ECLI:NL:RBNHO:2015:3243
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.M. van der Heijden
- M.J.M. Verpalen
- J. Italianer
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne te Schiphol met bewezenverklaring en strafoplegging
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 april 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 14 december 2014 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk ongeveer 3107,9 gram cocaïne heeft ingevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging. De verdachte heeft tijdens de terechtzitting een bekennende verklaring afgelegd, wat heeft bijgedragen aan de bewijsvoering. De rechtbank heeft verschillende bewijsmiddelen in overweging genomen, waaronder proces-verbaal van aanhouding en een rapport van het Douane Laboratorium.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde feit strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 30 maanden geëist, en de verdediging heeft gepleit voor een groot voorwaardelijk deel van de straf. De rechtbank heeft echter besloten dat de opgelegde straf passend is, gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest, en heeft vastgesteld dat de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht op de opgelegde straf.