ECLI:NL:RBNHO:2015:3248

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 april 2015
Publicatiedatum
17 april 2015
Zaaknummer
AWB - 14 _ 1228
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Indeling van een aluminium reflector voor lampfitting in de Gecombineerde Nomenclatuur

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil over de indeling van een product, een aluminium reflector voor lampfitting, in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). Eiseres, een bedrijf dat aquariums en aquariumbenodigdheden importeert en verhandelt, had een bindende tariefinlichting (bti) aangevraagd voor het product, dat door de inspecteur van de Belastingdienst/Douane was ingedeeld onder goederencode 7606 11 91. Eiseres was van mening dat het product als een deel van een verlichtingstoestel moest worden ingedeeld onder GN-code 9405 99 00.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het product een samengesteld product is dat bestaat uit een kunststofhouder waarin strippen zijn geschoven, gecoat met aluminiumfolie. Het product is ontworpen om op een tl-buis te worden bevestigd en heeft als doel de lichtopbrengst te verhogen door het licht van de tl-buis te weerkaatsen. De rechtbank heeft overwogen dat de kenmerken en eigenschappen van het product wijzen op een gebruik als onderdeel van een verlichtingstoestel, en dat het product kan worden aangemerkt als een lampenkap of reflector.

De rechtbank heeft de conclusie getrokken dat de indeling onder GN-code 9405 99 00 correct is, en heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard. De uitspraak op bezwaar is vernietigd, en de rechtbank heeft verweerder opgedragen een nieuwe bti af te geven. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 980, en is het door eiseres betaalde griffierecht van € 328 vergoed.

Uitspraak

Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer: HAA 14/1228

Uitspraak van de meervoudige kamer van 22 april 2015 in de zaak tussen

[X] , gevestigd te [Z] , eiseres

(gemachtigde: mr. N.P.J. Ooyevaar),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Rotterdam Rijnmond, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft op 14 augustus 2013 aan eiseres een bindende tariefinlichting (hierna: bti) met het kenmerk NL RTD- [#] afgegeven voor de [A] (hierna: het product).
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en de bti gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 maart 2015 te Haarlem.
Eiseres is vertegenwoordigd door haar gemachtigde, bijgestaan door mr. [B] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [C] en [D] .

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres importeert en verhandelt aquariums en aquariumbenodigdheden.
2. Eiseres heeft op 3 juni 2013 een bti aangevraagd voor het product, dat als volgt is omschreven:
“een reflector met de volgende kenmerken:
- een kunststof houder met aluminium folie,
- voor een lamp,
- om te plaatsen achter fluorecentiebuizen,
- om te weerkaatsen,
- voor een betere lichtopbrengst,
- onderdeel van een electrisch verlichtingstoestel ;
- afmetingen ongeveer 55 x 5 x 3 cm”
In de aanvraag verzoekt eiseres om indeling van het product onder goederencode
9405 99 00.
3. Op 14 augustus 2013 heeft verweerder aan eiseres een bti afgegeven voor het product. Het product is als volgt omschreven:
“Een reflector voor een lamp, met onder ander de volgende kenmerken:
- een halfronde houder van kunststof;
- in het midden voorzien van een profiel;
- 4 houders van kunststof in 2 afmetingen, die langs het profiel geschoven kunnen worden;
- voorzien van 2 verschuifbare en verwijderbare stroken van aluminiumfolie;
- voor fluorescentiebuizen met een diameter van 16 mm (T5) en 26 mm (T8);
- met een lengte van 549 mm.
De reflector is bestemd voor gebruik in een aquarium en kan niet worden aangemerkt als een deel van een verlichtingstoestel maar als een toebehoren van een verlichtingstoestel. Derhalve kan indeling onder GS-post 9405 niet plaatsvinden. Het wezenlijke karakter van het samengestelde artikel wordt toegekend aan de stroken van aluminiumfolie zoals bedoeld bij GS-post 7606 van de gecombineerde nomenclatuur.”
Onder handelsbenaming en aanvullende gegevens staat vermeld:
“ [A] .”
Verweerder heeft het product ingedeeld onder goederencode 7606 11 91.

Geschil1.In geschil is de indeling van het product in de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN).

2. Eiseres heeft zich op het standpunt gesteld dat het product een deel van een verlichtingstoestel is en als zodanig moet worden ingedeeld onder GN-code
9405 99 00. Subsidiair stelt eiseres zich op het standpunt dat het product moet worden ingedeeld als werk van kunststof onder GN-code 3926 90 97.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot indeling van het product onder GN-code 9405 99 00.
3. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het product een toebehoren is bij een tl-buis dan wel bij een verlichtingstoestel en moet worden ingedeeld onder GN-code 7606 11 91 als een strip van aluminium, omdat aluminium het wezenlijke karakter van het product bepaalt.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
Toepasselijk recht
1. De van belang zijnde goederencodes (2013) luiden als volgt:
7606 Platen, bladen en strippen, van aluminium, met een dikte van meer dan 0,2 mm: – vierkant of rechthoekig:
7606 11 – – van niet-gelegeerd aluminium:
(…)
– – – andere, met een dikte:
7606 1191 – – – – van minder dan 3 mm
9405 Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) en delen daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen, voorzien van een vast aangebrachte lichtbron, alsmede elders genoemde noch elders onder begrepen delen daarvan:
(…)
– delen:
(…)
9405 9900 – – andere
2. De IDR-toelichting bij Hoofdstuk 94 (Meubelen (ook voor medisch of chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken) vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende :

“Delen

Dit hoofdstuk omvat uitsluitend delen van de producten bedoeld bij de posten 94.01 tot en met 94.03 en 94.05. Als zodanig worden aangemerkt, de werken, ook indien enkel in voorbewerkte vorm, waarvan de vorm of andere kenmerken erop wijzen dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk zijn gemaakt voor een meubel bedoeld bij deze posten en die elders niet meer specifiek worden vermeld.”
3. De IDR-toelichting bij post 9405 vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende:

“1. Toelichting IDR

I. Verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen
De verlichtingstoestellen van deze groep mogen zijn vervaardigd uit ongeacht welke stof (…) en mogen om het even welke lichtbron gebruiken (…).
De voornaamste soorten onder deze post bedoelde lampen zijn:
1. lampen voor de verlichting van lokalen (…)
2. lampen voor buitenverlichting (…)
3. lampen voor bijzondere doeleinden (…)
4. lantaarns en seinlichten voor (…)
5. looplampen (…)
6. kandelabers, kandelaars, (…)
Deze groep omvat eveneens zoeklichten en schijnwerpers. Dit zijn apparaten waarmede het licht van een, veelal regelbare, lichtbron kan worden geconcentreerd tot een lichtbundel die op een bepaald punt of op een bepaald oppervlak kan worden gericht, op min of meer grote afstand, door middel van een reflector en lens of alleen een reflector. De reflector of spiegel is in de regel van verzilverd glas of van gepolijst, verzilverd of verchroomd metaal.
(…)

Delen

Delen van verlichtingstoestellen, lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen, vallen eveneens onder deze post, voor zover ze als zodanig herkenbaar zijn en elders niet meer specifiek genoemd zijn.
Hiertoe behoren:
1. geraamten of karkassen, van draad, staven, kettingen en dergelijke voor luchters en hangsnoerlampen;
2. ballondragers;
3. voetstukken, handgrepen en omhullingen voor looplampen;
4. branders, dragers voor gloeikousjes;
5. geraamten voor lantaarns;
6. reflectorspiegels;
7. lampenglazen (met vernauwing, verwijding, enz.);
8. kleine cilinders van dik glas voor mijnwerkerslampen;
9. lichtverstrooiers (van albast daaronder begrepen);
10. wandschelpen, schalen, reflectors, lampenkappen (geraamten daaronder begrepen), ballons, kelken, tulpen en dergelijke artikelen;
11. luchtornamenten zoals ballen, druppelvormen, fleurons, peervormige hangers, plaatjes, door hun afmeting of hun bevestigingspunten herkenbaar om te worden gebruikt voor het versieren van luchters.”
Beoordeling van het geschil
1. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en postonderverdelingen en de aantekeningen op de afdelingen of de hoofdstukken. Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de post zijn omschreven. De door de Commissie vastgestelde toelichtingen op de GN en de in het kader van de Werelddouaneorganisatie uitgewerkte toelichtingen op het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (GS) zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten.
2. Voorts dient eraan te worden herinnerd dat de bestemming van het product een objectief indelingscriterium kan zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product, waarbij de inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product.
3. Eiseres meent dat uit de bevestigingsklemmen en de lengte van de reflecterende strip blijkt dat het product speciaal is ontworpen om aan een tl-buis te worden vastgemaakt. Samen met de andere delen (tl-buis, fittingen, bevestigingsmechanismen) vormt het product een verlichtingstoestel. In de GS-toelichting op post 9405 worden allerlei producten aangewezen als delen van verlichtingstoestellen. Genoemd worden onder meer lampenkappen en reflectoren. Omdat het onderhavige product als een lampenkap op de tl-buis wordt geplaatst kan het product zelfs worden gezien als een reflecterende lampenkap.
Het arrest van het HvJ van 12 december 2013, nr. C-450/12 (Hark GmbH & Co; hierna: het Hark-arrest) sluit tariefpost 9405 niet uit voor de indeling van het product omdat een verlichtingstoestel niet kan worden vereenzelvigd met de daarin aanwezig tl-buis. De werking van het verlichtingstoestel in zijn geheel is wel afhankelijk van het product omdat daarmee het licht van de tl-buis wordt weerkaatst, hetgeen zorgt voor een hogere lichtopbrengst.
4. Verweerder meent dat gelet op eerdergenoemd Hark-arrest, dat ziet op het begrip ‘delen’, niet voldoende is dat wordt aangetoond dat de tl-buis (dan wel het verlichtingstoestel) zonder het product niet de functie kan vervullen waarvoor het is bestemd maar dat eveneens moet worden aangetoond dat de mechanische of elektronische werking van het verlichtingstoestel afhangt van de aanwezigheid van het product. Dat is niet het geval, aldus verweerder. Aangezien het wezenlijke karakter van het product kan worden toegekend aan de stroken van aluminiumfolie moet het product worden ingedeeld onder GN-post 7606.
5. De rechtbank stelt vast dat het product een samengesteld product is dat bestaat uit een kunststofhouder waarin strippen zijn geschoven. Het product heeft dezelfde lengte als de tl-buis waarvoor het is bestemd. De strippen zijn gecoat met aluminium(folie). Het geheel wordt met plastic klemmen rechtstreeks op de tl-buis geplaatst. Door de vorm van het product en het reflecterend vermogen van de strippen, weerkaatst en richt het product het licht afkomstig van de tl-buis op het water in het aquarium. Hierdoor wordt de lichtopbrengst van de tl-buis waaraan het product is bevestigd verhoogd.
De vorm en de kenmerken van het product wijzen erop dat het product is ontworpen en gemaakt om uitsluitend, althans hoofdzakelijk te worden gebruikt voor een verlichtingstoestel. Uit de IDR-toelichting op hoofdstuk 94 van het GS en de IDR-toelichting op GS-post 9405 leidt de rechtbank af dat voor verlichtingstoestellen invulling is gegeven aan wat onder ‘delen’ moet worden verstaan. In de in de toelichting op post 9405 opgenomen opsomming zijn ook lampenkappen opgenomen. Ter zitting heeft verweerder bevestigd dat hieronder ook lampenkappen met een klem- of draaiverbinding (dus zonder elektrische verbindingen) kunnen worden geschaard. De rechtbank ziet geen relevant verschil in objectieve kenmerken en eigenschappen tussen het product en deze lampenkappen. Beide producten betreffen immers producten die zorgen voor een bepaalde verspreiding of juist bundeling van het licht, zodat het effectiever wordt gebruikt. Daar komt bij dat in de toelichting op post 9405 een reflector – hetgeen het product in wezen is – ook wordt genoemd als deel van een verlichtingstoestel.
6. Gelet op bovengenoemde kenmerken en eigenschappen is de rechtbank van oordeel dat het product een deel is van een verlichtingstoestel gelijk een lampenkap of reflector zoals genoemd in de IDR-toelichting bij post 9405.
7. Het beroep van verweerder op de jurisprudentie van het HvJ, in het bijzonder het Hark-arrest, faalt, omdat naar het oordeel van de rechtbank de uitgangspunten in dit arrest eerst pas van toepassing zijn indien er geen definitie van het begrip ‘delen’ voorhanden is.
8. Al het vorengaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat het product moet worden ingedeeld onder GN-code 9405 99 00. Dit betekent dat het beroep gegrond zal worden verklaard.
Proceskosten
De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 980 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 490 en een wegingsfactor 1). Omdat ingevolge artikel 7:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht proceskosten voor de behandeling van het bezwaar uitsluitend worden vergoed op een voorafgaand aan de uitspraak op bezwaar gedaan verzoek van de belanghebbende en blijkens de stukken niet aan die voorwaarde is voldaan, kent de rechtbank geen vergoeding toe voor de proceskosten in bezwaar.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • vernietigt de bti;
  • draagt verweerder op een bti af te geven met toepassing van hetgeen in de uitspraak is overwogen;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 980;
  • gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 328 vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. van Dongen, voorzitter, mr. M.C.A. Onderwater en mr. M.H.L.C. Bijvoet, leden, in aanwezigheid van E. Hoekman, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 april 2015.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312,
1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.