3 jaren, alsmede een werkstraf van 240 uur, te vervangen door 120 dagen hechtenis.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit te volstaan met een werkstraf en geen voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich door het verstrekken van giften schuldig gemaakt aan het omkopen van een ambtenaar. Hoewel niet zonder meer duidelijk is wie de eerste stap daartoe heeft gezet vormt de omstandigheid dat verdachte zelf het initiatief heeft genomen om met [medeverdachte 1] in contact te komen een sterke aanwijzing dat hij degene is die de omkoping geïnitieerd heeft, hoewel de veroordeling van [medeverdachte 1] van heden ook wijst op een gretigheid voor het meewerken aan omkoping. Verdachte heeft bovendien meegewerkt om de schijn op te houden dat het eerlijke transacties waren door een – nauwelijks bruikbaar – rapport in ontvangst te nemen en in te stemmen met de verhullende teksten op de facturen.
Ambtelijke corruptie is een ernstig feit omdat het de integriteit van het openbaar bestuur aantast. Ook ondergraaft corruptie het vertrouwen van burgers en bedrijven in de overheid en het openbaar bestuur. Eenmaal aanwezig heeft het bovendien de neiging zich verder te verspreiden omdat ook de integriteit van partijen die op de een of andere manier met de overheid zijn verbonden zeer op de proef wordt gesteld. Daarnaast worden publieke middelen van de gemeente Haarlemmermeer, via De Waterwolf, op een ontoelaatbare wijze ingezet. De kosten van omkoping moeten immers terug worden verdiend. Dat verdachte de facturen van [BV 2] heeft geboekt op het project 9256, een project dat de gemeente had ondergebracht bij De Waterwolf, is veelbetekenend. Verdachte heeft van omkoping willen profiteren door een enorme uitbreiding van zijn omzet.
Door zijn handelwijze heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan verstoring van de markt, want door het zonder zakelijke grond verwerven van een voorkeurspositie voor zijn bedrijf heeft verdachte inbreuk gemaakt op het systeem van eerlijke concurrentie.
Verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan het opmaken van valse facturen. Facturen hebben in het maatschappelijk verkeer een belangrijke betekenis naar partijen en derden, waaronder de overheid en ieder dient dan ook te kunnen vertrouwen op de juistheid daarvan. Door hier zelf aan mee te werken en ook anderen de gelegenheid te geven te profiteren van die valse facturen, heeft verdachte het vertrouwen geschonden dat moet kunnen worden ontleend aan deze documenten.
Hoewel verdachte naar het oordeel van rechtbank geen volledige openheid van zaken heeft gegeven heeft hij wel laten blijken dat hij de onjuistheid van zijn handelen erkent en onder ogen heeft gezien.
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op de leeftijd van verdachte. Ten slotte heeft de rechtbank er mee rekening gehouden dat verdachte zijn bedrijf heeft verkocht en geld terug gestort heeft op de rekening van De Waterwolf teneinde met dat bedrijf schoon schip te maken, zoals verdachte dat heeft genoemd.
De rechtbank is van oordeel dat in de voorliggende zaak als redelijke termijn voor de berechting in eerste aanleg heeft te gelden een termijn van twee jaar. Nu er tussen het verhoor van verdachte op 22 juni 2011 en het vonnis van 1 mei 2015 een termijn van bijna vier jaar is verstreken, is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een behandeling binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM, hetgeen de rechtbank bij de bepaling van de aan verdachte op te leggen straf mede in aanmerking zal nemen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat deze straf vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Dit betekent dat de rechtbank de verdediging niet volgt in haar pleidooi om geen voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank is van oordeel dat dit geen recht zou doen aan de ernst van de feiten waaraan verdachte zich schuldig heeft gemaakt.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van het na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 177 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.6 weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de onder 3.6 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
één (1) jaar, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt verdachte tot het verrichten van
tweehonderdveertig(
240) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren daarvan verrichten te vervangen door 120 dagen hechtenis;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat voor elke dag die verdachte in verzekering heeft doorgebracht twee uren taakstraf, subsidiair één dag hechtenis, in mindering worden gebracht.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.C.M. Rutten, voorzitter,
mr. A.E. van Montfrans-Wolters en mr. D. Gruijters, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier D.L. Meyer,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 mei 2015.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Ander geschrift, uittreksels handelsregister, persoonsdossier [medeverdachte 1], p. 393/394 en p. 395/396.
3.Ander geschrift, uittreksels handelsregister, persoonsdossier [verdachte], p. 44 en 46.
4.Ander geschrift, rapport Hoffman Bedrijfsrecherche B.V., p. 721.
5.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 27 oktober 2011, persoonsdossier [verdachte], p..34.
6.Ander geschrift, bankafschrift, zd 9, p. 478.
7.Ander geschrift, factuur, zd 9, p. 576.
8.Ander geschrift, zd 9, p. 596 e.v.
9.Ander geschrift, zd 9, p. 624 e.v.
10.Ander geschrift, bankafschrift, zd 9, p. 479.
11.Ander geschrift, factuur, zd 9, p. 577.
12.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 19 juli 2011, zd 9, p. 516.
13.Ander geschrift, bankafschrift, zd 9, p. 480.
14.Ander geschrift, factuur, zd 9, p. 688.
15.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 27 oktober 2011, persoonsdossier [verdachte], p..35.
16.Ander geschrift, e-mail d.d. 9 december 2009, zd 9, p. 140.
17.Ander geschrift, onderaannemingsovereenkomst, persoonsdossier [medeverdachte 1], p. 148-151.
18.Ander geschrift, facturen zd 9, p.686, 687 en 688 en overzicht van projecten, zd 9, p. 689.
19.Ander geschrift, t.w. rapport Ernst & Young d.d. 9 mei 2011, algemeen dossier, p. 158.
20.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] bij de rechter-commissaris d.d. 29 september 2014, 7e aanvulling, p.288.
21.Ander geschrift, zd 9, p. 140.
22.Proces-verbaal van relaas d.d. 19 december 2011, zd 9, p.13.
23.Ander geschrift, t.w. rapport Ernst & Young d.d. 9 mei 2011, algemeen dossier, p.156.
24.Ander geschrift, t.w. rapport Ernst & Young d.d. 9 mei 2011, algemeen dossier, bijlage 1, p. 173.
25.Ander geschrift, onderaannemingsovereenkomst, persoonsdossier [medeverdachte 1], p. 148-151.
26.Getuigendossier, p. 98 t/m 101.
27.Ander geschrift, factuur d.d. 6 november 2009, zd 9, p. 321.
28.Ander geschrift, factuur d.d. 9 november 2011, zd 9, p. 312.
29.Ander geschrift, factuur d.d. 13 november 2009, zd 9, p. 325.
30.Ander geschrift, factuur d.d. 4 november 2009, zd 9, p. 319.
31.Proces-verbaal verhoor verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 21 oktober 2014, 7e aanvulling, p. 1470.
32.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] bij de rechter-commissaris d.d. 11 maart 2014, 7e aanvulling, p.1218.
33.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] bij de rechter-commissaris d.d. 21 oktober 2014, 7e aanvulling, p. 1469-1477.
34.Proces-verbaal van verhoor verdachte bij de RR d.d. 22 juni 2011, persoonsdossier [verdachte], p. 121.
35.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] bij de rechter-commissaris d.d. 9 mei 2014, 7e aanvulling, p. 1293.
36.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] bij de rechter-commissaris d.d. 9 mei 2014, 7e aanvulling, p. 1296 en bijlage IX, X.
37.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] bij de rechter-commissaris d.d. 9 mei 2014, 7e aanvulling, p. 1294.
38.Ander geschrift, factuur d.d. 6 november 2009, zd 9, p. 293.
39.Proces-verbaal verhoor verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 21 oktober 2014, 7e aanvulling, p. 1477.
40.Ander geschrift, factuur d.d. 6 november 2009, zd 9, p. 321.
41.Proces-verbaal verhoor verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 21 oktober 2014, 7e aanvulling, p. 1479.