ECLI:NL:RBNHO:2015:3244
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.M. van der Heijden
- M.J.M. Verpalen
- J. Italianer
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne te Schiphol met bewezenverklaring en strafoplegging
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 april 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 28 december 2014 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging. De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd tijdens de terechtzitting. De rechtbank heeft verschillende bewijsmiddelen in overweging genomen, waaronder het proces-verbaal van aanhouding en een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, terwijl de verdediging heeft gepleit voor een straf van maximaal 18 maanden. De rechtbank heeft echter besloten om een gevangenisstraf van 20 maanden op te leggen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals schulden en het verlies van zijn baan.
Daarnaast heeft de rechtbank de verbeurdverklaring van het in beslag genomen geldbedrag van € 300 bevolen, aangezien dit bedrag is gebruikt bij de invoer van de cocaïne. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld op basis van de artikelen 33 en 33a van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, waarbij mr. J. Italianer buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen.