Uitspraak
27 maart 2013 inclusief de daaraan toegevoegde goederenbijlage (dossierpagina 63-66).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 24 april 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met een ander een straatroof heeft gepleegd. De verdachte heeft bekend dat hij op 26 maart 2013 in Zaandam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, een mobiele telefoon heeft weggenomen van een willekeurig persoon, waarbij geweld is gebruikt. Het slachtoffer heeft verklaard dat zij door de verdachte is geschopt, waardoor zij ten val is gekomen en fysieke en psychische schade heeft opgelopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank heeft de bekennende verklaring van de verdachte en het proces-verbaal van aangifte als bewijs gebruikt. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij deels toegewezen en deels afgewezen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft ook een schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan de verdachte ten behoeve van het slachtoffer.