Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aanhouding d.d. 31 december 2014 (dossierpagina 14 e.v.);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen d.d. 31 december 2014 (dossierpagina 43 e.v.);
- een schriftelijk bescheid, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut met kenmerk 2015.01.06.093, d.d. 28 januari 2015 (los opgenomen in dossier).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
10 (zegge: tien) maanden.Beveelt dat van deze jeugddetentie een gedeelte, groot 5 (zegge: vijf) maanden
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
- zich (uiterlijk) vijf werkdagen na het beëindigen van haar detentie meldt bij de reclassering, Marconistraat 2, 3029 AK te Rotterdam. Hierna moet verdachte zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering (ook indien deze het gebied van huisvesting en dagbesteding betreffen) en moet zij zich blijven melden, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd van 2 jaar medewerking zal verlenen aan verdiepingsdiagnostiek en (indien geïndiceerd) behandeling,