ECLI:NL:RBNHO:2015:3340
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- S. Slijkhuis
- I.J.B. Corbey
- S.M. Auwerda
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de uitsluiting van loonaanvulling bij de berekening van het WW-dagloon
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 24 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser, die arbeidsongeschikt was geraakt, ontving een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) en had een aanvulling op zijn WAO-uitkering van zijn werkgever. De rechtbank moest beoordelen of deze aanvulling moest worden meegenomen bij de berekening van het WW-dagloon. Eiser stelde dat de aanvulling, die door de werkgever werd verstrekt en waarover belasting en premies werden betaald, als loon moest worden aangemerkt volgens artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv). Verweerder, het Uitvoeringsinstituut, stelde echter dat de aanvulling niet tot het loon behoorde zoals gedefinieerd in het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen.
Tijdens de zitting op 16 april 2015 werd duidelijk dat de aanvulling bedoeld was om het inkomensverlies van eiser door arbeidsongeschiktheid te compenseren. De rechtbank oordeelde dat de aanvulling niet als loon voor de berekening van het WW-dagloon kon worden aangemerkt, omdat het Dagloonbesluit specifiek bepaalde dat dergelijke aanvullingen buiten beschouwing blijven. De rechtbank verwierp de argumenten van eiser en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 24 april 2015, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.