ECLI:NL:RBNHO:2015:3242
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.A.M. Jansen
- P.H. Lauryssen
- M.A.H. van der Woude
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding wegens gebrek aan vertaling en kennisgeving
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 april 2015 uitspraak gedaan over de nietigheid van de dagvaarding in een strafzaak. De verdachte, geboren in de Dominicaanse Republiek, was beschuldigd van het verwerven en voorhanden hebben van een hoeveelheid bankbiljetten ter waarde van ongeveer 16.430 euro, terwijl zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze afkomstig waren uit een misdrijf. De rechtbank stelde vast dat de dagvaarding niet in de Spaanse taal was vertaald, ondanks dat de verdachte met behulp van een tolk was verhoord. Bovendien was er geen kennisgeving van de dagvaarding naar de raadsman van de verdachte verzonden. Hoewel het niet vertalen van de dagvaarding in principe niet tot nietigheid leidt, heeft de rechtbank op verzoek van de officier van justitie de dagvaarding toch nietig verklaard. Dit biedt de officier de gelegenheid om alternatieve afdoeningsmogelijkheden te onderzoeken, nu er een raadsman in beeld is. De rechtbank benadrukte dat het feit dat de dagvaarding niet in een voor de verdachte begrijpelijke taal was vertaald, feitelijk onzuiver was, maar besloot desondanks de dagvaarding nietig te verklaren om de rechtsgang niet verder te compliceren.